Share
Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Genieten van God

17 augustus - dag 229

Jij en ik zijn gemaakt om God te aanbidden. Maar waarom zou God de mens maken om door hem te worden aanbeden? Sommige mensen zeggen dat dit je reinste ijdelheid is.

Heel wat jaar geleden heeft de uitleg van C.S. Lewis in zijn boek Gedachten over de Psalmen me geholpen om beter te begrijpen wat aanbidden nu eigenlijk is. 

Hij schreef: 'Het meest opvallende aan lofprijzing (...) was me vreemd genoeg nooit opgevallen. (...) Het was me nooit opgevallen dat alle vreugde spontaan overgaat in lofprijzing. (...) de wereld is vol lof (...) wandelaars zijn vol lof over het landschap, sporters zijn vol lof over hun lievelingssport, mensen prijzen het weer, wijn, eten, acteurs, paarden, colleges, landen, historische figuren, kinderen, bloemen, bergen, zeldzame postzegels, zeldzame boeken en soms zelfs politici en wetenschappers (...)

Ik denk dat we het heerlijk vinden om te prijzen waar we van genieten. Onze lof geeft niet alleen uitdrukking aan ons plezier, maar draagt er ook aan bij; het is de vervulling van ons plezier. Geliefden zeggen niet tegen elkaar hoe mooi en lief ze elkaar vinden om een complimentje te geven; hun goede gevoel is pas compleet als ze het uitspreken.'

Met andere woorden: aanbidding is de vervulling van vreugde. Onze vreugde is pas compleet als we deze uitdrukken in aanbidding. God heeft ons gemaakt om Hem te aanbidden omdat Hij van ons houdt. In de Westminster Catechismus staat dat het belangrijkste doel van de mens is om God te verheerlijken en tot in eeuwigheid van Hem te genieten.

 
Zingen en muziek

De psalmdichter spoort ons aan om God te prijzen met zang en muziek: 'Zing voor de HEERE een nieuw lied (...) Breek uit in gejuich, zing vrolijk (…) Zing psalmen voor de HEERE met de harp, met de harp en met luid psalmgezang, met trompetten en bazuingeschal' (vv.1,4-6).

Deze psalm is vol geluid. De mensen wordt gevraagd om Gods goedheid te vieren op allerlei verschillende manieren. Ze worden aangespoord om te zingen, te juichen, te jubelen, te spelen op instrumenten en zelfs in hun handen te klappen voor God:

'Laat de hele aarde voor de HERE juichen.
Breek maar uit in gejubel en zing psalmen en lofliederen voor Hem.
Gebruik bij uw zang ook de citer om de HERE te loven.
Laat de citer maar klinken en zing er krachtig bij.
Laat ook de trompetten en bazuinen schallen.
Juich en jubel met elkaar voor de HERE, de grote Koning.
Laat de zee maar golven en bruisen; al haar onstuimigheid mag tonen hoe groot Hij is. De hele wereld en al haar bewoners moeten weten wie Hij is.
De rivieren klappen in de handen en de bergen heffen een jubelend loflied aan voor de HERE' (vv.4-8, HB).


Dit is allemaal een reactie op wat God voor ons heeft gedaan. Je wordt geroepen om de Heer te aanbidden, die Redder, Koning en Rechter is (vv.1-9).

Als we dit lezen met Jezus in ons achterhoofd, zien we dat dit een profetische psalm is. Jezus zit aan Gods rechterhand en heeft 'redding gebracht' (v.1, NBV). Hij heeft 'Zijn heil bekend gemaakt en Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen van de heidenvolken' (v.2). (Zie ook Romeinen 3:21.)

Er is een vreugdevolle verwachting van het universele herstel van alle dingen als de Redder zal komen om de wereld te berechten (Psalm 98:9). Dan zal de hele schepping worden hersteld (vv.7-8). Paulus gebruikt de volgende woorden: 'Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God.(…) ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God' (Romeinen 8:19-21).

In deze psalm zwelt de lofprijzing almaar verder aan, van de aanbiddende gemeenschap van het volk van God (Psalm 98:1-3), tot alle volken ter wereld (vv.3-6) en uiteindelijk tot de hele schepping (vv.7-9).
Heer, ik aanbid U. Dank U dat U mij hebt gered. Dank U voor uw liefde en trouw. Dank U dat ik U mag aanbidden met vreugde, jubelgezang, muziek en gejuich. Dank U dat ik zeker mag zijn van de rechtvaardigheid van uw oordeel. U zult de wereld rechtvaardig berechten en de volken oordelen naar recht en wet.
Ontzag en dank

Paulus spreekt over waardigheid en fatsoen tijdens de eredienst. Hij beschrijft in het bijzonder de rol en de plaats van vrouwen tijdens de eredienst. Er zijn heel wat woorden vuilgemaakt aan de discussie over de betekenis van dit gedeelte.

Paulus' zorg was dat niets het evangelie zou schaden. Over het algemeen is men het erover eens dat een groot deel ervan cultureel bepaald is. Er zijn tegenwoordig bijvoorbeeld nog maar weinig kerken die vrouwen vragen hun haar te bedekken.

Uit de tekst blijkt dat zowel mannen als vrouwen geacht werden te bidden en profeteren tijdens de eredienst (vv.4-5). Het is ook duidelijk dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn en van elkaar afhankelijk zijn: 'Maar vergeet nooit dat in het leven met de Here de vrouw niets is zonder haar man en de man niets zonder zijn vrouw. Want hoewel de eerste vrouw uit de man is genomen, wordt iedere man uit een vrouw geboren. En de oorsprong van alles is God' (vv.11-12, HB).

Hierna bespreekt Paulus 'het Avondmaal van de Heere' (v.20) of de eucharistie (het Griekse werkwoord eucharistéin betekent 'danken').

