God vermenigvuldigt wat jij Hem geeft

24 februari - dag 55

De zesjarige Hattie May Wiatt woonde vlak bij de Grace Baptist Church in Philadelphia in de Verenigde Staten. Het was heel druk op de zondagsschool. De dominee vertelde haar dat ze op een dag grote gebouwen zouden hebben, groot genoeg voor iedereen. “Dat hoop ik”, zei het meisje. “Er zijn zoveel mensen dat ik er niet alleen naar toe durf.” Hij antwoordde: “Als we genoeg geld bij elkaar krijgen, bouwen we een heel groot gebouw waar alle kinderen in passen.”

Hattie May stierf twee jaar later, in 1886. Na de begrafenis gaf Hatties moeder de dominee een klein zakje met daarin 57 cent in muntjes die het meisje had gespaard. Ze had het zakje gevonden onder Hatties kussen. In het zakje zat een briefje in haar handschrift: “Om te helpen groter te bouwen, zodat meer kinderen naar de zondagsschool kunnen.”

De dominee besloot om de muntjes om te wisselen voor penny's en deze per stuk te koop aan te bieden. De muntjes brachten 250 dollar op en 54 van de muntjes werden teruggegeven. Die 250 dollar werden weer omgewisseld in penny's die op hun beurt weer werden verkocht door de inmiddels opgerichte 'Wiatt Mite Society'. Op deze manier werden haar 57 centen steeds weer vermenigvuldigd.

Zesentwintig jaar later gaf de dominee een toespraak met de titel 'Het verhaal van de 57 cent'. Hij legde uit wat de gift van 57 cent teweeg had gebracht: een kerk met meer dan 5.600 leden, een ziekenhuis waar tienduizenden mensen waren behandeld, 80.000 jonge mensen die een universitaire studie hadden kunnen volgen, 2.000 mensen die waren uitgezonden om het evangelie te verkondigen en dat allemaal 'omdat Hattie May Wiatt haar 57 cent had geïnvesteerd'.

We lezen overal in de Bijbel verhalen over vermenigvuldiging. Wat niet mogelijk is met optellen, doet God door middel van vermenigvuldiging. Je oogst wat je zaait, maar dan in veelvoud. De Heer vermenigvuldigt wat je Hem geeft.

Vermenigvuldiging van zegeningen... en problemen

Jezus belooft zijn volgelingen een veelvoud aan zegeningen. Maar Hij waarschuwt hen ook dat de zegeningen gepaard zullen gaan met problemen. Hij zegt dat wie Hem volgt het honderdvoudige zal ontvangen, maar dat dat gepaard zal gaan met vervolging (Markus 10:30).

David vertelt hoe zijn angsten toenemen en zijn vijanden talrijk worden (Psalm 25:17, GNB, v.19). Hij heeft het over eenzaamheid, ‘ellende’, ‘angsten’ en ‘moeite’.

Als God zegent, nemen vaak ook moeilijkheden en vervolging toe. Elke vorm van leiderschap roept weerstand op. Hoe groter de verantwoordelijkheid, des te groter de problemen en des te meer kritiek je krijgt.

David vraagt de Heer om hulp om hem te behoeden en te bevrijden (v.20). Als je onder vuur ligt, probeer dan altijd integer, oprecht en trouw te blijven (v.21). Doe het goede, wat de mensen ook zeggen of denken.

Vermenigvuldiging van middelen

Met zeven broden en een paar kleine vissen gaf Jezus een menigte van 4.000 mensen te eten en de leerlingen haalden nog zeven manden vol stukken op die waren overgebleven – de buitengewone vermenigvuldiging die God ons geeft!

Het is interessant om te zien dat Jezus niet alleen een wonder doet, maar dat Hij de leerlingen erbij betrekt. Hij roept ze bij Zich om uit te leggen wat Hij wil doen (8:1-3). Hij laat ze een oplossing bedenken (v.4) en hoopt misschien wel dat ze zich de wonderbare spijziging van de 5.000 herinneren (6:30-44).

Vervolgens schakelt Hij ze in door hun te vragen wat ze aan eten bij zich hebben (8:5). Dan pas verricht Hij het wonder en vermenigvuldigt Hij het eten dat ze Hem gegeven hebben. Ook daarna zet Hij de leerlingen aan het werk door ze het eten te laten uitdelen (v.6b). Jezus wil jou graag actief betrekken bij zijn plannen en zijn werk.

De leerlingen spelen maar een ondergeschikte rol als je die vergelijkt met wat Jezus kan doen. God heeft niet veel nodig om grote dingen te doen. God vermenigvuldigt wat jij Hem geeft.

Het gedeelte voor vandaag begint met Jezus' genezing van een dove man die moeilijk sprak (7:32). Hij bad voor hem en ‘zuchtte’ (v.34). Dit is misschien wat Paulus bedoelt met 'onuitsprekelijke verzuchtingen' (Romeinen 8:26). Dit is de Heilige Geest die in ons worstelt in gebed. Jezus zei tegen de man 'Effatha!', wat betekent: 'Word geopend!' (Markus 7:34). Jezus opent niet alleen oren - Hij maakt je hele wezen vrij en opent het - je hart, je geest, je emoties, je financiën en elk ander deel van je leven.

