Bidden met kracht

21 november - dag 325

Ik werd gebeld door iemand van onze kerk. Hij wilde dat ik bad voor zijn vrouw die plotseling in het ziekenhuis was opgenomen voor een operatie.

Toevallig had ik net een afspraak in datzelfde ziekenhuis voor een injectie in mijn schouder. Ik had al bijna twee jaar een zogenoemde frozen shoulder. Maar de laatste paar dagen was het plotseling veel beter gegaan. Ik legde de arts uit wat er was gebeurd. Hij keek me aan en zei: “Dat is een wonder!” Ik vroeg: “Kan een frozen shoulder dan niet vanzelf overgaan?” Steeds weer zei hij: “Nee, het is een wonder.” Dit was een niet-christelijke dokter die mij, een nogal ongelovige dominee, probeerde te overtuigen dat mijn genezing alleen kon worden verklaard door de bovennatuurlijke kracht van God!

Ik dankte hem hartelijk voor de bemoediging van mijn geloof aangezien ik even later moest bidden in het ziekenhuis. In de gang liep ik langs een medewerker van het ziekenhuis die (best wel hard) liep te zingen: “Leg uw handen op de zieken en zij zullen genezen worden.” Ik zei: “Dat is precies wat ik ga doen.” Hij keek me geschokt en verbijsterd aan. Ik zag er kennelijk niet uit als iemand die dat zou kunnen geloven.

Ik ging naar boven om te bidden voor de vrouw en legde uit waarom ik zo vol geloof was. Ze zei toen tegen me dat ze net Jakobus 5 zat te lezen (het gedeelte voor vandaag) waar staat: 'Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden (...) Het gelovige gebed zal de zieke redden' (Jakobus 5:14-15a). De Heer had (zelfs voor mij) genoeg tekenen laten zien om te bidden in geloof. De Heilige Geest kwam over haar met grote kracht. Ze werd niet direct genezen (hoewel het nu wel beter met haar gaat), maar het gaf mij meer inzicht in 'bidden in geloof'.

Watchman Nee schreef: 'Onze gebeden leggen de rails waarover de kracht van God kan rijden. Zijn kracht is onweerstaanbaar, als een machtige locomotief, maar kan niet bij ons komen zonder rails.'

Hoe bid je met kracht?

Psalm 130:1-8

1. Bid uit de grond van je hart

Heb je wel eens het gevoel gehad dat je in een heel diepe put zat? Heb je je wel eens wanhopig gevoeld (v.1, BGT)? De psalmdichter schrijft: 'Uit de diepte roep ik tot u, HEER, Heer, hoor mijn stem, wees aandachtig, luister naar mijn roep om genade' (vv.1-2).

Jouw gebeden en Gods genade zijn als twee emmers in een put. Als de ene naar beneden gaat, komt de andere omhoog.

In dit gebed klinkt oprechte wanhoop door. Je moet je problemen niet bagatelliseren; erken liever dat je afhankelijk bent van Gods hulp.

Vertrouw op Gods genade en vergeving:
'HERE, als U al onze zonden blijft onthouden,
kunnen wij immers niet blijven leven?
Maar ik weet dat U vergeeft' (vv.3-4a, HB).

Als God onze zonden niet bijhoudt, moet jij ook geen 'lijst' bijhouden met alles wat andere mensen je misdaan hebben. Liefde 'rekent het kwaad niet aan' (1 Korintiërs 13:5).

Je hoeft je leven niet keurig netjes op orde te hebben om naar God toe te kunnen gaan. Hij wil je hartenkreet horen.

Hoe wanhopig het er ook uitziet, je mag erop vertrouwen dat God je zal helpen (Psalm 130:7, BGT). Leg je vraag neer bij God. Wacht geduldig (v.5) en vertrouw op zijn goedheid en liefde (v.7, HB).

Heer, uit de diepte roep ik tot U om genade en hulp. Dank U voor uw vergeving, uw goedheid en uw liefde.

Jakobus 5:1-20

2. Bid onder alle omstandigheden

Als we vertrouwen op andere dingen dan God, dan kan dit de kracht van God in ons leven in de weg staan. Op een bepaalde manier zijn geloof en welvaart als olie en water. Ze zijn moeilijk te mengen en gaan niet vaak samen.

Er is op zich niets mis met het hebben van geld. Maar welvaart brengt grote spirituele gevaren met zich mee, zoals arrogantie, hebzucht, losbandigheid en gebrek aan aandacht voor de behoeften van anderen (vv.1-6).

Het grootste gevaar voor de rijken (en dat zijn de meesten van ons in de westerse wereld) is dat we vertrouwen op onze welvaart in plaats van op God (1 Timoteüs 6:17). Hoe zou het komen dat er veel meer wonderbaarlijke genezingen zijn in de armere delen van de wereld? Misschien is welvaart een potentiële belemmering voor geloof, waardoor we ons vertrouwen op de verkeerde dingen of mensen stellen. Je wordt opgeroepen om je vertrouwen te stellen op Hem die je alles geeft wat je nodig hebt en om onder alle omstandigheden te bidden.

