Share

Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Iedere crisis is een kans

15 september - dag 258

President J.F. Kennedy merkte eens op dat het woord 'crisis' in het Chinees bestaat uit twee karakters. Het ene karakter staat voor gevaar en het andere voor kans. Elke crisis is tegelijkertijd ook een kans. Crises zijn vaak het gevolg van onverwachte problemen.

We hebben allemaal onze problemen. Velen van ons krijgen te maken met crises. Wat moet je doen bij problemen, gevaar of onverwachte moeilijkheden in je persoonlijke leven? Hoe moeten we reageren op onverwachte problemen in de kerk of in het land? Wat moeten we doen als we ‘ten einde raad’ zijn (Psalm 107:27c, GNB)? Wat moeten we doen als ‘de waarheid van het Evangelie’ in het geding is (Galaten 2:5)? Hoe moeten we reageren als we ‘een dag van benauwdheid’ meemaken in ons leven (Jesaja 37:3)?

 
Roep de Heer aan in gebed

Soms krijg je in je leven te maken met hevige stormen. Er lijkt een ‘stormwind’ te zijn opgestoken, ‘die haar golven hoog opheft’ (v.25). De moed ontzinkt je (v.26, WV) en je bent ‘ten einde raad’ (v.27, GNB). Je bent in een onverwachte storm terechtgekomen en weet niet hoe je eruit moet komen.

De psalm vertelt je wat je dan moet doen. Het volk deed het volgende:

'Toen riepen zij in hun ellende tot de HERE en Hij redde hen uit al hun angst' (v.28, HB).

God is nooit te laat en nooit te vroeg; hij is altijd precies op tijd!

'... hij bracht de storm tot zwijgen,
    de golven gingen liggen.
... hij bracht hen naar een veilige haven' (vv.29-30b, NBV).

Als God reageert op je hulpgeroep moet je niet vergeten om Hem te bedanken:

'Laat iedereen de Heer danken, want hij is trouw.
Hij doet wonderen voor mensen' (v.31, BGT).
Heer, dank U voor al die keren dat U mijn hulpgeroep hoorde en me hebt bevrijd. Vandaag roep ik tot U om hulp voor mezelf en voor de kerk in dit land.
Gebruik je bekwaamheid, diplomatie en moed

Zoals we gisteren lazen is het soms verleidelijk om neer te kijken op andere delen van de kerk, andere gezindten of andere christenen. Als ze de dingen nou maar op onze manier deden zouden ze 'goede' christenen of 'betere' christenen zijn! Als we zo denken, ontkennen we feitelijk dat geloof in Jezus genoeg is.

Dat was precies wat er aan de hand was in de gemeenten in Galatië. Ze kregen te horen dat het niet genoeg was om in Jezus te geloven. Als ze 'echte' christenen wilden zijn, moesten ze zich laten besnijden.

De vroege kerk stond voor een onverwachte crisis en Paulus moest al zijn moed en vastberadenheid, samen met bekwaamheid en diplomatie in de strijd gooien om ervoor te zorgen dat de kerk niet verdeeld raakte.

Paulus wil duidelijk maken dat hij werd geleid en aangespoord door de Heilige Geest: 'En ik ging op grond van een openbaring' (v.2a). Paulus was overtuigd van de geloofwaardigheid van het evangelie dat hij verkondigde, maar hij maakte zich wel zorgen over de eenheid: 'In besloten kring legde ik de belangrijkste broeders het evangelie voor dat ik aan de heidenen verkondig, want ik wilde me ervan overtuigen dat mijn inspanningen, toen en nu, niet voor niets waren' (v.2, NBV).

Hij nam twee vrienden mee: Barnabas en Titus. Barnabas was een Jood en Titus was een Griek (een heiden die niet besneden was). In de eerste eeuw verdeelden de Joden de mensen in twee groepen: Joden en Grieken (besnedenen en niet-besnedenen). Besnijdenis was het merkteken van een Jood volgens het gebod van God (Genesis 17:9-14). Het was een teken van Gods verbond met zijn uitverkoren volk.

