Share
Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Ruimte

14 juni - dag 165

John Newton (1725-1801) was een overtuigd atheïst, bullebak en godslasteraar. Hij was een wilde en opstandige jongeman. Op zijn achttiende werd hij gedwongen aan te monsteren bij de marine. Daar overtrad hij elke mogelijke regel en werd in het openbaar gestraft voor desertie. Hij was gehaat en gevreesd bij zijn medebemanningsleden en werd een slavenhandelaar.

Toen hij 23 was, kwam zijn schip voor de kust van Donegal in een zware storm terecht, waardoor het bijna zonk. Hij smeekte God om hulp toen het schip water maakte. Die dag, 10 maart 1748, werd hij gered door God. Hij begon een nieuw leven. Hij begon te bidden en de Bijbel te lezen. Uiteindelijk voegde hij zich bij William Wilberforce in zijn campagne voor de afschaffing van de slavernij en werd hij een van de belangrijkste pleitbezorgers van die campagne.

Newton is vooral bekend om zijn lied 'Amazing Grace':

Amazing grace! (Wonderbaarlijke goedheid,)
How sweet the sound (hoe heerlijk is het geluid)
That saved a wretch like me! (dat mij, zondaar, redde.)
I once was lost but now I’m found, (Ooit was ik verloren, maar nu ben ik gevonden.)
Was blind, but now I see. (Ik was blind, maar nu kan ik zien.)

Gered worden betekent bevrijd worden, verlost worden uit gevaar of aanvallen. Het is Jezus die je redt en die je ‘ruimte’ geeft (2 Samuel 22:20).

 
Ruimte voor jou

Heb je wel eens ervaren hoe glibberig het pad van de zonde is? Je glijdt steeds verder af naar een plek waar je helemaal niet wilt zijn.

De psalmdichter was op dit glibberige pad terechtgekomen: 'Maar wat mij betreft, mijn voeten waren bijna uitgegleden, mijn schreden waren haast uitgeschoten, want ik was jaloers op de dwazen, toen ik de vrede van de goddelozen zag.' (vv.2-3).

Als je het heiligdom van God binnengaat, verandert je hele perspectief (v.17a): 'Daar ontdekte ik hoe het met slechte mensen afloopt' (v.17b, BGT). De dwazen en goddelozen lopen op 'een glibberig pad' (v.18a, NBV). Het lijkt weliswaar alsof ze geslaagd zijn en het goed hebben, maar ze zijn op weg naar een verschrikkelijk einde (v.19-20).

Het is 'onverstandig' (v.22) om jaloers te zijn op de goddelozen. Als je het vanuit het juiste perspectief bekijkt, besef je dat je zelf juist ongelofelijk gezegend bent (vv.23–26).

Niets is beter dan een hechte band met God te hebben, zijn nabijheid te kennen, zijn leiding en kracht, en zijn belofte dat Hij je zal opnemen in zijn heerlijkheid. Jij hebt het veel beter dan de 'goddeloze', zowel in dit leven als daarna. God geeft jou zijn 'ruimte'.

Als je ziet waarvoor je bent behoed, besef je hoe goed het is om bij God te zijn (v.28) en wil je dat goede nieuws aan andere mensen vertellen: 

'Ik ben gelukkig als ik dicht bij God ben. De Almachtige HERE is mijn toevluchtsoord.
Ik wil iedereen over Uw werk vertellen.'
(v.28, HB).
Heer, dank U dat U mij hebt gered van het glibberige pad en me ruimte hebt gegeven.
Ruimte voor de kerk

Ken je iemand die helemaal niets moet hebben van christenen en het christelijk geloof? Zo iemand was Saulus. Zo iemand was John Newton. Zo iemand was ik ook. Als we lezen hoe Saulus bekeerd werd, geeft dit ons de hoop dat God zelfs mensen kan veranderen van wie je dat het minst zou verwachten.

In dit gedeelte zien we een dubbele redding. De kerk wordt gered van het duister dat wordt veroorzaakt door de slagen die Saulus haar toebrengt en Saulus wordt gered van zijn eigen innerlijke duisternis (13:9). Gods transformerende kracht veranderde Saulus van een vervolger van de kerk in de geweldige leider, evangelist en apostel Paulus.

Saulus kwam uit een bevoorrecht nest. Hij was een Romeins burger uit Tarsus. Hij was een hoogopgeleide intellectueel. Hij was een bekwame jurist. Hij was een zeer ‘religieus’ man met een rotsvast geloof in God.

Maar Saulus wandelde in duisternis op een weg die naar de ondergang leidde. Hij was een fanatiek vervolger van de leerlingen van Jezus (v.1, HB). Hij probeerde christenen te arresteren en in de gevangenis te gooien (v.2). Hij had een geduchte reputatie onder de christenen vanwege al het kwaad dat hij hun had aangedaan (v.13) en omdat hij de aanhangers van Jezus had uitgeroeid (v.21a).