De lezers van deze brief hebben het duidelijk zwaar. Jakobus bemoedigt hen en spoort hen aan om geduldig te zijn en moed te houden (Jakobus 5:8). Hij noemt Job als voorbeeld van iemand die geduldig was ondanks zijn lijden en standhield (v.11a). Hij herinnert hen eraan dat de Heer 'liefdevol en barmhartig' is (v.11b).

Bid onder alle omstandigheden:

Als je pijn hebt
'Als een van u het moeilijk heeft, laat hij bidden' (v.13a).
Er wordt wel gezegd dat mensen het heel moeilijk vinden om te bidden als ze het makkelijk hebben, maar het makkelijk vinden om te bidden als ze het moeilijk hebben.

Als je vrolijk bent
'... is hij vrolijk, laat hij een loflied zingen' (v.13b).Augustinus zei dat de gedachte aan God een mens zo diep roert dat hij niet anders kan dan God loven en prijzen.

Als je ziek bent
'Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen' (v.14a).
God geneest vaak in samenwerking met de medische wereld. Maar je mag ook vandaag verwachten dat God wonderbaarlijk geneest.

Als je gezondigd hebt
Er is geen direct verband tussen zonde en ziekte. Maar we kunnen de mogelijkheid van een verband niet uitsluiten. Jakobus zegt hier: 'Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden. Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen' (vv.15b-16a).

Elkaar onze zonden opbiechten en voor elkaar bidden helpt bij het proces van genezing en herstel. Als dingen in ons leven verborgen blijven, kunnen ze een verwoestende kracht hebben. Als we ze in de openheid brengen, worden we bevrijd. Dit betekent niet dat je alles aan de grote klok moet hangen. Ga op zoek naar ten minste één persoon die je kunt vertrouwen en bij wie je volkomen eerlijk en kwetsbaar kunt zijn en vertel hem of haar waar je mee zit.

Gebed is krachtig en mist zijn uitwerking niet. Jakobus benadrukt dit aan de hand van het voorbeeld van Elia. Hij was beroemd om het feit dat hij met zijn gebed het weer kon sturen en een periode van droogte had veroorzaakt en beëindigd. En toch, zegt Jakobus, was hij een mens als wij (v.17). Met andere woorden, wat Elia kon, kan jij ook!

Heer, dank U dat U mijn gebeden hoort. Vandaag bid ik ...

Ezechiël 40:1-49

3. Bid met open ogen en open oren

Bidden is geen monoloog. Het is een tweegesprek. God praat tegen je terwijl je bidt.

Ezechiël zegt: 'Op een dag voelde ik opeens de macht van de Heer' (v.1a, BGT). Hij werd geroepen als profeet en prediker. In meerdere of mindere mate is dit de roeping van iedereen die in Jezus gelooft. We zien wat dit inhoudt:

n' (v.4, WV)
'Kijk goed naar alles wat ik je laat zien' (v.4, BGT) met de ogen van de Geest. De Amerikaanse evangelist D.L. Moody zei: 'Een christen op zijn knieën ziet meer dan een filosoof op het puntje van zijn tenen.'

Luisteren: 'spits uw oren' (v.4, WV)
'... luister naar alles wat ik [God] tegen je zeg' (v.4, BGT). In je tweegesprek met God is wat Hij tegen jou zegt belangrijker dan wat jij tegen Hem zegt.

Aandacht: 'schenk aandacht' (v.4, WV)
De Franse filosofe Simone Weil schreef: 'Aandacht is de zeldzaamste en puurste vorm van vrijgevigheid.' Dit geldt voor alle relaties, ook voor je relatie met God.

Vertellen: 'Alles (...) moet je (...) vertellen' (v.4)
Alleen kijken en luisteren is niet genoeg. We moeten gehoorzamen. Wees bereid om te zeggen wat God je opdraagt.

Ezechiël kreeg een visioen van een nieuwe tempel. Dit is een voorspellend beeld dat symbolisch bedoeld is. In dit opzicht lijkt het op de stad in Openbaring 21:16. Het heeft een bepaalde symmetrie en volmaaktheid.

Het hart van de tempel is een ruimte waar de priesters 'in de nabijheid van de HEER (...) komen om hem te dienen' (Ezechiël 40:46). In het Oude Testament was de nabijheid van de Heer voorbehouden aan een kleine groep uit een kleine stam.

Vandaag kun jij, door het bloed van Christus, bij de Heer komen om Hem te dienen (Efeziërs 2:13). Dat is een geweldig en groot voorrecht. Gebruik je ogen en oren en richt al je aandacht op wat God tegen je zegt (v.4, GNB). Heb de moed om te spreken en het geloof om in geloof te bidden. Jij bent een zeer geliefd kind van God. Je gebed heeft kracht.

Heer, dank U voor de bijzondere kracht van gebed. Wilt U vandaag tegen me praten als ik bij U kom?