En toch koos Paulus Titus als een van zijn metgezellen. 'Maar zelfs Titus, die bij mij was, werd niet gedwongen zich te laten besnijden, hoewel hij een Griek was' (Galaten 2:3). Paulus beargumenteert in dit gedeelte dat de apostelen uit Jeruzalem (Jakobus, Petrus en Johannes) het erover eens waren dat het goede nieuws over Jezus Christus voor iedereen bestemd was: Jood en heiden, of ze nou besneden waren of niet.

Paulus voelde zich genoodzaakt om 'onze vrijheid, die we in Christus Jezus hebben' te verdedigen (v.4). Echte vrijheid vinden we alleen door geloof in Christus. De noodzaak van de besnijdenis om gerechtvaardigd te worden voor God zou 'ons tot slaven (…) maken' (v.4).

Als ze waren gezwicht voor de druk om heidenen die zich bekeerden te laten besnijden, zouden ze de essentie van het evangelie hebben verloochend. Het doel van deze brief was om 'de waarheid van het Evangelie' uit te leggen (v.5). Paulus wilde laten zien dat Jezus met zijn leven, sterven en opstanding had voldaan aan alle eisen van de wet van Mozes.

De vergadering in Jeruzalem was bedoeld om het vraagstuk van de besnijdenis op te lossen. Het besluit dat ze namen was een van de belangrijkste in de geschiedenis van het christendom. Hiermee werd een desastreuze scheuring binnen de kerk voorkomen. De crisis was een kans geworden.

Het vraagstuk werd niet alleen opgelost, maar ze kwamen ook tot de slotsom dat Petrus en Paulus hetzelfde evangelie verkondigden (v.6). De leiders in Jeruzalem zagen in dat Paulus de autoriteit van God had gekregen voor zijn apostelschap.

Petrus en de anderen accepteerden Paulus en verdeelden de taken: Paulus zou het evangelie verkondigen aan de heidenen en Petrus aan de Joden. Verschillende mensen zouden een en hetzelfde evangelie verkondigen aan twee heel verschillende bevolkingsgroepen. Ze schudden elkaar de hand om de gemaakte afspraken te bezegelen (vv.7-9). Dit was een heel belangrijk moment voor de vroege christelijke gemeenschap.

De twee partijen hadden een verstandige en uitvoerige discussie over hun onderlinge verschillen. Paulus weigerde om zich te laten intimideren, hoewel de mannen met wie hij sprak 'geacht werden steunpilaren te zijn' (v.9). Dit waren tenslotte ontzagwekkende mannen met wie hij de discussie aanging! Jakobus stond waarschijnlijk al aan het hoofd van de gemeente in Jeruzalem. Petrus en Johannes waren leden van de vriendenkring van Jezus.

Ze kwamen tot een overeenkomst waar iedereen gelukkig mee was. Paulus stelde zich heel respectvol en beleefd op ook al was hij zich uitermate bewust van zijn speciale taak en vastbesloten om deze taak te volbrengen. Hij zou zich niet laten weerhouden van zijn roeping door tegenwerking van buiten, maar ook niet door ontmoediging door zijn geloofsgenoten.

De enige voorwaarde die de leiders in Jeruzalem stelden, was geen probleem voor Paulus: hij moest wel ‘aan de armen denken’ (v.10). De kerk moet de armen en minderbedeelden in de samenleving altijd op de eerste plaats zetten.
Heer, geeft U mij de bekwaamheid, diplomatie en moed die Paulus ook had. Help ons om, net als Paulus, de hele kerk van Jezus Christus te omarmen.
Leg de 'onmogelijke' situatie voor aan de Heer

Ben je wel eens bespot of uitgedaagd vanwege je geloof in God? “Denk je nou echt dat God bij je is?”, zeggen ze dan. “Is het niet gewoon je denkbeeldige vriendje?”; “Denk je nou echt dat het helpt om op God te vertrouwen?” Zo is ook het volk van God door de eeuwen heen bespot.

