Intieme banden - dag 334

30 november - dag 334

Verbondenheid is een prachtig woord. Dat is waarvoor je gemaakt bent. Verbondenheid vervult de diepste verlangens in je hart. Het is de remedie tegen eenzaamheid. Er is niets in dit leven wat erbij in de buurt komt. Het begint nu en duurt voor eeuwig.

Verbondenheid is de grootste vreugde van het leven. Johannes wil dat zijn lezers dezelfde verbondenheid ervaren als hij: '... we willen dat ook u met ons verbonden bent' (1 Johannes 1:3, GNB).

Het Griekse woord koinonia, dat hier is vertaald als 'verbondenheid' of 'gemeenschap' (HSV, HB), is bijna niet te vertalen. Het betekent een heel intieme en diepe relatie. Gemeenschap is het woord geworden om uitdrukking te geven aan de relatie binnen het huwelijk, de intiemste band tussen mensen. Het is een veelomvattend woord dat een leven beschrijft waarin alles wordt gedeeld. Dit is het woord dat Johannes gebruikt voor onze intieme band met God (v.3).

Het beschrijft ook onze band met elkaar. Je kunt hechte, oprechte vriendschappen hebben met een eerlijke en open communicatie. Je hoeft je niet anders voor te doen dan je bent. Je mag zijn wie je bent bij God en bij andere mensen. Dat geeft je een authenticiteit, kwetsbaarheid en een intieme band met elkaar die het best kan worden samengevat met dit prachtige woord: 'verbondenheid'.

Psalm 136:1-12

1. Dank God

God houdt van jou. We moeten er steeds aan worden herinnerd dat God van ons houdt. In deze psalm herhaalt de dichter de woorden 'Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig' maar liefst 26 keer (HB). Jouw intieme band met de Heer is gebaseerd op zijn eeuwige liefde en goedheid voor jou.

Beantwoord deze liefde door God te danken voor:

Wie Hij is
Hij is de 'allerhoogste God' en de 'oppermachtige Heer' (vv.2-3). Hij is goed (v.1).

Wat Hij heeft gemaakt
Hij doet grote wonderen. Hij heeft de hemel gemaakt en de aarde uitgespreid; Hij heeft de zon, de maan en de sterren gemaakt (vv.4-9).

Wat Hij voor jou heeft gedaan
Zijn hand is krachtig en zijn arm heeft Hij naar jou uitgestrekt (v.12).

Heer, dank U voor uw liefde en goedheid voor mij die eeuwig zijn.

1 Johannes 1:1-2:11

2. Praat met God

Johannes wist over wie hij het had. Hij kende Jezus Christus persoonlijk. Hij was de leerling van wie Jezus bijzonder veel hield (Johannes 13:23, GNB) en met wie Hij veel tijd doorbracht.

Johannes schrijft, nu hij op leeftijd is, dat hij Jezus heeft gehoord, gezien, Hem heeft aanschouwd en Hem heeft aangeraakt (1 Johannes 1:1). Hij wilde getuigen van wat hij had gezien en het verkondigen, opdat zijn lezers een intieme band met de Vader en zijn Zoon Jezus Christus zouden hebben (vv.2-3).

Verbazingwekkend genoeg kan jij ook zo'n intieme band ervaren: 'Wat wij hebben gezien en gehoord, dat verkondigen wij ook aan u, opdat u met ons verbonden bent. En onze verbondenheid is een verbondenheid met de Vader en met zijn Zoon, Jezus Christus' (v.3, WV).

Hoe krijg je deze intieme band met de Vader en de Zoon?

Je kunt je weg gaan 'in het licht' dankzij 'het bloed van Jezus' dat ons reinigt van alle zonde (v.7). Hierdoor wordt ons voortdurende vergeving van onze zonden geboden, ook al blijven we zondaars (v.8). Ook jij mag deze intieme band met Hem hebben, een band waardoor je met Hem kunt praten over je zonden en er zeker van mag zijn dat Hij je zal vergeven. 'Maar als wij onze zonden bekennen, dan is God zo trouw en rechtvaardig dat hij onze zonden vergeeft en ons rein maakt van alles wat we verkeerd hebben gedaan' (1 Johannes 1:9, GNB).

Het bloed van Jezus reinigt je voortdurend, net zoals je lever en je bloed je lichaam voortdurend reinigen.

Het enige wat je hoeft te doen is toegeven dat je hebt gezondigd en je zonden opbiechten.

Houd niets verborgen voor God. Als je hebt gezondigd, biecht het dan snel op, laat zien dat je spijt hebt en aanvaard Gods reiniging. Blijf op de goede weg en houd vol.

Dit is een bijzonder evenwicht. Het is niet de bedoeling dat we verkeerde dingen doen; we zouden onze weg moeten gaan in het licht. Maar we hebben allemaal verkeerde dingen gedaan: 'Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons' (v.10).

Dit geeft een geweldige combinatie: Johannes spoort zijn lezers aan om niet te zondigen, terwijl hij hen tegelijkertijd verzekert dat God genadig zal zijn als ze toch zondigen (2:1). Dit evenwicht tussen de oproep om heilig te leven en Gods genade is de kern van het leven als christen.

Verbluffend genoeg is Jezus onze pleitbezorger als we er een puinhoop van maken: we hebben 'een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige' (v.1).

