Share
Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Het licht van God schijnt op jou

5 juli - dag 186

Na de angstaanjagende, gruwelijke en dodelijke terroristische aanslag tijdens haar concert in 2017, keerde Ariana Grande terug naar de Manchester Arena voor een concert dat ze de naam 'One Love Manchester' gaf. Marcus Mumford opende het concert met de woorden: 'Liefde verdrijft angst'. Tijdens het concert verklaarde Justin Bieber: “Ik laat de liefde niet los, ik laat God niet los. God is goed in donkere tijden. God staat er middenin. Hij houdt van jou. Hij wil er voor je zijn.” Het was als een helder licht middenin de duisternis.

De heilige Johannes van het Kruis sprak van 'de donkere nacht van de ziel'. Ik heb in mijn eigen leven donkere tijden meegemaakt. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament kende het volk van God donkere tijden. Ook de christelijke kerk heeft donkere perioden meegemaakt. Maar het licht van het evangelie is nooit gedoofd. Het licht van Jezus zal altijd sterker zijn dan de duisternis (Johannes 1:5). Jij draagt dat licht binnenin je door de Heilige Geest. Overal waar je komt kun jij een licht laten schijnen dat sterker is dan de duisternis om je heen.

 
Het licht van God

Kardinaal Raniero Cantalamessa is onder andere bekend vanwege zijn stralende glimlach. Zijn gezicht straalt als een licht, vooral als hij lacht. In de woorden van Moeder Theresa: “Een lach is het begin van de liefde.”

Wat een wonder is het licht van Gods gelaat dat je welwillend aanziet. God is niet alleen bij je, maar je mag je ook koesteren in zijn gunst. De psalmdichter bidt:

'Laat uw licht over ons schijnen, dan zullen wij bevrijd worden' (v.20b, HB).

Het volk Israël bevond zich duidelijk in een donkere periode. De 'wijnstok' (vv.9,15) staat voor het volk Israël. God leidde het volk Israël uit Egypte. Hij zorgde voor hen als voor een wijnstok.

Maar nu waren de muren van de wijngaard vernield (v.13a). Het lijkt alsof de wijnstok is weggehakt en verbrand (v.17a). 'Voorbijgangers plukken hem leeg (...) velddieren vreten hem kaal' (vv.13b-14, NBV). De mensen hebben het zwaar.

De psalmdichter schreeuwt het uit tot God: 'behoud ons in het leven, dan zullen wij Uw Naam aanroepen. HEERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden' (vv.19-20).

Als we kijken naar de staat van de kerk in dit land, dan zien we dat haar muren zijn vernield. Het is treurig met haar gesteld. Maar God heeft zijn volk in het verleden geholpen en weer doen opbloeien. Dat kan Hij ook vandaag weer doen. Vraag God om wederopbloei.

Heer, wij bidden U om een opleving. Vervul uw volk met uw Heilige Geest. Laat de kerken zich weer vullen met mensen die Jezus met hun hele hart willen dienen. Laat uw licht over ons schijnen.
Het licht van het evangelie

Overal waar hij kwam bracht Paulus 'het licht van het evangelie'. Maar het was niet voor iedereen zichtbaar. Hij schreef: 'de ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is' (2 Korintiërs 4:4, NBV).

Paulus bevond zich in een donkere periode van zijn leven. Hij zat gevangen en moest terechtstaan. De aanklager, Tertullus, is het toonbeeld van een kruiperige jurist. Hij paait de stadhouder: 'Excellentie, u hebt ervoor gezorgd dat ons volk in vrede en rust kan leven' (Handelingen 24:2c, HB).

Na deze vleierij vervolgt hij met valse beschuldigingen aan het adres van Paulus, waarbij hij suggereert dat 'deze man een pest is en iemand die oproer verwekt onder al de Joden in heel de wereld, en een vooraanstaand persoon is binnen de sekte van de Nazarenen' (v.5). Hij noemt het christelijk geloof een 'sekte' (v.5), net zoals veel mensen de kerk tegenwoordig denigrerend een 'sekte' noemen.

Paulus verdedigt zich (v.10 e.v.). Hij weerlegt specifieke aantijgingen en ontkent wat niet waar is en geeft toe wat wel waar is. Hij geeft toe dat hij een volgeling van Jezus is ('de Weg', v.14). Hij licht toe wat er is gebeurd tijdens zijn verhoor voor het Sanhedrin (v.21). (Het is soms nuttig om de feiten boven tafel te krijgen.)

Paulus toont de rechtzinnigheid van zijn overtuigingen aan. Hij aanbidt de God van zijn voorouders (v.14a). Hij gelooft alles wat er in de Schriften staat (v.14b). Hij deelt de Joodse hoop en verwachting van de opstanding (v.15). Hij verklaart dat hij alles gelooft wat in overeenstemming is met de Wet en wat in de Profeten staat geschreven en dat hij net als de Farizeeën hoopt en verwacht 'dat er een opstanding van de doden zal zijn van zowel rechtvaardigen als onrechtvaardigen' (v.15). Hij verwijst naar zijn zuivere geweten (v.16), zijn 'liefdegaven aan zijn volk' (v.17) en zijn onschuld (v.18).