Het volk van God werd geconfronteerd met een onverwachte aanval. Dit is zo'n belangrijke gebeurtenis dat we er in de Bijbel drie keer over lezen (zie ook 2 Koningen 18 en 2 Kronieken 32). Sanherib, de koning van Assyrië, trok met een enorm leger op tegen Jeruzalem. Hij daagde het volk uit: 'Waarop berust toch dat vertrouwen van u?' (Jesaja 36:4, NBV). ‘Op wie stelt u nu uw vertrouwen?’ (v.5b). Het volk werd bespot en gehoond omdat het op God vertrouwde.

Het moet een onmogelijke situatie hebben geleken; niemand was ooit 'gered uit de hand van de koning van Assyrië' (v.18). Maar ze gingen niet in op de bespotting. Soms is het maar het beste om niet te reageren op kritiek: 'Maar zij zwegen en antwoordden hem met geen woord, want het gebod van de koning was dit: U mag hem niet antwoorden' (v.21).

Koning Hizkia reageerde als volgt: 'Zodra koning Hizkia dat hoorde, gebeurde het dat hij zijn kleren scheurde, zich in een rouwgewaad hulde en het huis van de HEERE binnenging' (37:1). Hij liet de profeet Jesaja bij zich roepen. Hizkia zei: 'Deze dag is een dag van benauwdheid, bestraffing en belediging' (v.3). Hizkia vroeg Jesaja om te bidden (v.4).

Jesaja antwoordde dat God zei: ‘U hoeft niet bang te zijn voor de koning van Assyrië, die mij beledigd heeft (…) ik zal ervoor zorgen dat hij daar gedood wordt.’ (vv.6-7, BGT).

Toen Hizkia een dreigbrief kreeg, 'ging hij op naar het huis van de HEERE. Vervolgens spreidde Hizkia die brieven uit voor het aangezicht van de HEERE, en Hizkia bad tot de HEERE: HEERE van de legermachten, God van Israël, Die tussen de cherubs troont, U bent het, U alleen bent de God van alle koninkrijken van de aarde, Ú hebt de hemel en de aarde gemaakt. Neig, HEERE, Uw oor, en luister; open, HEERE, Uw ogen en zie. Hoor al de woorden van Sanherib die hij gestuurd heeft om de levende God te honen.(…)
Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons uit zijn hand. Dan zullen alle koninkrijken van de aarde weten dat U de HEERE bent, U alleen' (vv.14-17,20).

Jesaja laat Hizkia weten: 'Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Wat u tot Mij gebeden hebt met betrekking tot Sanherib, de koning van Assyrië, heb Ik gehoord (...) Want Ik zal deze stad beschermen door haar te verlossen, omwille van Mijzelf en omwille van David, Mijn dienaar' (vv.21,35).

God hoorde het gebed van Hizkia en Jesaja en Hij redde zijn volk (vv.36-38).
Heer, de naam van Jezus wordt niet meer geëerd in onze maatschappij. Wilt U een geest van gebed en smeking over uw volk uitgieten zodat we tot U kunnen bidden? Heer, hoor ons gebed en red ons in deze tijd van crisis.
Pippa's bijdrage
'Alleen moesten wij wel aan de armen denken; en ik heb mij ook beijverd juist dit te doen.'
Ik wil ook altijd graag voor de armen zorgen, maar soms ben ik te ontdaan om te weten wat ik moet doen. Soms heb ik het te druk of voel ik me erg teleurgesteld omdat iemand me een loer heeft gedraaid. Maar we moeten ons niet uit het veld laten slaan, en, zoals de Bijbel zegt, voor de armen blijven zorgen.

Vers voor vandaag
Jesaja 36:7

'Wij vertrouwen op de HEERE, onze God...'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, , The Netherlands

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.

Email Marketing door ActiveCampaign