Dankzij het offer dat Jezus voor jou heeft gebracht aan het kruis, kun jij met de Vader en de Zoon praten in de intieme verbondenheid van 'gemeenschap' (1:3, HSV, HB). Je wordt geroepen om God te kennen (2:4) en zijn liefde voor jou te ervaren (v.5). 'Wie zegt in hem te blijven, behoort in de voetsporen van Jezus te treden' (v.6).

Dit heeft ook betrekking op de manier waarop wij met elkaar verbonden zijn als christenen. 'Maar als wij onze weg gaan in het licht (...) dan zijn wij met elkaar verbonden' (v.7, WV). Een zuiver geweten, liefde, gehoorzaamheid, intimiteit met God en intimiteit met elkaar gaan hand in hand.

Heer, dank U voor het onvoorstelbare voorrecht dat we in verbondenheid met U en met elkaar mogen leven dankzij uw bloed dat U voor ons hebt vergoten aan het kruis.

Daniël 5:17-6:28

3. Vertrouw op God

Daniël had een heel hechte, intieme band met God. Hij is een prachtig voorbeeld van iemand met een volkomen en onwrikbaar vertrouwen in de Heer. Hij weigert de geschenken van Belsassar aan te nemen (5:17). Wees voorzichtig met het aannemen van geschenken. Daniël wilde zijn positie niet in gevaar brengen.

Belsassar maakte zich schuldig aan de volgende zonden: ten eerste hoogmoed (v.20) – hij bleef niet nederig (v.22); ten tweede arrogantie (v.20) – hij stond op tegen de Heer van de hemel (v.23); ten derde afgoderij – hij prees goden van zilver en goud, van brons, ijzer, hout en steen (v.23).

Daniël is een voorbeeld bij uitstek van een christelijk politicus. Zijn intelligentie was van een heel andere orde dan die van de andere mensen. Maar hij viel pas echt op door zijn integriteit. Toen ze probeerden iets slechts over hem te vinden, stonden ze met lege handen: '... zij konden geen grond voor een aanklacht vinden of hem op een misstap betrappen, want hij was betrouwbaar en hij had nooit zijn plicht verzuimd of een misstap begaan' (6:5).

We kunnen ons niet allemaal zo onderscheiden als Daniël (v.4), maar we kunnen wel allemaal 'een uitzonderlijke geest' (v.4, HSV) hebben. Streef ernaar om betrouwbaar te zijn, eerlijk en zorgvuldig, niets verkeerd te doen en je plicht niet te verzuimen (v.5, GNB). Wees betrouwbaar in je werk en, nog belangrijker, wees trouw aan je band met God.

Daniël was een van de drie hoogste bestuurders van het land en droeg veel verantwoordelijkheid. Hij had een extreem drukke, tijdrovende baan. Toch vond hij de tijd om drie keer per dag te bidden.

Daniël woonde inmiddels al lang in Babylonië en zijn houding ten opzichte van de staat is interessant. Hij deed alles wat hij moest doen. Hij hield zich aan alle wetten. Zijn aanklagers wisten dit. Ze beseften dat ze hem alleen konden pakken als ze een nieuwe wet tegen God verzonnen en dus verboden ze de mensen om tot God te bidden (vv.6-8). Daniël overtrad dat gebod in alle openheid en zonder aarzeling (v.11).

Je kunt alleen een vertrouwelijke band met God hebben als je met Hem praat. Verbondenheid met God was het allerbelangrijkste in Daniëls leven. Hij bleef bidden zoals hij altijd deed. Hij weigerde om zich aan te passen. Hij probeerde niet eens te verbergen dat hij bad. Hij liet zoals altijd de ramen openstaan zodat iedereen hem kon zien.

Daniël werd in de leeuwenkuil geworpen. Dit hele verhaal lijkt een voorafschaduwing van de laatste periode van het leven van Jezus:

jaloezie is de aanleiding voor een valse aanklacht
zijn vijanden vinden geen grond voor een aanklacht
uiteindelijk verzinnen ze een religieuze aanklacht
een onwillige en zwakke koning wordt overgehaald om iets te doen wat hij eigenlijk niet wil
Daniëls grote moed wijst vooruit naar de uitzonderlijke moed van Jezus
Gods redding wijst vooruit naar de opstanding
zelfs het lege graf lijkt te worden verbeeld: 'Er werd een steen gebracht waarmee de opening van de kuil werd afgedekt, en de koning verzegelde die (...) Vroeg in de ochtend, toen het licht begon te worden, stond de koning op en haastte zich naar de leeuwenkuil' (vv.18,20).

Waar het in het verhaal van Daniël om gaat, is zijn volkomen vertrouwen in God. Hierdoor was hij voor niets of niemand bang. Er wordt gezegd dat de leeuwen Daniël niet opaten vanwege zijn vasthoudendheid (v.17). Hij diende God trouw (vv.17,21, BGT) en werd alom beschouwd als dienaar van de levende God (v.21). Hij stond altijd tot Gods beschikking.

Verzet je tegen de druk om je aan te passen. Blijf vertrouwen op God, ook al lijkt het of alles verkeerd gaat. Heb het lef om anders te zijn.

Heer, help me om in nauwe verbondenheid met U te leven en U te danken, met U te praten en op U te vertrouwen.