De wedstrijd die voor je ligt

14 november - dag 318

Ik heb in mijn leven heel wat fouten gemaakt en dingen gedaan waar ik spijt van heb. Zo heb ik, toen ik negentien was, in een opwelling en zonder enige training meegedaan aan de 'Boundary Run'. We renden om de stad Cambridge, een afstand net iets langer dan een marathon, en een groot deel ging over geploegde velden.

De eerste 20 kilometer was geen probleem. Maar daarna begonnen verschillende delen van mijn lichaam te protesteren. Hoewel ik in een redelijke tijd de eindstreep haalde, kostte het me weken om te herstellen. Het is niet verstandig om ongetraind een marathon te lopen.

De schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt dat het leven van een christen lijkt op het rennen van een race; en dan eerder op een marathon dan op een sprint. Je hebt training, uithoudingsvermogen en discipline nodig om de moed niet te verliezen en niet op te geven (v.3). In de gedeelten voor vandaag zie je wat je nodig hebt om de wedstrijd te lopen die voor je ligt (v.1) en wat het resultaat van de wedstrijd is.

Psalm 125:1-5

1. Blijf op het rechte pad en houd vol

Catherina van Siena schreef ooit: 'Je bereikt nooit iets groots zonder vol te houden'.

Volhouden kun je als je vertrouwt op God: 'Wie op de HEER vertrouwt is als de Sionsberg, die onwankelbaar vast staat voor eeuwig' (v.1). Dit is geen wensdroom; dit is gebaseerd op het wezen en de bescherming van de God op Wie we vertrouwen.

God is bij je. Hij is voor je. Hij is boven je. Hij is in je. Hij is overal om je heen: 'zo omringt de HEER zijn volk' (v.2b). Op zijn bescherming kun je vertrouwen, 'van nu tot in eeuwigheid' (v.2c).

Geloof (vertrouwen in de Heer, v.1) geeft rechtvaardigheid (Romeinen 3:22, HB) en de rest van de psalm gaat over de vooruitzichten op lange termijn voor rechtvaardigen en voor mensen die onrecht doen. Ongeacht hoe de zaken er op dit moment voor staan; 'De scepter van het kwaad zal niet rusten op het land van de rechtvaardigen' (Psalm 125:3a).

De psalmdichter waarschuwt dat je op het rechte pad moet blijven: 'Maar degenen die kronkelpaden bewandelen, HEER, laat hen spoorloos verdwijnen samen met iedereen die slechtheid begaat' (v.5, WV). Als we van het pad afdwalen, raken we onze vrede kwijt. Het gebed van de psalmdichter is: 'Vrede over Israël!' (v.5b).

Heer, dank U dat U omringt wie op U vertrouwen. Ik vertrouw mijn leven vandaag weer aan U toe. Wilt U mij beschermen en mij uw vrede geven?

Hebreeën 12:1-13

2. Loop de wedstrijd met vastberadenheid

Er ligt een wedstrijd voor je en je wordt aangespoord om deze wedstrijd 'vastberaden' te lopen (v.1). Je wordt enorm aangemoedigd voor de wedstrijd. Je bent omringd door een menigte geloofsgetuigen (v.1). Dit zijn de geloofshelden en -heldinnen. Degenen die in Hebreeën 11 worden genoemd zijn allemaal gestorven, maar ook getuigen die nog leven staan om ons heen en zijn levende voorbeelden van geloof.

Tijdens de wedstrijd zul je tegen obstakels, moeilijkheden, weerstand en uitdagingen aanlopen. Je kunt struikelen en 'verstrikt raken' (v.1).

In de oudheid droegen atleten alleen een lendedoek tijdens een wedstrijd. Wees geen toeschouwer. Doe mee aan de wedstrijd als deelnemer.

Kleren zouden maar in de weg zitten. Dit is een mooie analogie dat we niet alleen de zonde moeten afwerpen, maar ook andere belemmeringen en dingen die ons afleiden. Zo kunnen sociale media goed zijn, maar ons ook afleiden.

Tijdens de wedstrijd is het essentieel dat je je ogen gericht houdt op Jezus (v.2). Een van de belangrijkste factoren voor succes bij atleten is waar ze naar kijken. Goede atleten houden de eindstreep steeds in het oog.

Jezus 'wist welke blijdschap Hem te wachten stond' (v.2, HB). De enige manier om 'uw voeten rechte wegen [te laten] gaan' (v.13, WV) is door het doel voor ogen te blijven houden en niet naar je voeten te kijken. Houd je ogen gericht op Jezus. Kijk voor elke keer dat je naar jezelf kijkt, tien keer naar Hem.

Als volgeling van Christus krijg je te maken met veel tegenwerking, kritiek en negatieve publiciteit, maar dat is helemaal niets vergeleken met wat Jezus voor jou heeft doorstaan.

Jezus is 'de grondlegger [leider, oorsprong, pionier] en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God' (v.2). Je kunt blijven volharden door te denken aan Hem die 'standhield toen de zondaars zich zo tegen hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft' (v.3).

Als je je ogen gericht houdt op Jezus, zie je alles in het juiste perspectief. Voor de meesten van ons geldt dat we, net als de lezers van deze brief, ons leven nog niet op het spel hebben hoeven zetten in onze strijd tegen de zonde (v.4).

