Share
Je dagelijkse mail van bijbeljaar.nl
 
Psalm   Nieuwe Testament     Oude Testament
Gods barmhartige hand
23 april - dag 113

Volgens Woody Allen is het leven voor tachtig procent 'er gewoon zijn'. Een groot deel van het leven bestaat uit de omstandigheden waarin we ons bevinden, de dingen die ons overkomen. Onze ouders, onze genen, het weer, onze regering en een groot deel van onze opleiding zijn allemaal dingen die ons voor ons gevoel 'overkomen'. In de Griekse grammatica wordt dit soort dingen uitgedrukt in de lijdende of passieve vorm. Maar we kunnen er ook voor zorgen dat dingen gebeuren. Als ik actie onderneem en iets doe, wordt dit uitgedrukt in de bedrijvende of actieve vorm.

Maar in het Grieks is er nog een derde vorm, de medium vorm. Deze vorm is niet actief en niet passief. Als je de medium vorm gebruikt, heb je deel aan de resultaten van een actie.

Gebed wordt uitgedrukt in deze medium vorm. Gebed kan geen actieve vorm hebben, omdat het niet een actie is die je in de hand hebt. Dat zou een heidense kijk op gebed zijn: wij zorgen ervoor dat onze goden doen wat we vragen met bezweringen en rituelen. Gebed is ook niet passief, want ik geef me niet passief over aan de onpersoonlijke en door het noodlot bepaalde wil van goden en godinnen. In het christelijk gebed neem je deel aan een handeling die door een ander is begonnen, namelijk je scheppende en reddende Heer. En je hebt deel aan de resultaten van zijn barmhartige daden.
Op een bepaalde manier bestaat het hele leven van een christen uit bidden. We verwelkomen Gods barmhartige hand in ons leven en we hebben deel aan wat Hij doet in de wereld. God maakt jou deel van zijn plannen. Hij zou het natuurlijk ook alleen kunnen doen, maar Hij kiest ervoor om jou erbij te betrekken. Hij geeft je vrijheid, maar houdt Zelf de touwtjes in handen.
 
1. God zal je redden

Heb je het moeilijk? Iets op je werk? Relatieproblemen? Problemen met je gezondheid? Geldzorgen?

God heeft het gezag over zijn universum: 'De God der goden, de HEERE, spreekt, en roept de aarde, vanwaar de zon opkomt tot waar hij ondergaat' (v.1, HSV).

Hij is de baas over alles. We kunnen vechten en worstelen om ons kleine plekje en onze eigendommen, maar als puntje bij paaltje komt is alles van God: 'Mij behoren de dieren van het woud, de beesten op duizenden bergen' (v.10).

Hij is niet afhankelijk van mensen: 'Had ik honger, ik zou het je niet zeggen, van mij is de wereld en wat daar leeft' (v.12).

Toch geeft Hij jou in zijn barmhartigheid ook een rol.

  • God danken

    'Breng God een dankoffer' (v.14a).

  • God aanroepen

    'Roep mij te hulp in tijden van nood' (v.15a).

  • God eren

    '... ik zal je redden, en je zult mij eren' (v.15b).

Psalm 50:15 is een vers waar ik steeds weer bij terugkom. Ik heb de Heer te hulp geroepen 'in tijden van nood'. Als ik terugkijk, sta ik er versteld van hoe vaak God mij gered heeft met zijn barmhartige hand.
Heer, ik wil U uit de grond van mijn hart bedanken voor alle gebeden die U hebt verhoord. Heer, ik vraag U nu om mij nogmaals te hulp te komen en te redden...
2.  Het heeft zin om te bidden

Kom je wel eens in de verleiding om jezelf te vergelijken met andere mensen?

Ik vind het bemoedigend om te lezen dat de leerlingen van Jezus vaak met dezelfde dingen worstelden als wij. Ze maakten ruzie met elkaar over wie van hen de belangrijkste was (v.24). Het is altijd verleidelijk om jezelf te vergelijken met andere mensen. Je kunt dan hoogmoedig worden en denken dat je het beter doet. Of je kunt jaloers, afgunstig en onzeker worden als je denkt dat je het minder goed doet.

Jezus laat zien dat de waarden in het koninkrijk haaks staan op die van de wereld: 'In deze wereld doen de koningen en heersers met hun onderdanen wat ze willen. En de onderdanen moeten het maar goed vinden. Maar onder jullie mag dat niet zo zijn. Wie van jullie het meeste dient, zal je leider zijn (...) Ik ben jullie Dienaar (vv.25-27, HB).

Als we kijken naar de rollen die de verschillende personen in dit drama hebben, zien we dat in de Bijbel zowel voorbestemming (God heeft alles van te voren gepland) als de vrije wil een rol spelen. Dit is een mysterieus spanningsveld in de Schriften. Het is goed om pogingen van mensen om dit mysterie op de een of andere manier te verklaren met enige achterdocht te bekijken. In dit gedeelte zien we drie voorbeelden van deze spanning in de praktijk:

  • Judas

    Dit is een angstaanjagende beschrijving van de manier waarop het kwaad te werk gaat. Niemand is volledig bestand tegen verleiding. Judas is een van de twaalf door Jezus uitgekozen leerlingen en toch wordt hij overmand door Satan (v.3).

    Jezus zegt dat dit alles van te voren bekend was en zelfs was voorbestemd: 'Want de Mensenzoon moet heengaan zoals het voor hem bepaald is' (v.22a). Maar het feit dat het van te voren bekend was en was voorbestemd, ontslaat Judas niet van zijn verantwoordelijkheid: 'Maar wee de mens die hem zal uitleveren' (v.22b).

