Share
Je dagelijkse mail van bijbeljaar.nl
 
Spreuken     Nieuwe Testament     Oude Testament
Het is al van jou
30 april - dag 120

Mijn grootouders van moeders kant woonden in een klein vissersdorp vlak bij Edinburgh in Schotland. Ze hadden daar een huis. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog verhuurden ze hun huis. Toen de oorlog was afgelopen wilden ze terug naar huis, maar dat kon niet. Huurders mochten volgens de toenmalige wet tot hun dood in het huis blijven wonen tegen dezelfde huur, zonder inflatiecorrectie.

Vijftig jaar lang konden mijn grootouders het huis dat hun eigendom was, niet betrekken. Mijn oom erfde het huis van mijn grootouders. Tegen de tijd dat hij het in bezit kon nemen, was het huis in abominabele staat. Hij verkocht het tegen een heel lage prijs.

Hoewel mijn familie eigenaar was van dit huis, hadden ze het nooit in bezit genomen. Er is een groot verschil tussen eigendom en bezit.

Het volk Israël had Kanaän, het Beloofde Land, in eigendom gekregen. Nu zegt Jozua tegen de Israëlieten: 'Wanneer neemt u nu eindelijk het land in bezit' (Jozua 18:3). Zoals we eerder hebben gezien wordt het 'land' in het Nieuwe Testament gebruikt als beeld voor het christelijk leven (Hebreeën 4). Besef wat je in Christus Jezus hebt gekregen en neem dit in bezit.
 
1. Het geschenk van rechtvaardigheid

Besef je dat God jou al rechtvaardigheid als geschenk heeft gegeven? Heb je dit geschenk aangenomen en je eigen gemaakt?

De schrijver van Spreuken stelt 'de onbetrouwbare' of 'goddeloze' tegenover 'de rechtvaardige' of 'eerlijke'. Onbetrouwbaarheid leidt tot de ondergang; '... wie onbetrouwbaar is, gaat aan zijn oneerlijkheid ten onder (...) een goddeloze legt voor zichzelf een hinderlaag' (11:3b,5b). Het belangrijkste is dat goddeloosheid teniet wordt gedaan door de dood: 'Wanneer een goddeloze sterft, gaat al zijn hoop verloren, van zijn rijkdom hoeft hij niets te verwachten' (v.7).

Daartegenover staat dat 'rechtvaardigheid redt van de dood' (v.4b). Dit is een van de argumenten die Petrus met Pinksteren gebruikt voor Jezus: rechtvaardigheid valt niet ten prooi aan de dood, '... want de dood kon zijn macht over hem niet behouden' (Handelingen 2:24).

Niemand is volmaakt rechtvaardig, behalve Jezus. Rechtvaardigheid betekent goede relaties met God en met andere mensen. Je ontvangt deze rechtvaardigheid als geschenk van God door geloof (Romeinen 3:22; Filippenzen 3:9), maar je moet het wel aannemen en het je eigen maken. Je moet ernaar leven.
In dit gedeelte zien we wat dit betekent:

  1. Wijsheid

    'Een goed mens spreekt woorden van wijsheid; de tong van een leugenaar zal worden afgesneden. Een oprecht mens weet het juiste woord te kiezen, uit de mond van een slecht mens komt alleen maar valsheid' (Spreuken 10:31-32, GNB).

  2. Bescheidenheid

    'Hoogmoed leidt tot schande, wijsheid kenmerkt wie bescheiden is' (11:2).

  3. Integriteit

    'Wie eerlijk leeft, heeft zijn onkreukbaarheid als gids, wie onbetrouwbaar is, gaat aan zijn oneerlijkheid ten onder (...) rechtvaardigheid redt van de dood' (v.3-4).

  4. Karakter

    'Wie rechtvaardig leeft, baant zich een rechte weg, een goddeloze legt voor zichzelf een hinderlaag (...) wie onbetrouwbaar is, raakt verstrikt in zijn begeerte' (v.5-6).
Heer, ik neem uw geschenk van rechtvaardigheid aan in geloof. Help me om wijs, bescheiden, oprecht en betrouwbaar te zijn.
2.  De gave van de Heilige Geest

Geniet je van alles wat Jezus mogelijk heeft gemaakt voor jou? Of voel je je nog schuldig en machteloos? Jezus is gekomen om jou vergeving, nieuw leven en de kracht van de Heilige Geest te geven. Neem aan wat al van jou is en wacht niet tot morgen.

In dit gedeelte zien we een opmerkelijke reeks namen voor Jezus. We hebben er eerder al een aantal gezien. Jezus is de 'Zoon van God' (vv.34,49), 'Rabbi' (v.38), 'messias (dat is Christus)' (v.41), 'de man (...) over wie Mozes in de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten spreken' (v.45), 'Koning van Israël' (v.49) en 'Mensenzoon' (v.51).

Ik wil er hier twee uitlichten die betrekking hebben op Jezus' dienst aan de wereld en aan God:

  1. Uitwisser van zonde

    Het bloed van het lam redde de Israëlieten van de slavernij en zorgde ervoor dat ze in vrijheid naar het beloofde land konden gaan (Exodus 11-15). Johannes zegt over Jezus: Hij is 'het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt' (Johannes 1:29). Als jij bij Jezus komt, neemt Hij je zonden weg. Vertrouw en geloof in de vergeving die Hij voor je heeft gekocht en neem deze aan. Verzet je tegen schuldgevoelens, schaamte en het gevoel dat je het niet waard bent. Je kunt elke dag proactief en praktisch kiezen om de vergeving aan te nemen die Jezus voor jou mogelijk heeft gemaakt.