Dit is waarschijnlijk de oudste vermelding van dit onderdeel van de eredienst. Het is al 2.000 jaar een cruciaal onderdeel van de christelijke eredienst en wordt in bijna elke kerk in de wereld gevierd. Ook over de betekenis van deze verzen is veel gezegd en geschreven. Volgens mij is in dit gedeelte een aantal dingen duidelijk:

  1. Het gebeurt regelmatig
    Er wordt verwacht dat ‘wanneer u samenkomt’ het ‘Avondmaal van de Heere’ plaatsvindt (vv.17,20).

  2. Het is belangrijk
    Jezus zegt: ‘Doe dat’ (v.24). Als we de maaltijd niet op de goede manier vieren, heeft dit ernstige gevolgen (v.27 e.v.). 'Kijk dus eerst kritisch naar jezelf! Ga pas daarna samen met anderen de maaltijd vieren tot eer van de Heer' (v.28, BGT).

  3. Het is verkondiging
    De maaltijd is een van de manieren waarop het evangelie wordt verkondigd. 'Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt' (v.26).

  4. Tijdens de maaltijd gedenken we Jezus (vv.24-25) en erkennen we dat het om het lichaam van de Heer gaat (v.29). Als je het brood en de wijn ontvangt, kun je een ontmoeting met Jezus verwachten.

  5. De maaltijd is de gemeenschap met het lichaam en bloed van Christus (10:16 e.v.). Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt is koinonia, wat 'delen' of 'gemeenschap' kan betekenen. Het is een manier waarop wij het goede van het sterven van Jezus kunnen ontvangen en erin kunnen delen.

  6. Het is een vorm van dankbetoon. We drinken uit 'de drinkbeker der dankzegging' (v.16).

  7. Het is een uitdrukking van eenheid. 'Omdat het brood één is, zijn wij, die velen zijn, één lichaam, want wij allen hebben deel aan het ene brood' (v.17). Een van de grote tragedies in de kerkgeschiedenis is de manier waarop deze grootse uitdrukking van eenheid de oorzaak is geworden van verdeeldheid.

  8. Met het avondmaal zien we uit naar de terugkomst van de Heer. Je verkondigt 'de dood van de Heere, totdat Hij komt' (11:26).

Het brood en de wijn zijn het lichaam en het bloed van Jezus (vv.24-25). Dat is een van de manieren waarop we zijn aanwezigheid nu ervaren. De precieze betekenis hiervan is het onderwerp geweest van veel speculatie, discussie en controverse. We zouden het gewoon kunnen accepteren als een mysterie en niet moeten proberen de Schriften te doorgronden en al te veel te speculeren hoe het allemaal precies in zijn werk gaat.
Heer, help me om U op de juiste manier te aanbidden zoals U het graag wilt. Help me om me te richten op Jezus. Help me om mijn ware bestemming te vinden door U te aanbidden en voor eeuwig van U te genieten.
Oprechtheid en overgave

Salomo voltooide de bouw van de tempel en alles was precies volgens plan gegaan (7:11). Hij verheerlijkte God door zijn daden.

In het boek Kronieken draait het bij de beschrijving van de regering van David en Salomo om de bouw van de tempel in Jeruzalem, de plek waar God aanbeden werd. Alle andere feiten van hun bewind zijn van ondergeschikt belang. Ze bouwden de tempel en God gaf hen hiervoor grote zegen.

Salomo's roem was wijdverbreid, zoals we lezen in hoofdstuk 8 en 9. De koningin van Sjeba (waarschijnlijk in wat nu Jemen is) kwam op bezoek en stond zo versteld van wat ze allemaal zag (9:1-7) dat ze zelf de Heer prees (v.8). Het is interessant, gezien het gedeelte van het Nieuwe Testament voor vandaag, om te zien dat het kennelijk heel gewoon was dat een koningin aan het hoofd van een land stond.

Salomo's pracht en praal was enorm. Nadat Salomo de tempel had gebouwd, verscheen de Heer aan hem en zei: 'Wanneer (…) Mijn volk, waarover Mijn Naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen' (7:14).

Dit is een heel bekend vers, en terecht. Het wordt vaak gebruikt als model voor aanbidding en gebed. Het bevat de voorwaarden voor oprechtheid in onze eredienst. Deze factoren zijn ook onmisbaar voor een opbloei van de kerk. (In het licht van COVID-19 is het relevant om op te merken dat de onmiddellijke context de mogelijkheid van een pandemie ('de pest' v.13) was.) In dit vers lezen we dat we vier dingen moeten doen:

  1. het hoofd buigen
  2. bidden
  3. Gods aangezicht zoeken
  4. terugkeren van onze slechte wegen

Als we dat doen, belooft God ons dat Hij drie dingen zal doen:

  1. horen vanuit de hemel
  2. onze zonden vergeven
  3. het land genezen
Heer, vandaag wil ik mijn hoofd buigen, bidden, uw aangezicht zoeken en berouw tonen voor mijn zonden. Ik bid dat U naar me wilt horen vanuit de hemel, mij mijn zonden wilt vergeven en ons land wilt genezen. Laat ons U vereren en voor altijd van U genieten.
Pippa's bijdrage
'Mijn vrouw mag niet in het huis van David, de koning van Israël, wonen, want de plaatsen waar de ark van de HEERE naartoe gekomen is, zijn heilig.'

Ik neem aan dat de reden dat ze niet in de burcht mocht wonen was dat de dochter van de farao God niet vereerde, en niet om een andere reden!

Vers voor vandaag
2 Kronieken 7:14

'Wanneer (…) Mijn volk (…) in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen.'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.


Email Marketing door ActiveCampaign