Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel
|
|
|
|
|
|
|
|
Drie slechte houdingen die tot verdeeldheid leiden
|
|
|
7 augustus - dag 219
Tijdens mijn studie deelde ik een kamer met mijn goede vriend Nicky Lee. Nicky is nu een van de voorgangers van Holy Trinity Brompton. We zorgden zelf voor ons eten: ik kookte en Nicky Lee verdeelde. Hij kon alles wat ik maakte geweldig in precies even grote porties verdelen. In deze context heeft verdelen een goede betekenis. Verdelen hoort bij het leven. Dat hoeft helemaal niet slecht te zijn. Sterker nog, soms is het noodzakelijk. Zo kan het handig en belangrijk zijn om mensen in een bedrijf te verdelen over verschillende afdelingen. In het gedeelte van het Oude Testament voor vandaag zien we zo'n verdeling. Ook op de dag van het oordeel wordt er verdeeld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen goed en kwaad. Dit soort verdeling zien we in de psalm voor vandaag. Er is nog een derde soort verdeling; deze is niet goed, handig of noodzakelijk. Verdeeldheid binnen de kerk is een slechte zaak. We moeten alles in het werk stellen om dit soort verdeling te voorkomen. Tegen dit soort
verdeling spreekt Paulus zich uit in het gedeelte van het Nieuwe Testament voor vandaag.
|
|
|
|
|
Verdeling in rechtvaardigen en kwaaddoeners
Volgens de psalmdichter is de wereld verdeeld in 'kwaaddoeners' (v.12) en 'rechtvaardigen' (v.13). Kwaaddoeners of goddelozen zijn onverstandige dwazen die het niet begijpen (v.7). Zij zijn Gods 'vijanden' (v.10). Er komt een dag dat zij worden gescheiden van
de rechtvaardigen, maar ze zullen ook onderling verdeeld raken. Ze zullen worden 'verspreid' en ze zullen 'omkomen' (v.10). De 'rechtvaardigen' daarentegen, hebben een veilige toekomst (vv.12-15). Zowel de ‘kwaaddoeners’ (v.12) of de ‘goddelozen’ (v.8) als de rechtvaardigen 'groeien' (v.13). Toch is er verschil. Voor de 'goddelozen' is de bloei maar van korte duur. Zij zullen worden 'weggevaagd' (v.8). Zij zijn als het gras. Maar de rechtvaardige groeit voor eeuwig. Hij 'zal groeien als een palmboom, hij zal opgroeien als een ceder op de Libanon' (v.13). 'In de ouderdom zullen zij nog vruchten dragen, zij zullen fris en groen zijn' (v.15). Het verschil tussen het succes van de wereld (macht, roem, rijkdom en dergelijke) en het succes van een oprechte volgeling van Jezus die heilig leeft, is als het verschil tussen gras, dat maar een paar dagen leeft, en een palmboom, die de eeuwen trotseert.
|
|
|
Heer, als ik de blijvende zegeningen zie die U aan uw volgelingen geeft, wil ik 'in de morgen getuigen van uw liefde en in de nacht van uw trouw' (v.3, NBV).
|
|
|
|
|
Paulus' brief aan de Korintiërs is als een sandwich. Hij begint met lofprijzing en liefde. Hij eindigt met genade en liefde. Daartussen noemt hij een aantal zaken waar de gemeente mee aan de slag moet. Dit is een goede manier van aanpak bij het onder ogen zien van problemen van een individueel persoon of van een kerkgemeenschap. Begin en eindig met bemoediging en een positieve noot en deins er niet voor terug om de problemen te benoemen. Een van de problemen die Paulus aankaart is verdeeldheid in de gemeente. Hij zegt dat ze 'van de wereld' (v.1, NBV) zijn, dat ze hun eigen leven leiden en hun eigen zin doen (v.1b, HB) en zo 'ongeestelijk' zijn. In
bepaalde opzichten waren ze de 'geestelijkste' van alle gemeenten aan wie Paulus heeft geschreven. Het ontbrak hun 'aan geen enkele gave van de Geest' (1:7, NBV). Maar ze waren 'ongeestelijk' omdat ze een verkeerde houding en instelling hadden die tot verdeeldheid leidden. Hij noemt drie verkeerde houdingen. Dit zijn valkuilen voor alle christenen, maar vooral voor christelijke leiders.
- Jaloezie
Hij schrijft: 'Wanneer u afgunstig en verdeeld bent, dan bent u toch gebonden aan de wereld?' (3:3, NBV). Het is verleidelijk om onszelf met anderen te vergelijken. Als we horen dat iemand anders een zegen heeft ontvangen, denken we vaak: “Wanneer ben ik aan de beurt?” Maar, zoals Joyce Meyer schrijft: 'We zouden anderen moeten zegenen en niet bang moeten zijn dat zij ons voor zullen zijn. We moeten niet jaloers zijn op iemands uiterlijk, bezit, opleiding, sociale positie, huwelijkse staat, gaven en talenten, baan of op iets anders, want dat staat onze eigen zegen in de weg.'
- Opschepperij
Paulus schrijft:
'Wees er niet trots op dat je een volgeling bent van een apostel' (v.21a, BGT). Opschepperij is de verleiding om onszelf met anderen te vergelijken, te denken dat we het zo slecht nog niet doen en prat gaan op ons ‘succes’. We moeten onze rol in Gods economie in het juiste perspectief zien. Ten eerste zijn we 'net als alle andere mensen' (v.4, NBV), ten tweede 'niet meer dan dienaren' (v.5, NBV) en ten derde is het 'noch hij die plant iets, noch hij die begiet' (v.7). Daarom is er geen reden om op te scheppen (v.21).