  2. Doper met de Geest

    Johannes de Doper beschrijft Jezus als 'degene die doopt met de heilige Geest' (v.33). Jezus vult jou met zijn Heilige Geest. Dit heeft Jezus mogelijk gemaakt voor jou. Maar je moet dit prachtige geschenk dat God je heeft gegeven wel aannemen.

Jezus nodigde Filippus uit: 'Volg Mij' (v.44, HSV). Het Griekse woord voor volgen betekent niet alleen 'loop in mijn voetspoor', maar ook 'ga met mij mee'. Jezus nodigt jou ook uit. Hij wil een hechte, persoonlijke vriendschap met jou.

Jezus geeft je ook de kans om te doen wat Johannes de Doper deed, namelijk anderen naar Hem toe leiden. God heeft natuurlijk geen menselijke impresario nodig. Jezus kan het prima af zonder ons. Maar in dit gedeelte zien we hoe God mensen inzet. Hier is het niet alleen Jezus die mensen rechtstreeks tot Zich roept; ook zijn leerlingen roepen de mensen.

Ze brengen hun vrienden bij Jezus: Johannes de Doper nam Andreas mee (vv.35-36); Andreas op zijn beurt nam Petrus mee (v.41) en Filippus Natanaël (v.45). Natanaël was eerst nog wantrouwig, maar hij kwam toch en zag onmiddellijk dat Jezus echt de Zoon van God was (v.49).

De voormalige aartsbisschop van Canterbury, William Temple, heeft een toelichting geschreven bij het evangelie van Johannes. Over de woorden 'en hij (Andreas) nam hem (Simon Petrus) mee naar Jezus' (v.42a) schrijft hij een korte, memorabele zin: 'De grootste dienst die een mens een andere mens kan bewijzen.'

Simon Petrus zou een van de invloedrijkste mannen worden in de geschiedenis van het christendom. Misschien kun jij niet wat Petrus deed, maar je kunt wel doen wat zijn broer Andreas deed; je kunt iemand meenemen naar Jezus.

Of je kunt net als Filippus tegen je vrienden, familie en collega's zeggen: 'Kom maar mee, dan zul je het zien' (v.46b, BGT). Je kunt meehelpen aan Gods plan voor de mensen door ze uit te nodigen om mee te komen en het zelf te zien, zodat ze over Jezus horen en aan Hem gehoor geven.

In mijn ervaring is er niets mooiers in dit leven dan meehelpen aan het werk van Jezus. God betrekt ons, onvolmaakte mensen, in zijn goedheid bij zijn volmaakte plan.
Heer, help me vandaag om te genieten van uw vergeving en de volheid van het leven door de Heilige Geest die U mij schenkt. Help me om anderen mee te nemen naar U, om mensen uit te nodigen bij U te komen en het zelf te ervaren.
3. Het geschenk van je erfenis

Is er een deel van je leven waar je nog niet profiteert van je erfenis in Christus?

Het land was de erfenis van het volk van God (17:4,7; 18:7,20,27). 'Jozua zei tegen de Israëlieten: 'Hoe lang moet die besluiteloosheid nog duren? Wanneer neemt u nu eindelijk het land in bezit dat de HEER, de God van uw voorouders, u geschonken heeft?' (18:3).

Ook hier zien we weer het grote verschil tussen eigendom en bezit en profiteren van het land. Het volk Israël kreeg het land in eigendom voordat het er bezit van nam en ervan kon profiteren.

Als je Jezus volgt, word je zijn vriend. Je krijgt vergeving, rechtvaardiging en rechtvaardigheid van God en de Heilige Geest. Je wordt een kind van God. Je krijgt macht over zonde en toegang tot God. Je krijgt de overwinning over kwade machten. Je krijgt vrede met God. Je krijgt gezag over het kwaad in je leven en het leven van anderen. Al Gods beloften gelden ook voor jou. Dit is je erfenis in Christus.

Maar je neemt mogelijk niet de zegen van al deze dingen in je leven aan om er ten volle van te kunnen genieten. God zegt hier eigenlijk tegen zijn volk: “Beseffen jullie dan niet dat ik jullie dit allemaal heb gegeven. Waar wachten jullie nog op?”

Misschien heb je je leven aan Jezus gegeven. Maar heb je Hem ook toegestaan om elk deel van je leven in bezit te nemen: je geldzaken, werk, gebedsleven, vrienden, familie? Mijn ervaring is dat dit een levenstaak is.

Paulus schrijft dat je elke gedachte vast moet houden om Christus te gehoorzamen (2 Korintiërs 10:5). Bij bepaalde delen van je leven merk je het verschil direct. Bij andere kan het wat langer duren en geleidelijk gaan. Je moet elke mogelijke verzetshaard, hoe klein ook, uit de weg ruimen.

Net zoals Israël het land als geschenk kreeg van de Heer (Jozua 18:3), zo hebben jij en ik talrijke geestelijke zegeningen ontvangen in Jezus (Efeziërs 1:3). De vraag is: “Wanneer nemen jullie nu eindelijk deze geschenken aan?” (vergelijk Jozua 18:3).
Heer, dank U dat U mij in Christus hebt gezegend met allerlei geestelijke zegeningen. Help me vandaag om aan te nemen wat al van mij is door in Jezus te geloven.
Pippa's bijdrage

' 'Waar kent u mij van?' vroeg Natanaël. Jezus antwoordde: 'Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat.' '

Jezus ziet je, waar je ook bent en wat je ook doet. Hij kent jou.
Vers van de dag
Johannes 1:46b
'Kom maar mee, dan zul je het zien.'

 
Email
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.


Email Marketing door ActiveCampaign