God heeft mij gered

7 maart - dag 66

Tony Bullimore was een van de meest ervaren zeezeilers van Groot-Brittannië. Op zijn zesenvijftigste deed hij mee aan de Vendée Globe, een zeilrace om de wereld. Zijn twintig meter lange zeilschip, de Exide Challenger, kapseisde in de ijzige oneindigheid van de Zuidelijke IJszee. Er werd gevreesd dat hij dood was.

De kiel brak af in golven van meer dan vijftien meter hoog. De boot sloeg om. Men vreesde voor zijn leven. In zijn boek 'Saved' (Gered) beschrijft Tony Bullimore deze ervaring als de Niagarawatervallen, maar dan ondersteboven. Vier dagen lang zat hij opgesloten in een donkere, lawaaiige, natte, koude, omgekeerde wereld bij een temperatuur rond het vriespunt en te midden van vijftien meter hoge golven.

Hij was verschrikkelijk zeeziek en had slechts een halve meter lucht ter beschikking om adem te halen tussen het water en wat ooit de bodem van het schip was. Het dichtstbijzijnde land was meer dan 1.500 kilometer weg. Terwijl de beschikbare zuurstof langzaam maar zeker opraakte, bad hij dat hij gered zou worden.

Uiteindelijk kwam de koninklijke marine van Australië hem te hulp. Met behulp van moderne satellieten en surveillancemiddelen hield de Australische regering de vorderingen van alle zeiljachten in de gaten en stuurde een reddingsteam.

Na vier dagen hoorde Bullimore gebons op de zijkant van zijn schip. Na afloop zei hij dat hij de Australische marine nooit genoeg kon bedanken voor wat zij hadden gedaan. Ze hadden ongetwijfeld zijn leven gered. Zijn eerste woorden toen hij weer tevoorschijn kwam waren: “Goddank, het is een wonder.” Hij zei: “Het voelde alsof ik opnieuw geboren werd. Ik voelde me een nieuw mens. Alsof ik opnieuw tot leven was gebracht.”

Een journalist verwoordde het destijds als volgt: 'Een reddingsactie die slaagt tegen alle verwachtingen in, is het allerbeste verhaal. Het is pure en spontane vreugde.' Jezus heeft 'zichzelf gegeven (...) voor onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld' (Galaten 1:4a).

Als ik terugkijk op mijn leven, realiseer ik me dat God me vaak heeft gered. Als je in moeilijkheden zit, mag je erop vertrouwen dat God je zal redden.

Vertrouw erop dat God je zal redden

Het is soms heel moeilijk om op God te vertrouwen, vooral als alles in je leven verkeerd lijkt te gaan: je relatie, vriendschappen, werk, geldzaken, gezondheid of andere dingen. Davids gebed is een aansporing om God te vragen om je te redden en je vertrouwen op God te stellen.

Net als Tony Bullimore bidt ook David om redding: 'Neig Uw oor tot mij, red mij met spoed' (v.3a), '... ík vertrouw op de HEERE' (v.7b).

David zegt: 'In Uw hand beveel ik mijn geest' (v.6a). Vlak voordat Hij sterft, citeert Jezus deze woorden. Hij riep met luide stem: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest' (Lukas 23:46). Dit zijn woorden die getuigen van volmaakt vertrouwen.

In deze psalm zien we het resultaat van Gods liefde voor jou, waarvan de dood van Jezus het ultieme voorbeeld is. De Heer is:

Je schuilplaats
De psalm begint met de woorden: 'Tot U, HEERE, heb ik de toevlucht genomen' (Psalm 31:2a). Verderop zegt David: 'Trek mij uit het net dat zij heimelijk voor mij spanden, want U bent mijn kracht.' (v.5). Dit leven is vol beproevingen, valstrikken en verleidingen. In al deze situaties kun je terecht bij de Heer, Hij is je schuilplaats.
Je rots
David schrijft: 'Wees voor mij een sterke rots' (v.3b) en 'Want U bent mijn rots en mijn burcht! Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam.’ (v4). Je mag je laten leiden door God, door zijn Geest. Hij is je zekerheid op Wie je kunt vertrouwen.
Je redder
David bidt: 'Neig Uw oor tot mij, red mij met spoed,' (v.3a). Hierna beschrijft hij hoe God zijn ‘ellende’ ziet en de nood van zijn ziel kent (v.8b). Toch leverde God hem niet uit aan zijn vijanden (v.9a). Hij redde hem en deed ‘[zijn] voeten in de ruimte (...) staan’ (v.9b). Jezus biedt de ultieme redding. Hij geeft je voeten de ruimte.