Jezus is zich bewust van de toenemende weerstand en vijandigheid en beveelt de omstanders om niets te vertellen over wat er was gebeurd (v.36a). Maar ze waren ‘bovenmate versteld’ (v. 37) en 'zij verkondigden het des te meer' (v.36b).

Na de wonderbaarlijke vermenigvuldiging stuurt Jezus de mensen weg om alleen te zijn met zijn leerlingen (8:9-10). De menigte had een enorme behoefte aan evangelisatie en genezing. Toch vond Jezus het belangrijker om zich te concentreren op een kleine groep leiders.

Ondanks alle wonderen geloofde niet iedereen in Hem. 'En de Farizeeën liepen uit en begonnen met Hem te redetwisten en verlangden van Hem een teken uit de hemel om Hem te verzoeken.' (v.11). Ze wilden doorslaggevend bewijs van zijn gezag.

Ze waren geestelijk blind en waren niet in staat om de tekens die God had gegeven te herkennen. Ze wilden hun eigen tekens kiezen, maar dat weigerde Jezus. Het is vandaag de dag nog steeds zo dat wonderen niet altijd tot geloof leiden. Mensen ontkennen wonderen vaak en denken dat er vast een of andere verklaring voor moet zijn.

Vermenigvuldiging van vrijwilligers

In de loop der jaren heb ik gezien hoe verbazend veel mogelijk is als ieder lid van een gemeente, zelfs als die maar klein is, betrokken raakt bij bidden, meehelpen, en geven.

Het volk van God stond voor een immense taak, namelijk de bouw van de tabernakel. Ze kregen dit voor elkaar dankzij een groot aantal vrijwilligers. Mozes riep ‘heel de gemeenschap’ bijeen (35:1). Dit is wat er vandaag de dag nodig is in elke kerkgemeenschap:

Iedereen bidt
We lazen gisteren: ‘heel het volk [stond] op en boog zich neer’ (33:10). De sabbat was niet alleen een rustdag, het was een dag die 'heilig' was, een dag van 'volledige rust, voor de HEERE' (35:2). Het was een dag waarop mensen meer tijd konden wijden aan gebed en aanbidding. De hele gemeenschap bad en ze aanbaden God.
Iedereen geeft
Ze gaven geschenken aan de Heer (v.5a). Iedereen werd aangespoord iets te geven: 'Ieder die gewillig van hart is, moet het brengen als hefoffer voor de HEERE: goud, zilver en koper' (v.5b).

Het werk werd niet mogelijk gemaakt door één gulle gever. 'en ze kwamen terug: ieder wiens hart hem daartoe bewoog en ieder wiens geest hem gewillig maakte. Ze brachten het hefoffer voor de HEERE ten behoeve van het werk (…) Zo kwamen ze, de mannen en de vrouwen. Ieder die gewillig van hart was' (vv.21-22). Net als Hattie May Wiatt gaf iedereen zijn '57 cent'.

Als wij als gemeenschap alles willen doen waartoe God ons roept, moeten we allemaal een bijdrage leveren, niet gedwongen, maar uit eigen beweging, omdat we dat zelf willen (2 Korinthe 8 en 9).

We lezen dat iedereen gaf, zodat ze meer dan genoeg hadden (Exodus 36:5). 'Daarna liet Mozes overal in het kamp zeggen: “Niemand hoeft nog iets te brengen of te maken voor de heilige tent.” (...) Er was genoeg materiaal om al het werk te doen. Er was zelfs nog over' (vv.6-7, BGT).
Iedereen helpt mee
Iedereen hielp mee. De woorden 'alle', 'ieder' en 'iedereen' komen veel voor in dit gedeelte. Alles gebeurde geheel vrijwillig: 'Laat dan alle vaklieden komen en alles maken wat de HEER heeft voorgeschreven' (35:10, WV). Bijvoorbeeld 'Ieder bij wie acaciahout gevonden werd, bracht het' (v.24); 'Alle vrouwen die bedreven waren in het spinnen, brachten wat ze gesponnen hadden' (v.25, GNB).

Voor de kunstenaars Bezaleël en Oholiab was een belangrijke rol weggelegd. Zij werden vervuld door de Geest om artistieke ontwerpen te maken en om hun kennis over te dragen aan anderen. Samen gebruikten ze hun kennis en vaardigheden om het werk voor elkaar te krijgen: 'Allen die hun vak verstaan en aan wie de HEER de wijsheid en het inzicht geschonken heeft die hiervoor nodig zijn, moeten hen helpen' (36:1b, NBV).

Alles gebeurde geheel vrijwillig. Het volk van God werd 'gedreven door de werking van Gods Geest' (35:21, HB). Het werk werd door iedereen gedaan met een 'gewillig hart' (v.22 HB). Als wij als gemeenschap willen doen wat God van ons vraagt, hebben we iedereen nodig als vrijwilliger.

Enthousiasme werkt aanstekelijk. Verdoe je tijd niet met mensen die je dromen proberen te kleineren. Sluit je aan bij mensen die je inspireren en uitdagen, je hogerop tillen en je beter maken. Laat je leiden door mensen met visie, mensen met geloof, doeners en mensen met moed. Grote mensen geven je het gevoel dat ook jij groot kunt worden.

Moedig elkaar aan om te bidden, mee te helpen en te geven. Je zult versteld staan van de manier waarop God jouw 57 cent vermenigvuldigt en meer doet dan je ooit had durven vragen of hopen.