Zijn rechter, Felix, was niet noodzakelijkerwijs van kwade wil, maar hij was zwak en besluiteloos en had politieke beweegredenen. Hij wilde niet een onschuldige man veroordelen, maar had ook niet de moed om hem vrij te spreken. Zoals een zwakke rechter doet als hij niet weet wat hij moet, verdaagt hij de zitting (v.22).

Hij hield Paulus twee jaar gevangen in de hoop dat Paulus hem smeergeld zou aanbieden. Zelfs toen er een nieuwe stadhouder werd aangesteld en er niets aan Paulus te verdienen viel, liet Felix hem nog niet vrij uit politieke overwegingen (v.27). Hij probeerde onder een beslissing uit te komen door deze uit te stellen.

Maar geen beslissing nemen is ook een beslissing. We kunnen onze verantwoordelijkheid niet ontlopen door besluiteloosheid. Besluiteloosheid is de beslissing om niets te doen. Het is een beslissing om alles bij het oude te laten. Het is een beslissing met consequenties.

Paulus nam elke gelegenheid te baat om het licht van het evangelie te laten schijnen. Hij sprak over het geloof in Jezus Christus wanneer hij maar kon (v.24).

Heer, help ons om elke gelegenheid aan te grijpen. Als de mensen zich tegen ons keren, ons vals beschuldigen en tegenwerken, laat ons dan elke gelegenheid aangrijpen om het licht van het evangelie te laten schijnen in de duisternis, net als Paulus.
Het licht van de jeugd

Elk jaar zijn er verschillende christelijke zomerfestivals voor jonge mensen. Alleen al in Groot-Brittannië gaan er tienduizenden naar deze jongerenfestivals. Pippa en ik waren eens te gast op een van deze bijeenkomsten. Het was zo geweldig om het geloof, passie en enthousiasme van deze jonge mensen te zien. Het is een heel hoopvol teken voor de toekomst. Het is een helder licht aan de horizon. Hoe slecht het er ook uitziet, er is hoop dat de komende generatie het beter zal doen.

Als je het gevoel hebt dat de wereld om je heen donker is, kun je in dit gedeelte lezen dat er in het verleden ook hele slechte perioden zijn geweest, of zelfs slechtere.

Dit was weer zo'n duistere periode voor het volk Israël. Er vonden afschuwelijke dingen plaats, zoals de slachting van zeventig prinsen wier hoofden op twee hopen ten toon werden gesteld bij de poorten van de stad (10:7-8). En er waren nog meer massamoorden (v.17). Jehu werd geprezen omdat hij zich niet gedroeg als de slechtste koningen van Israël, koning Achab. Jehu roeide de eredienst voor Baäl uit in Israël.

Maar hij brak niet met de zondige praktijken van koning Jerobeam, die gouden kalveren aanbad (v.29). 'Maar Jehu wandelde niet nauwlettend en met heel zijn hart in de wet van de HEERE, de God van Israël; hij week niet af van de zonden van Jerobeam, die Israël deed zondigen' (v.31a).

In Juda leek het niet beter te gaan. Atalja probeerde de hele koninklijke familie uit te moorden (11:1). Maar God beschermde Joas, net zoals hij Mozes en Jezus had beschermd: 'Maar Joseba (…) nam Joas (…) En zij verborgen hem voor Athalia, zodat hij niet gedood werd. Hij bleef zes jaar met haar verborgen in het huis van de HEERE, terwijl Athalia over het land regeerde' (vv.2-3).

Later 'leidde de hogepriester de koningszoon naar buiten, zette hem de hoofdband op en overhandigde hem de kroningsakte. Zo werd hij tot koning uitgeroepen en gezalfd, terwijl alle aanwezigen in hun handen klapten en riepen: 'Leve de koning!'' (v.12, NBV). Hierna nam de koning plaats op de troon. 'De hele bevolking van het land was blij en de stad bleef rustig, nadat zij Athalia bij het huis van de koning met het zwaard gedood hadden' (vv.19-20).

Joas was pas zeven toen hij koning werd (v.21), maar deze jongen bracht hoop voor de toekomst (zie 2 Koningen 12 en 2 Kronieken 24), zoals jonge mensen vaak hoop brengen. Ook deze keer zorgde God ervoor dat er een licht in de duisternis bleef schijnen.

Heer, dank U voor de kinderen en jongeren in onze kerk en de hoop die zij bieden. Dank U voor organisaties voor en door jongeren overal ter wereld en het licht dat zij brengen. Dank U Heer, dat U altijd uw licht laat schijnen, al is het nog zo donker, en dat Uw licht over ons schijnt.
Pippa's bijdrage
'Maar Jehu wandelde niet nauwlettend en met heel zijn hart in de wet van de HEERE, de God van Israël.'

Het is zo moeilijk om je altijd met heel je hart en ziel ergens voor in te zetten. Wat zou Jehu voor God betekend kunnen hebben als hij dat wel had gedaan? We moeten eerst God en zijn koninkrijk blijven zoeken.

Vers voor vandaag
Psalm 80:20

'HEER, (…), toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.


Email Marketing door ActiveCampaign