Je kunt vertrouwen op God

Heb je zelfvertrouwen? Zo ja, waar komt dat vertrouwen vandaan? Is het gebaseerd op wat je doet of wat je hebt? Is het gebaseerd op je opleiding, je uiterlijk, je atletische vermogens of iets anders wat je goed kunt? Is het gebaseerd op wat andere mensen van je vinden? 

Er is niets mis met deze dingen. We mogen zelfvertrouwen hebben, maar uiteindelijk moet ons vertrouwen gevoed worden door 'de Heer'. Het is heel goed mogelijk om zonder een van de bovengenoemde dingen toch vertrouwen te hebben.

De schrijver van Spreuken zegt: ‘Je kunt vertrouwen op de HEER’ (3:26a, NBV21). Waar je in gelooft, is een persoon: 'de Heer'. God is de enige persoon die je volledig en in alles kunt vertrouwen. Dit volkomen vertrouwen verandert je hele manier van leven. Het geeft je:

1. Wijsheid
   Een dwaas vertrouwt op zichzelf. Maar mensen die op de Heer vertrouwen, zijn wijs: 'Wees wijs en denk goed na bij alles wat je doet. Dan zul je een goed en gelukkig leven hebben' (vv.21-22, BGT). Wijsheid, bedachtzaamheid en onderscheidingsvermogen zijn het resultaat van een hechte band met God.

2. Vrede
   Succes in je werk, rijkdom en roem stellen niet veel voor als je geen vrede hebt. Vrede krijg je door een goede band met God. Een zuiver geweten is het zachtste kussen: 'Als je neerligt, zul je niet angstig zijn, je zult neerliggen en je slaap zal aangenaam zijn. Wees niet bevreesd voor plotselinge angst' (vv.24-25a). Wat er ook gebeurt, je kunt erop vertrouwen dat God bij je is en dat Hij alles in de hand heeft.

3. Goedheid
   'Als je iemand ergens mee kunt helpen, doe dat dan ook. En geef hem waar hij recht op heeft' (v.27, BGT). Van ons wordt verwacht dat we elke gelegenheid om goed te doen aangrijpen. Als we iemand kunnen helpen, moeten we dat direct doen (v.28).

4. Liefde
   'Als iemand jou vertrouwt, moet je hem niet slecht behandelen' (v.29, BGT). Vertrouwen op God leidt tot liefde voor je naaste.

5. Vertrouwelijkheid
   '... met de oprechten gaat Hij vertrouwelijk om.' (v.32b). Als wij ons vertrouwen stellen op de Heer, geeft Hij ons zijn vertrouwen. Dit is een prachtig beeld van vertrouwelijkheid met God.
   
   
6. Nederigheid
   '... zachtmoedigen zal Hij genade geven' (v.34b). Als je vertrouwen voortkomt uit je vertrouwen in God, heb je geen reden om hoogmoedig te zijn. God belooft je genade, gunst en eer (vv.33-35).

Jezus zegt: 'Als u geloof had en niet twijfelde (...) dan zou het gebeuren' (v.21). Het antwoord is: 'geloof (...) geloof (...) geloof' (vv.22,25,32). Dit ene woord verbindt deze drie, in andere opzichten schijnbaar verschillende, gedeelten.

1. Voed je geloof en je twijfels komen om van de honger
   Jezus zegt: 'En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen.' (v.22). 'Luister goed naar mijn woorden: Als je gelooft en niet twijfelt, dan kun je een boom laten verdorren. Sterker nog, dan kun je tegen die berg daar zeggen: "Kom van je plaats en laat je in de zee vallen." En dan zal dat gebeuren' (v.21, BGT).
   
   Probeer het vandaag. Vraag, geloof en vertrouw op God.
   
   
2. Laat je geloof zien in wat je doet
   De vijgenboom doet niet wat hij zou moeten doen, namelijk vrucht dragen (vv.18-19). De tweede zoon in de gelijkenis doet ook niet wat hij moet doen, namelijk zijn vader gehoorzamen (vv.28-31). Zo doen ook de religieuze leiders niet wat ze moeten doen, namelijk geloven in Jezus. (vv.23-27)
   
   In plaats daarvan trekken ze zijn gezag in twijfel en vragen Hem: 'Met welke bevoegdheid doet U deze dingen? En wie heeft U deze bevoegdheid gegeven?' (v.23). Jezus beantwoordt deze vraag met een wedervraag naar de oorsprong van de doop van Johannes. Met deze vraag laat Hij zien dat de geestelijk leiders ook Johannes de Doper niet vertrouwden. Ze overleggen met elkaar: 'Als we zeggen: 'Uit de hemel', dan zal hij tegen ons zeggen: 'Waarom hebt u hem dan niet geloofd?' ' (v.25).
   
   Hun geloof draait om ideeën en discussies en gaat voorbij aan de persoon om wie het geloof gaat: Jezus.
   
   
3. Ga het koninkrijk van God binnen door het geloof
   Jezus zet de geestelijk leiders die niet geloven tegenover de tollenaars en hoeren die zich bedachten en geloofden (v.32).
   
   Tollenaars en prostituees werden beschouwd als uitschot ('oplichters en hoeren', v.32, HB) en toch zegt Jezus dat zij als eersten het koninkrijk van God zullen binnengaan omdat velen van hen in Hem geloofden.
   
   Is het je opgevallen hoe vaak schijnbaar 'oprechte' mensen niets met Jezus hebben? Ze zien eenvoudigweg niet in waarvoor ze Hem nodig zouden hebben. Aan de andere kant sta ik vaak versteld van de openheid en geestelijke honger van gevangenen en ex-gevangenen. Pas toen ik in gevangenissen kwam, heb ik me gerealiseerd waarom Jezus zo graag omging met mensen aan de randen van de samenleving. Juist zij staan vaak het positiefst tegenover Jezus.
   
   Er is hoop voor iedereen. Zelfs als je in het verleden veel verkeerd hebt gedaan, kan niets van wat je hebt gedacht, gezegd of gedaan je buiten het bereik van het koninkrijk van God brengen. Net als de eerste zoon in de gelijkenis hoeven we alleen maar tot inkeer te komen, spijt te hebben en te doen wat onze vader zegt (v.29). Toon berouw en geloof in Jezus.

Als ik de Bijbel lees, ben ik meestal op zoek naar bemoediging. Ik sla verzen als 'Zij rukken een weeskind van de borst, en van een ellendige nemen zij onderpand.' (Job 24:9) liever over. Het is verschrikkelijk dat dit vandaag de dag nog steeds gebeurt. Kinderen worden ontvoerd en verkocht aan bordelen. Kinderen, vrouwen en mannen worden als slaaf misbruikt. Ik ben ervan overtuigd dat ik dit afschuwelijke onrecht moet proberen te bestrijden met alle middelen die ik tot mijn beschikking heb.