Houd vurig van je redder

Jezus liefhebben is nog belangrijker dan de armen liefhebben. Sterker nog, het is onze liefde voor Jezus die overstroomt in liefde voor onze naasten, in het bijzonder voor de armen.

Dit soort liefde is de beweegreden achter de zalving van het lichaam van Jezus. Deze vrouw handelde uit dankbaarheid en liefde voor Jezus. Als je het zo bekijkt, was haar gebruik van de uiterst kostbare olie (waarschijnlijk een jaarsalaris waard) geen 'verkwisting' (14:4). Jezus was zich uiteraard bewust van wat de armen nodig hadden. Toch zei Hij dat het geld dat zij had gegeven geen verspilling was: 'zij heeft van tevoren Mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis.' (v.8).

Deze gulle daad zal nooit worden vergeten (v.9). In Jezus' optiek is niets van wat je geeft uit liefde voor Hem een verspilling (vv.7–8). Hij zal dat ook nooit vergeten (v.9). Hij ziet alles wat je uit liefde voor Hem geeft juist als 'een goed werk' (v.6). Elke gulle daad heeft iets moois.

Jezus verwijst naar zijn begrafenis en dat wijst erop dat de gebeurtenissen in zijn leven tot een hoogtepunt komen. Het is duidelijk dat Jezus het Pesachfeest (Pascha) heeft gekozen als achtergrond voor de laatste gebeurtenissen van zijn leven.

Dit feest wordt in dit gedeelte alleen al vijf keer genoemd (vv.1,12,14,15,16). Het is duidelijk dat Jezus begrijpt dat zijn dood vergelijkbaar is met het pesachlam dat moet worden geofferd (v.12). Het bloed van het pesachlam redde het volk van God van oordeel en dood. 'ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus' (1 Korinthe 5:7b).

Hier zien we nog meer bewijs dat Jezus Zichzelf beschouwde als de unieke Zoon van God. Als Hij praat over zijn terugkomst, zegt Hij: 'Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader.' (Markus 13:32).

Hoe dankbaar was Tony Bullimore zijn redders! Hij zei dat hij zijn dank nooit genoeg kon uitspreken. Hoeveel temeer zouden wij dan Hem niet liefhebben en danken die zijn leven voor ons heeft gegeven om ons te redden van de eeuwige dood.

Verwonder je over Gods wonderbaarlijke reddingsplan

God houdt zo veel van je dat Hij je redding heel nauwgezet heeft gepland. De redding van Tony Bullimore kostte enkele dagen planning en voorbereiding. Gods reddingsplan voor de mensheid vereiste natuurlijk heel wat meer planning, voorbereiding en aankondiging.

De voorschriften en regels voor 'onreinheid' klinken vreemd in onze moderne oren. Dat komt omdat ze voor ons niet meer gelden. Ze zijn vervuld en overbodig gemaakt door Jezus.

Grote Verzoendag (hoofdstuk 16) vormt de achtergrond voor de dood van Jezus. Paulus schrijft: 'Hem [Christus] heeft God aangewezen als middel tot verzoening' (Romeinen 3:25). De schrijver van Hebreeën zegt dat Jezus 'in alles aan Zijn broeders gelijk [moest] worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om de zonden van het volk te verzoenen.' (Hebreeën 2:17).

Het feit dat de hogepriester moest offeren voor zijn eigen zonden om toegang tot God te krijgen, is bewijs genoeg dat dat priesterschap niet toereikend was (Hebreeën 5:3; 7:27; 9:7; 9:11-15).

In het offer op Grote Verzoendag zien we een verbazingwekkende voorafschaduwing van het kruis: 'Aäron moet zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en al de ongerechtigheden van de Israëlieten belijden, al hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden. Hij moet die op de kop van de bok leggen en hem (…) de woestijn in sturen. Zo draagt de bok al hun ongerechtigheden op zich weg naar een onbewoond gebied.' (Leviticus 16:21-22a). Dit is de oorsprong van ons woord 'zondebok'.

Dit is een voorafschaduwing van jouw en mijn zonde die op Jezus worden 'gelegd' (zie Jesaja 53:4-6). Petrus schrijft over Jezus: 'Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout' (1 Petrus 2:24a). Hij is degene die onze zonden wegzendt 'zo ver het oosten is van het westen' (Psalm 103:12). Toen Johannes de Doper Jezus zag, zei hij: ‘... het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt’ (Johannes 1:29b).

Het resultaat hiervan is een geweldige verandering in jouw relatie met God. Dankzij Jezus kun jij nu elke dag het heiligdom binnengaan (Hebreeën 10:19-20). Je kunt vol vertrouwen naderen tot ‘de troon van de genade’, en weten dat je daar altijd welkom bent (4:16).