Share
Je dagelijkse mail van bijbeljaar.nl
 
Psalm      Nieuwe Testament      Oude Testament
Gods perfecte tijd
29 november - dag 333

God heeft zijn eigen tijdsbeleving: '... voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag' (2 Petrus 3:8). Zijn timing is perfect; Hij is nooit te vroeg en nooit te laat. God heeft nooit haast en toch is Hij altijd op tijd.

In de gedeelten voor vandaag zien we dat de Heer almachtig is (Daniël 4:32). '...  wij (...) zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde' (2 Petrus 3:13). God zal recht doen aan zijn volk (Psalm 135:14).

Wat moet je doen terwijl je wacht tot God doet wat Hij heeft beloofd?

 
1. Vertrouw op de Heer

Als het lijkt alsof je gebed niet wordt verhoord, zou je in de verleiding kunnen komen om maar niet meer op de Heer te vertrouwen en achter andere 'goden' aan te lopen.

Vertrouwen op de Heer lijkt misschien wat achterhaald. Maar de psalmdichter zegt: 'De Heer blijft altijd machtig, iedereen zal over hem blijven spreken' (v.13, BGT).

De geweldige Bijbelse waarheid is dat je gaat lijken op degene op wie of op wat je vertrouwt. Als je vertrouwt op 'goden' van zilver of goud, ga je op hen lijken en word je levenloos, blind en doof (vv.16-18). Als je op God vertrouwt, wordt je leven steeds voller met steeds meer vreugde naarmate je meer op Hem gaat lijken.

Blijf vertrouwen op God, 'Want de HEER doet recht aan zijn volk en ontfermt zich over zijn dienaren' (v.14). 'De HEER neemt het op voor zijn volk, voor zijn dienaren is Hij vol medelijden' (v.14, WV). Daarom word je opgeroepen om de Heer te prijzen en te eren (vv.19–21).

Leg je leven in Gods hand en laat Hem voor je opkomen. Als de dingen niet gaan zoals jij het graag zou willen: heb geduld. Hou op met vooruitlopen op God. Zijn timing is perfect. Vertrouw op Hem.



Heer, ik vertrouw alleen op U. Help me om steeds meer op U te gaan lijken; vol liefde, vreugde en vrede.
2. Keer je naar de Heer toe

Als je kijkt naar al het kwaad in de wereld, alle oorlogen, het geweld, stelselmatige martelingen, afschuwelijke wreedheden en de enorme ellende, vraag je je misschien wel eens af waarom Jezus niet nu komt om orde op zaken te stellen.

Waar wacht God op? Waarom is de Heer nog niet teruggekomen?

Petrus waarschuwt ons dat mensen ons zullen bespotten en zeggen: 'Waar blijft hij nu? Hij had toch beloofd te komen?' (v.4a). Hij zegt dat God een heel goede reden heeft om te wachten. De reden waarom de Heer nog niet is teruggekomen, is om de mensen meer tijd te geven om tot inkeer te komen.

God heeft geen haast. '... voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag' (v.8).

God is niet traag met het nakomen van zijn belofte. Hij wacht uit geduld: '... hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat' (v.9). 'De Heer houdt zich echt aan zijn belofte, ook al beweren sommige mensen van niet. Hij wacht omdat hij geduld heeft met jullie! Hij geeft iedereen de kans om een nieuw leven te beginnen. Want hij wil dat iedereen gered wordt' (v.9, BGT).

Inkeer betekent een andere richting inslaan. Het betekent je afkeren van alle slechte dingen in je leven en je toekeren naar Jezus. God houdt vol liefde de deur naar de redding open door de mensen de tijd te geven om tot inkeer te komen. 'De Heer is nog niet gekomen. Dat is omdat hij jullie de kans wil geven om gered te worden. Vergeet dat niet!' (v.15, BGT).

Redding is een van de belangrijkste thema's in de brieven van Paulus en daarom verwijst Petrus hier naar zijn brieven. Ik vind het een geruststelling dat hij de brieven soms ook 'moeilijk te begrijpen' (v.16) vindt. Als jij moeite hebt om ze te begrijpen, bevind je je in goed gezelschap!

Het is opmerkelijk dat Petrus de brieven vervolgens vergelijkt met het Oude Testament ('de overige geschriften', v.16). Hiermee laat hij zien dat de eerste gemeenten en de apostelen dachten dat de geschriften van het Nieuwe Testament dezelfde goddelijke autoriteit hadden als die van het Oude Testament.

De Heer komt op een moment waarop we Hem niet verwachten ('als een dief', v.10). De wereld zoals wij die kennen zal worden blootgelegd (v.10). Dan zal er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn (v.13). Het toekomstbeeld in het Nieuwe Testament is niet een beeld van mensen die opstijgen naar de hemel, maar een beeld van 'een nieuwe hemel en een nieuwe aarde' (v.13).

Steeds weer wijst Petrus erop dat God trouw is aan zijn woord en zijn beloften zal nakomen (vv.2,5,7,9,13). De waarheid is dat wat God zegt absoluut zal gebeuren.

Je kunt je op deze zekere, zij het uitgestelde toekomst voorbereiden door heilig en vroom te leven (v.11), door uit te zien naar de dag van God (v.12), door smetteloos, onberispelijk en in vrede te leven (v.14) en door te groeien in genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus (v.18).

