Word niet moe het goede te doen

15 oktober - dag 288

Martin Luther King zei: 'In sommige situaties stelt Lafheid de vraag: "Is het veilig?" Opportunisme stelt de vraag: "Is het slim?" Dan komt IJdelheid en vraagt: "Maakt het me populair?" Maar Geweten stelt de vraag: "Is het goed?"

Je leert iemand pas echt kennen op de moeilijke momenten, als hij of zij wordt geconfronteerd met problemen, crisis en controverse.'

In moeilijke omstandigheden op het werk het goede doen is een enorme uitdaging. In zijn boek Carrière met God schrijft Ken Costa, een Zuid-Afrikaanse bankier en christelijk filantroop: 'Er zijn goede en foute keuzes (...) allerlei andere bedachte woorden zoals 'ongepast' en 'contraproductief' zijn pogingen om het eenvoudige ethische feit te verdoezelen dat je dingen op de goede of op de verkeerde manier kunt doen.'

Als we in de pastorale zorg worden geconfronteerd met een moeilijk geval, moeten we onszelf als leiders van de gemeente eerst de vraag stellen: 'Waar doen we goed aan?' Pas daarna komt de tweede vraag: 'Hoe doen we dat op een zo pastoraal mogelijke manier?'

Natuurlijk doet niemand het altijd goed. We maken allemaal fouten. Ken Costa schrijft: 'We kunnen alleen wijzer worden als we leren van onze fouten. Mijn eerste baas, Siegmund Warburg, zei hierover: "Sommige mensen zeggen dat ze een illusie armer zijn, maar anderen zeggen dat ze een ervaring rijker zijn." '

In het gedeelte van het Nieuwe Testament voor vandaag schrijft Paulus aan de Thessalonicenzen: '... word niet moe het goede te doen' (2 Tessalonicenzen 3:13, GNB). Jezus koos niet voor de gemakkelijke of meest gewilde oplossing, maar Hij deed altijd het goede. Dit is een belangrijk principe dat als een rode draad door de hele Bijbel loopt.

Het goede doen is heel praktisch

Het goede doen betekent dat je alles wat niet goed is in je leven wegdoet: 'Doe het schuim van het zilver weg, en er zal een voorwerp voor de edelsmid uit komen. Doe een goddeloze weg van voor de ogen van een koning, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden' (vv.4-5). Hier volgen een paar praktische voorbeelden van hoe je rechtvaardig leeft:

Stel je bescheiden op
Je hoeft jezelf niet op de voorgrond te plaatsen. Het goede doen betekent dat je je bescheiden opstelt: 'Wees bescheiden als je bij de koning bent, ga niet op de plaats van belangrijke mensen zitten. Want het is beter dat de koning je naar voren haalt, dan dat hij je van je plaats wegstuurt' (vv.6-7, BGT).

Dit is precies wat Jezus zegt in een van zijn vergelijkingen (Lukas 14:8-11).

Ga altijd uit van het goede
'Als je denkt dat iemand een misdaad gepleegd heeft, ga dan niet te snel naar de rechter. Want stel dat die persoon het niet gedaan heeft, dan zal hij jou belachelijk maken' (Spreuken 25:7-8, BGT).

Beschaam nooit iemands vertrouwen
Doe het goede in de omgang met je naaste. 'Ga er niet te snel opuit om iemand aan te klagen' (v.8a). Als je uiteindelijk toch in de rechtszaal belandt, moet je altijd het goede doen en zeggen. 'Probeer een geschil met iemand zelf te regelen, maar vertel dan niet wat een ander je in vertrouwen heeft gezegd' (v.9, GNB).

Door het goede te doen verspreid je de boodschap

Paulus' voornaamste doel was dat het evangelie zo snel mogelijk zo veel mogelijk mensen zou bereiken: 'Bid dat het goede nieuws van de Here zich snel zal verspreiden en overal zo'n invloed zal hebben dat de mensen Hem gaan eren' (v.1, HB).

Hij bidt dat ze het goede blijven doen zodat dit doel bereikt kan worden: 'En wij vertrouwen van u in de Heere, dat u doet en ook doen zult wat wij u bevelen' (v.4). Hij zegt tegen hen: 'Want u weet zelf hoe men ons behoort na te volgen' (v.7a). Paulus wilde met zijn manier van leven zichzelf 'tot een voorbeeld (…) stellen om (…) na te volgen' (v.9). Hij spoort de Tessalonicenzen aan: 'word niet moe het goede doen' (v.13, GNB).

Bid voor je leiders
Mensen op leidinggevende posities hebben ons gebed nodig: 'Bid (…) dat wij verlost mogen worden van de slechte en boosaardige mensen. Want niet allen hebben het geloof.

Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken en bewaren voor de boze' (vv.2-3).

Wandel op de weg van de liefde
Paulus bidt: 'En de Heere moge uw harten richten op de liefde van God' (v.5a).

Geef nooit op
Hij bidt dat de Heer hun harten mag richten op de liefde van God en op 'de volharding van Christus' (v.5).

Het is niet genoeg als je af en toe het goede doet of alleen als je er zin in hebt. Nee, je moet doorzetten, verdragen en volharden tot het eind.

Steek de handen uit de mouwen
Doe niets waarmee je het evangelie in een kwaad daglicht stelt of benadeelt. Blijf niet met je armen over elkaar toezien hoe het leven aan je voorbij trekt. Volg het voorbeeld van Paulus en steek de handen uit de mouwen: 'U weet zelf dat u aan ons een voorbeeld kunt nemen: wij hebben bij u niet met de handen over elkaar gezeten, en ook niet op andermans zak geleefd. Nee, dag en nacht hebben we gesloofd en geslaafd om maar niemand van u tot last te zijn. (...) ons enige doel was onszelf aan u ten voorbeeld stellen' (vv.7-9, GNB).

We moeten elkaar terechtwijzen. Als mensen niet het goede doen moeten we ze niet als de vijand behandelen, maar ze terechtwijzen als broeders en zusters (v.15).

De Geest helpt je om het goede te doen

In een van de prachtigste profetieën in het Oude Testament voorziet Jeremia het nieuwe verbond (31:31). Het nieuwe verbond zal anders zijn dan het oude (v.32).

'Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken' (vv.33–34).

In het Nieuwe Testament wordt steeds weer naar deze verzen verwezen (zie bijvoorbeeld Lukas 22:20; 2 Korinthe 3:5-18 en Hebreeën 8:8-12). We zien in deze verzen een reeks geweldige beloften over dit 'nieuwe verbond' die vooruitwijzen naar Jezus:

God vergeeft je als je niet het goede doet
Dit nieuwe verbond is mogelijk gemaakt door het bloed van Jezus Christus. Tijdens het Laatste Avondmaal nam Jezus de drinkbeker en zei: 'Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt' (Lukas 22:20).

Dankzij het nieuwe verbond tussen God en de mensen waarover Jeremia sprak, kun jij een goede relatie met God hebben. Dat heeft Jezus bewerkstelligd met zijn bloed dat werd vergoten aan het kruis.

Al je zonden zijn vergeven (Jeremia 31:34d) door het bloed van Christus. Joyce Meyer schrijft: 'Wat je ook verkeerd hebt gedaan, je moet het opbiechten aan God en het loslaten. Hou op met jezelf te straffen voor dingen uit het verleden. God vergeeft je je fouten en vergeet ze; dan moet jij dat ook doen.'

Gods Geest helpt je om het goede te doen
Wij hebben het enorme voorrecht dat wij leven in het tijdperk van de Geest. Gods regels zijn niet in steen gegrift. God woont en werkt in jou, door zijn Geest, en geeft je een passie om te doen wat Hij wil ('Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven', v.33b). Hij laat je ervaren dat je een persoonlijke relatie met Hem hebt ('Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn' v.33c). We kunnen allemaal de Heer kennen (v.34).

God vraagt je om het goede te doen, ook als het niet eenvoudig is. Het goede doen betekent niet noodzakelijkerwijs dat je leven gemakkelijk is. Jeremia werd gevangengezet in het paleis van de koning. Zedekia sloot Jeremia op omdat hij ervoor koos het goede te doen (32:1-3).

We lezen over nog een voorbeeld waarin Jeremia het goede doet ondanks de omstandigheden (vv.6-8). God gaf hem de opdracht om een akker te kopen ondanks het feit dat de Babyloniërs op het punt stonden om Jeruzalem te veroveren. De akker zou waardeloos worden. Maar Jeremia gaf niet om geld. Het goede doen is belangrijker dan financieel gewin of succes.

Het feit dat Jeremia gehoorzaam was en het goede deed is nooit vergeten. In het evangelie van Mattheüs (27:5-10) lezen we over de 'akker van de pottenbakker' die wordt gekocht met het geld dat Judas had gekregen omdat hij Jezus verraden had. Dit is de vervulling van Jeremia's profetische actie.

Pippa's bijdrage

Jeremia 31:34c

'Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.'

Het is niet zo dat God een slecht geheugen heeft (zoals ik). Nee, God kiest ervoor om onze zonden te vergeten als we ze aan Hem opbiechten en Hem om vergeving vragen. De vijand probeert ons aan onze zonden te blijven herinneren. Maar ook wij moeten ervoor kiezen om ze te vergeten … en we moeten ervoor kiezen om de zonden van andere mensen te vergeten!