- Ruzie
Paulus schrijft dat hun onderlinge geruzie een andere reden is waarom hij hen beschouwt als 'van de wereld' en dus 'ongeestelijk'. We moeten zien te voorkomen dat we in verschillende kampen verdeeld raken waarbij de een zegt: 'Ik ben van Paulus, en een ander: Ik van Apollos' (v.4). Al deze dingen komen voort uit een opgeblazen beeld van onze eigen belangrijkheid. Dit zijn 'ongeestelijke' houdingen. Dit soort houdingen komt maar al te vaak voor in de zondige mens en besmet de wereld en helaas ook de kerk. We moeten inzien dat we allemaal volkomen afhankelijk zijn van God. De ene plant een zaadje, de ander geeft het water, maar God laat het groeien (v.6). Planten en water geven is belangrijk, maar ook relatief eenvoudig. Alleen God kan het moeilijkste doen en planten, mensen en kerken laten groeien. Er is wel een rol voor jou weggelegd. Ten eerste gebruikt God je om mensen tot geloof te brengen. Apollos en
Paulus waren degenen 'door wie u [de Korinthiërs] tot geloof gekomen bent' (v.5). Ten tweede zal God je belonen. Degene die plant en degene die water geeft hebben ieder een doel en krijgen allebei loon naar werken. Ten derde ben je ‘medearbeider’ van God (v.9). God heeft ervoor gekozen om niet alles zelf te doen. Hij heeft ervoor gekozen om jou te gebruiken. Het is een enorm voorrecht om door God te worden gebruikt. Je bent niet alleen Gods 'medearbeider', maar ook Gods 'akker' en 'bouwwerk' (v.9). Mensen proberen hun leven op een groot aantal dingen te bouwen, bijvoorbeeld op geld, opleiding, functie, bezit en dergelijke, maar Jezus is het enige betrouwbare fundament (v.11). Bovendien, zo vervolgt Paulus: 'Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?' (v.16). Hij schrijft: 'Niemand van u moet zich daarom laten voorstaan op een ander mens, want álles is van u; (...) Maar u bent van Christus en Christus is van God' (vv.21–23,
NBV).
|
|
|
Heer, dank U dat we uw medewerkers zijn en dat U Degene bent die alles laat groeien. Bewaar ons voor hoogmoed en opschepperij, voor jaloezie en ruzie. Help ons om de eenheid binnen de kerk te bewaren.
|
|
|
|
Hier zien we het woord 'verdelen' in positieve zin. 'De nakomelingen van Aäron, ingedeeld in afdelingen' (24:1, NBV). 'David [deelde] de nakomelingen van Aäron in een dienstrooster in' (v.3, NBV). '…. toen zij hen indeelden…' (v.4). 'Zij deelden hen in door het lot' (v.5a). Er waren ook 'afdelingen van de poortwachters' (26:1,19). 'Deze afdelingen van de poortwachters, de hoofden van de mannen, hadden evenals hun broeders de taak om te dienen in het huis van de HEERE' (v.12). Er staan een paar interessante namen op zijn lijst.
Tussen de zangers zien we de namen van de psalmdichters 'Asaf' (Psalm 50 en 73-83), 'Jeduthun' (Psalm 39; 62; 77) en 'Heman' (Psalm 88). De Korachieten worden genoemd bij de poortwachters. Psalm 84 wordt toegeschreven aan ‘de zonen van Korach’ en is dus waarschijnlijk geschreven door een poortwachter. Dit helpt ons te begrijpen wat hij bedoelde met de woorden: 'ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid' (Psalm 84:11). De drempel van de tempel was immers de plek voor de poortwachters. Ook in het lichaam van Christus verdelen we de taken. Elk deel van het lichaam heeft een andere functie. Paulus schrijft: 'Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn,
zo is het ook met Christus. (...) God heeft het lichaam zo samengesteld, dat (...) er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden voor elkaar gelijke zorg zouden dragen' (1 Korinthe 12:12,24-25). Paulus heeft het over een verdeling in de goede zin van het woord (met de verschillende delen van het lichaam die elk een eigen rol hebben) en hij probeert verdeling in de slechte zin te voorkomen (er mag
geen verdeeldheid of onenigheid in het lichaam zijn). Het is een grote eer om te mogen dienen in het huis van God, of we nu helpen met het parkeren van de auto's, mensen verwelkomen, koffie schenken of bidden. Iedereen is erg belangrijk en verdient respect omdat we dienen in het huis van God.
|
|
|
Heer, help ons om wijze beslissingen te nemen bij het toewijzen van taken in het lichaam van Christus, zodat iedereen meedoet. Help ons, uw kerk, om te functioneren als eenheid die bestaat uit een groot aantal onderdelen. Laat elk onderdeel samenwerken met alle andere onderdelen, met een eenheid die door de Heilige Geest tot stand is gebracht.
|
|
|
|
'In de ouderdom zullen zij nog vruchten dragen, zij zullen fris en groen zijn' Krachtig en fris, dat klinkt goed. Het leven gaat zo snel en ik ben hard op weg om oud te worden.
Dit vers geeft me moed. Oudere, vrome mensen hebben iets heel moois. Je kunt het in hun gezicht zien. Ik ken er een heleboel die ik enorm bewonder. Hun wijsheid en heilig leven zijn een inspiratie. Ik wil vrucht blijven dragen als ik oud ben, en er krachtig en fris uit blijven zien.
|
|
|
Vers voor vandaag Psalm 92:15
'In de ouderdom zullen zij nog vruchten dragen, zij
zullen fris en groen zijn'
|
|
|
|
|
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
|
|
|
|
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022. Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders
vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.
|
|
|
|
|