    De paradox is dat het weliswaar 'was bepaald', maar dat Judas toch vrij was in zijn keuzes. Judas handelde uit vrije 'wil'. Toen hem geld werd geboden om Jezus te verraden, 'nam [Judas] hun aanbod aan en zocht een gunstige gelegenheid om Jezus aan hen uit te leveren' (v.6).

  • Simon Petrus

    Dezelfde 'Satan' die bezit had genomen van Judas (v.3), wilde ook Petrus zeven als graan (v.31).

    Petrus was vol vertrouwen dat hij Jezus niet in de steek zou laten: 'Heer, ik ben zelfs bereid om met u de gevangenis in te gaan en te sterven' (v.33). Jezus wist dat Petrus Hem in de steek zou laten: 'Ik zeg je, Petrus, deze nacht zal de haan niet kraaien voordat je driemaal geloochend hebt dat je mij kent' (v.34).

    Maar als het er echt op aankomt, wint zijn geloof. Jezus zei: 'Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken' (v.32a). Hier zien we dat in deze bijzondere paradox tussen voorbestemming en vrije wil gebed het verschil maakt. Waarom en hoe het werkt zullen we wel nooit begrijpen. Maar het voorbeeld van Jezus laat zien dat het echt werkt. Je gebed heeft zin.

  • Jezus

    Het meest sprekende voorbeeld van deze paradox tussen voorbestemming en vrije wil zien we in het leven en de dood van Jezus. Jezus zegt: 'De Mensenzoon moet heengaan zoals het voor hem bepaald is' (v.22a).  Hij zegt: 'Wat geschreven staat, moet in mij tot vervulling komen, namelijk: “Hij werd gerekend tot de wettelozen.” Inderdaad, nu wordt voltrokken wat over mij gezegd is' (v.37). Dit laat er geen twijfel over bestaan: de dood van Jezus was voorbeschikt, van te voren gepland en voorbestemd. En toch ging Jezus bereidwillig zijn dood tegemoet; Hij koos ervoor om te sterven. Hij gaf zijn lichaam voor ons (v.19).

We zien het evenwicht tussen Gods rol en onze rol. Dit is wat we gedenken als we avondmaal vieren. Jezus zei: 'Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt (...) Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt' (vv.19-20). Dat was de moeilijkste rol; Hij heeft zijn leven vrijwillig opgeofferd voor ons. Onze rol is relatief eenvoudig: 'Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken' (v.19b).
Heer, dank U dat U dit allemaal hebt gedaan voor mij. Dank U dat U uw lichaam hebt gegeven en uw bloed hebt vergoten voor mij. Dank U voor uw barmhartige hand in mijn leven.
3. God zal wonderen doen

Realiseer je je dat God je bijstaat? En als God je helpt, dan kun je alles aan. God zei tegen Jozua: 'Ik zal je bijstaan, zoals ik Mozes heb bijgestaan' (3:7).

Ook hier zien we het evenwicht tussen onze rol en Gods rol.

  • Bereid je voor

    God stond op het punt op wonderbaarlijke wijze voor zijn volk op te komen. Maar het volk moest zelf ook iets doen. Jozua geeft het volk de opdracht zich voor te bereiden: 'Reinig u, want morgen zal de HEER in uw midden wonderen verrichten' (3:5).

    Ze kregen ook de taak om mensen te kiezen die een bepaalde rol moesten spelen in de voorbereiding voor het oversteken van de Jordaan (4:1-4).

  • Gods voorzienigheid

    Ook hier zien we Gods barmhartige hand. De Heer verrichtte wonderen (3:5). Een van deze wonderen was de overtocht over de Jordaan (Jozua 3).

    God beloofde Jozua aanzien (v.7). Jozua zorgde daar niet zelf voor. 'Op die dag verhoogde de HEER het aanzien van Jozua bij de Israëlieten' (4:14a).

    Hij voorzag in alle behoeften van het volk: 'Er kwam die dag geen manna meer; de Israëlieten kregen vanaf toen nooit meer manna. Ze aten dat jaar van de opbrengst van de akkers van Kanaän' (5:12). God gaf zoveel als ze nodig hadden en niet meer.

    Op die manier zouden ze niet hun toevlucht nemen tot materiële zekerheid en zelfvoorzienend worden, waardoor ze mogelijk niet meer op God zouden vertrouwen. Je zekerheid en vertrouwen moeten alleen in God zijn. Hij heeft er altijd voor gezorgd dat er genoeg was, maar niet meer dan dat.
Heer, dank U wel voor de wonderbaarlijke manier waarop U mij betrekt bij uw plannen. Vandaag wijd ik mijzelf aan U. Dank U voor uw belofte om wonderen in mij te doen. Dank U dat U belooft om te zorgen voor alles wat ik nodig heb.
Pippa's bijdrage

Dit thema van wie de belangrijkste is, komt regelmatig terug. De leerlingen betwisten elkaar de macht. Dat lijkt zo ongepast in het licht van de ramp die te gebeuren stond. Ze hadden Jezus moeten vragen om hun te vertellen wat ze moesten doen.

In deze fase leek het er niet op dat ze grote leiders zouden worden, maar toch werden ze dat wel. Dit biedt hoop voor ons allemaal.
Vers van de dag
Psalm 50:15
'Roep mij te hulp in tijden van nood,
ik zal je redden, en je zult mij eren.'

 
Email
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.


Email Marketing door ActiveCampaign