Genade is onverdiende liefde. Je groeit in genade door je naar de Heer toe te keren en alles wat je meemaakt in zijn hand te leggen. Vertel Hem iedere dag wat je nodig hebt en waar je je zorgen over maakt en verlang naar zijn komst.



Heer, help me om tijdens het wachten heilig en vroom te leven, zodat U me smetteloos, onberispelijk en in vrede aantreft als U terugkomt.
3. Dank de Heer

Hoogmoed komt voor de val. Dat heb ik zelf vele malen ondervonden. Alles wat we hebben komt van God. We zijn afhankelijk van Hem voor elke ademhaling. Hij heeft alles in de hand: verleden, heden en toekomst. Dankbaarheid vraagt om bescheidenheid.

G.K. Chesterton schreef: 'Als het gaat om het leven is het cruciaal of je dingen als vanzelfsprekend aanneemt of aanneemt in dankbaarheid.'

Het is relatief eenvoudig om een bemoedigende boodschap van de Heer door te geven. Het is minder eenvoudig om een terechtwijzing door te geven. Daniël was verbijsterd en in verwarring, maar hij gehoorzaamde de Heer (4:16 e.v.).

Nebukadnessar maakte dezelfde fout als we allemaal van tijd tot tijd maken. Hij dacht dat hij zijn succes aan zichzelf te danken had: 'Is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?' (v.27). Wees heel voorzichtig met het gebruik van 'ik' en 'mijn' op deze manier!

De les die God Nebukadnessar, en soms ook ons, moest leren, is dat alles wat je hebt een geschenk is van God: 'de hoogste God [staat] boven het koningschap van de mensen (...) en (...) hij bepaalt aan wie hij het verleent' (v.29).

Onze spirituele gaven, ons lichaam, ons gezin, ons huis, ons verstand, ons uiterlijk, ons geld, ons atletische vermogen zijn allemaal geschenken van God. Als je succes hebt, wees dan niet trots en sla jezelf niet op de borst. Loof en dank God, roem en verheerlijk Hem om wat Hij je heeft gegeven (vv.31-34).

Nebukadnessar nam dingen aan als vanzelfsprekend en liet na om de Heer te danken en te verheerlijken om wat Hij voor hem had gedaan. Hij zag alles als zijn eigen verdienste.

Toen Nebukadnessar zijn verstand terugkreeg, besefte hij dat hij alles wat hij had van God had gekregen. Hij sloeg zichzelf niet langer op de borst, maar dankte en verheerlijkte God: 'Ik, Nebukadnessar, roem, verhef en verheerlijk nu de koning van de hemel' (v.34).

Bescheidenheid betekent niet dat je net doet alsof je niet hebt wat je hebt, maar het betekent dat je beseft waar het vandaan komt en dat je de eer geeft aan wie die toekomt: 'Daarom geef ik alle eer aan God, de koning van de hemel. Alles wat hij doet, is goed. Wat hij ook beslist, hij heeft altijd gelijk' (v.34a, BGT).

De volgende woorden zijn een goede samenvatting van zijn getuigenis: 'Sommige mensen vinden dat ze een hoge plaats verdiend hebben. Maar aan zulke mensen geeft hij juist een lage plaats' (v.37b, BGT).

Daniël zegt tegen Nebukadnessar: 'Daarom hoop ik dat u de volgende raad wilt aannemen, koning. Doe voortaan wat God van u vraagt, doe geen slechte dingen meer. Wees goed voor de armen en geef hun wat ze nodig hebben. Dan zult u nog lang gelukkig zijn' (v.24, BGT).

De volgende generatie had niets geleerd van de lessen van het verleden. Koning Belsassar en zijn machthebbers hielden zich niet aan het gebod om alleen God te aanbidden en 'prezen hun goden van goud en zilver, van brons, ijzer, hout en steen' (5:4).

Net als bij Nebukadnessar werd ook het leven van Belsassar beheerst door een diepgewortelde angst. Hij leefde niet in vrede met God. Beide mannen werden door God gewaarschuwd en kregen te horen wat ze moesten doen. Nebukadnessar kwam tot inkeer, stelde zich bescheiden op en erkende en dankte God. Dat gold niet voor Belsassar.

Daniël stond bekend om zijn 'verstand, inzicht en wijsheid' (v.11). Hij was vervuld van de Heilige Geest. Hij moet haast wel in de verleiding zijn gekomen om zich daarop te beroemen. Maar Daniël bleef bescheiden en gaf God alle eer, roem en dank.



Heer, dank U dat U dat U deze wereld bestuurt en dat alles wat we hebben van U komt. Ik wil U alle lof, eer en heerlijkheid brengen.
Pippa's bijdrage


'De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht.'

De dag van de Heer klinkt nogal angstaanjagend, maar in vers 11 lezen we dat we gewoon heilig en vroom moeten leven. We moeten verlangen naar de dag van God (en hoeven er dus niet bang voor te zijn) en het aanbreken ervan bespoedigen (v.12).

Vers van de dag
2 Petrus 3:9
'De Heer (...) heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.'

 
Email
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.


Email Marketing door ActiveCampaign