Je kunt een wedstrijd alleen goed lopen als je getraind bent. Training is hard werken: je hebt er discipline voor nodig en het kan soms behoorlijk pijn doen.

Hier gebruikt de schrijver het beeld van ouders die hun kinderen berispen. Ze doen dat uit liefde: 'de Heer berispt wie hij liefheeft' (v.6a). Berispingen zijn het bewijs dat Hij je 'als zijn kind erkent' (v.6b, WV).

'Laat u door God opvoeden; Hij behandelt u als Zijn zonen. Hebt u ooit gehoord van een zoon die niet gestraft werd? Als God u niet terechtwijst, wanneer u het nodig hebt, betekent het dat u niet Zijn zoon bent' (vv.7-8, HB).

'Onze aardse vaders gaven ons straf, en daardoor hadden we respect voor hen. Dan zal de straf van onze hemelse Vader er zeker voor zorgen dat we gehoorzaam zijn aan hem. En zo zullen we dan het eeuwige leven krijgen' (v.9, BGT). God traint je voor je eigen bestwil, zodat je kunt delen in zijn heiligheid (v.10). Op het moment zelf doet het zeer, 'maar op den duur plukt wie erdoor gevormd is er de vruchten van: een leven in vrede en gerechtigheid' (v.11).

Blijf de wedstrijd lopen: 'Steek dus de handen uit de mouwen en ga stevig op uw benen staan. Zet bij het lopen uw voeten recht neer; anders verstuikt u uw kreupele voeten en die moeten nu juist genezen' (vv. 12-13, HB).

Heer, help me om moeilijkheden te dragen als straf, in de wetenschap dat U me behandelt als uw kind (v.7). Geef dat ik mag delen in uw heiligheid en de vruchten mag plukken van vrede en gerechtigheid.

Ezechiël 26:1-27:36

3. Doe alles weg wat je belemmert

Het gevaar dreigt dat de westerse maatschappij dezelfde kant opgaat als Tyrus. Tyrus was welvarend en machtig. Het had een florerend bedrijfsleven en dreef handel met landen over de hele wereld. Dit klinkt ons bekend in de oren. Ken Costa schrijft in zijn boek 'Carrière met God': 'Tyrus was het handelscentrum en de spil voor alle financiële transacties in de regio. Tyrus zou zo maar Londen, Wall Street of Tokyo kunnen zijn.'

Tyrus is een voorbeeld van een maatschappij die zo is ingericht dat deze functioneert zonder God. De stad is mooi (27:3) en daarom ook zo verleidelijk. Geld verdienen, een imperium opbouwen en luxe zijn aantrekkelijk.

Het is de bedoeling dat we houden van mensen en dingen gebruiken. Het loopt verkeerd als we gaan houden van dingen en mensen gebruiken. Consumentisme is een groot gevaar in de huidige wereld, maar het is niets nieuw. Tyrus was een stad waar men was gaan houden van dingen en mensen was gaan gebruiken; er werd zelfs gehandeld in slaven (v.13).

Als je de wedstrijd goed wilt lopen, moet je 'alles afleggen wat [je] hindert en [je] bevrijden van de zonde, die zich aan [je] vastklemt (v.1, HB).

De zonden waaraan Tyrus zich schuldig maakte waren hoogmoed, zwelgen en zelfgenoegzaamheid (Jesaja 23; Ezechiël 27:3). In de stad vierde bedrog hoogtij en er werd gehandeld in slaven (Amos 1:9; Ezechiël 27:13). Ezechiël waarschuwt dat Gods oordeel over de stad zal komen (Ezechiël 26:1-6). Hoogmoed komt voor de val. Tyrus roemde haar eigen schoonheid (27:3).

Maar God waarschuwt: 'Al je bezit en al je goederen, je handelswaar en je matrozen, je stuurlui en je scheepstimmerlieden, allen die handel met je dreven, je soldaten en al je inwoners – alles zal met je ten onder gaan, in het hart van de zeeën, op de dag dat jij vergaat' (v.27).

Deze profetie werd gedeeltelijk vervuld in de jaren 586-573 v. Chr. toen Nebukadnessar, de koning van Babylonië, Tyrus dertien jaar lang belegerde. Nebukadnessar verwoestte Tyrus niet helemaal, dat deed Alexander de Grote in 332 v. Chr., waarmee hij deze profetie deed uitkomen.

De gerichtheid op handel, geld en consumeren lijkt angstvallig veel op bepaalde aspecten van het moderne consumentisme, vooral in de aanloop naar de feestmaand december. We moeten niet vergeten dat deze dingen, hoe verleidelijk ze ook zijn, tijdelijk en vluchtig zijn.

Raak er niet in verstrikt. Houd je ogen gericht op Jezus, Die ons de weg wijst (Hebreeën 12:2, HB). Doe alles weg wat je belemmert en vermijd de zonde waarin je zo gemakkelijk verstrikt raakt. Loop vastberaden de wedstrijd die voor je ligt.

Heer, help me om vastberaden de wedstrijd te lopen die voor me ligt. Help me om mijn ogen gericht te houden op Jezus en de moed niet op te geven.