Onderweg naar Damascus gebeurde het plotseling dat 'hem een licht vanuit de hemel [omscheen]' (v.3). Jezus verscheen aan hem en vroeg: 'Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?' (v.4). Saulus had Jezus nooit ontmoet, dus hoe kon hij Hem dan vervolgen? Op dat moment moet hij zich hebben gerealiseerd dat de kerk en Jezus een en dezelfde zijn. De kerk is zijn lichaam. Met het vervolgen van christenen vervolgde hij feitelijk Jezus. Hij kwam pas later tot het inzicht dat de kerk het lichaam van Christus is (zie 1 Korinthe 12-14).

Saulus' fysieke blindheid staat symbool voor de spirituele duisternis die zijn leven op dat moment beheerste. Toen Ananias zijn handen op hem legde, kreeg hij zijn gezichtsvermogen terug en werd hij vervuld met de Heilige Geest (Handelingen 9:17): 'En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en onmiddellijk werd hij weer ziende' (v.18). Hij werd gered van de fysieke en spirituele duisternis.

Jezus redde Saulus niet alleen van de duisternis, maar stelde hem ook aan als zijn 'uitverkoren instrument'. Hij zei tegen Ananias: 'Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten' (v.15).

Maar God beloofde Paulus geen makkelijk leven. Vanwege zijn bevoorrechte positie zou hij veel moeten lijden: 'Want Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn Naam' (v.16).

En onmiddellijk begon Saulus te verkondigen dat Jezus de Zoon van God is (v.20). 'Saulus werd meer en meer gesterkt' en hij toonde aan dat Jezus de Christus is (v.22). Als een jurist voerde hij bewijs aan dat aantoonde dat er daadwerkelijk iets was gebeurd. Jezus was gekruisigd, was opgestaan uit de dood en Hij is de Christus.

Met Saulus werd ook de kerk gered. 'In heel Judea en Galilea en Samaria leefde de gemeente in vrede en kwam tot bloei. De gelovigen leefden in ontzag voor de Heer, en dankzij de bijstand van de heilige Geest nam hun aantal steeds meer toe' (v.31, NBV). God had de kerk ruimte gegeven en de christenen konden genieten van een periode van rust en zegen.
Heer, ik bid dat U de kerk in ons land ruimte geeft. Geef dat de Heilige Geest de kerk kracht en moed geeft zodat zij kan genieten van een periode van rust en steeds meer mensen zich bij haar aansluiten.
Ruimte voor altijd

Aan het eind van zijn leven looft David God dat Hij hem steeds weer verlost heeft van zijn vijanden en van de dood en de ondergang (hoofdstuk 22 - het lied is ook te vinden in Psalm 18). God is zijn 'Bevrijder' (2 Samuel 22:2).

'Toen schreeuwde ik om hulp naar mijn God, vol angst riep ik naar de Heer. En hij hoorde mij roepen, vanuit de hemel hoorde hij mijn stem.' (v.7, BGT)

David vroeg de Heer vaak om hulp en de Heer hoorde hem. 'Uit de hemel reikte hij mij de hand, hij greep mij vast en trok mij uit het kolkende water' (v.17, GNB). 'Hij redde mij van mijn sterke vijand ...' (v.18,). 'Hij leidde mij uit in de ruimte, Hij redde mij,
want Hij was mij genegen' (v.20, zie ook v.49).

Als God jou redt, wil Hij niet dat jij blijft zoals je bent: 'De Heer was goed voor mij, omdat ik hem trouw was. Hij heeft me geholpen, omdat ik onschuldig was (vv.21 BGT). Hij wil dat je oprecht leeft en de zonde uit de weg gaat (v.24). Hij wil dat je 'goedertieren' (v.26), 'rein' (v.27) en bescheiden (v.28) bent.

Met Gods hulp ‘ren ik door een legerbende, met mijn God spring ik over een muur’ (v.30). God geeft je kracht (v.33,) en Hij doet je op hoogten staan (v.34). Hij geeft je voetstappen onder je ruimte, zodat je enkels niet wankelen (v.37).

Welke moeilijkheden ook op je pad komen – een moeilijke leraar of baas, huwelijksproblemen, een opstandig kind – God geeft je de kracht om het vol te houden.

Aan het eind van zijn leven vat David zijn ervaring met God en het leven samen (hoofdstuk 23). God had hem gered en gezalfd (v.1). 'De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong' (v.2).

God had hem al gered. Maar er komt nog meer: 'Voorzeker, daarin is al mijn heil en al mijn vreugde, hoewel Hij het nog niet laat opkomen' (v.5). Gods reddingsplan zal eens tot bloei komen. Op die dag zal de redding volmaakt zijn en kun je voor altijd genieten van de ruimte die God je geeft.

Heer, dank U dat U ons hebt gered door het kruis en de opstanding van Jezus Christus. Dank U dat onze redding eens volmaakt zal zijn, als Jezus terugkomt en wij voor eeuwig bij Hem mogen zijn, waar we ‘ruimte’ mogen ervaren.
Pippa's bijdrage
'God is mijn vesting en kracht; Hij heeft mijn weg volkomen gebaand'

Dit is een hart onder de riem, want ik voel me heel vaak onvoorbereid in allerlei situaties.

Vers voor vandaag
2 Samuel 22:20

'Hij leidde mij uit in de ruimte, Hij redde mij, want Hij was mij genegen.'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.


Email Marketing door ActiveCampaign