Share
Je dagelijkse mail van bijbeljaar.nl
 
Psalm      Nieuwe Testament      Oude Testament
Wie is de Heer van je leven?
16 december - dag 350

Polycarpus (70-156 n. Chr.) was bisschop in een tijd waarin christenen zwaar onder vuur lagen. Toen hij 86 jaar oud was, werd hij gearresteerd omdat hij christen was. Het enige wat hij hoefde te doen om marteling en de dood te ontlopen was zeggen dat Caesar Heer was.

Polycarpus' antwoord was: 'Ik heb 86 jaar lang Christus gediend en Hij heeft me nooit kwaad gedaan. Hoe kan ik mijn Koning, die me heeft gered, verloochenen?' Voor Polycarpus betekende het feit dat Jezus de Heer is, dat hij niet kon zeggen “Caesar is Heer”. Polycarpus bleef Christus trouw en weigerde om zijn geloof af te zweren. Daarvoor werd hij op 22 februari van het jaar 156 levend verbrand.

God wordt in het Oude Testament 'de Heer' genoemd. In het gedeelte van het Nieuwe Testament voor vandaag lezen we over de achtergrond van de uitzonderlijke bewering dat 'Jezus de Heer is'.

 
1. Jezus: de Heer die is neergedaald uit de hemel

Waarmee worstel jij in je leven? Verleiding? Zorgen? Angst?  Depressie? Financiële problemen? Gezondheidsproblemen? Problemen op je werk of in je relatie?

Deze psalm is een pleidooi voor hulp voorafgaand aan de strijd. De oorspronkelijke context is waarschijnlijk een veldslag. Maar als je de psalm leest in het licht van het Nieuwe Testament, kan het ook gaan om een geestelijke strijd. Er zijn tijden dat we terrein lijken te verliezen in een geestelijke strijd, bijvoorbeeld in de geestelijke strijd om ons land. Maar, geef nooit op!

Misschien word je in je eigen leven geconfronteerd met een beangstigende strijd. David prijst de Heer: 'Geprezen zij de HEER, mijn rots, (...) mijn beschermer, mijn vesting, de burcht die mij veiligheid biedt, het schild waarachter ik schuil' (vv.1-2).

De Heer is machtig. God is ook 'mijn vriend' (v.2a, WV), die mij 'Zijn goedheid en liefde' betoont (v.2a, HB). Hij betrekt jou in zijn plan: 'Hij leert me hoe ik moet vechten' (v.1b, BGT). God en jij zijn partners. God is natuurlijk de belangrijkste partner, maar jij hebt ook een rol.

David vervolgt: 'HEER, schuif uw hemel open en daal af (...) Reik mij uw hand van omhoog, bevrijd mij' (vv.5a,7a). Dit is precies wat God gedaan heeft en wat we vieren met Kerstmis. De Heer Jezus is neergedaald uit de hemel en heeft ons bevrijd.

Welke strijd je vandaag ook moet voeren, maak tijd vrij voor Jezus, prijs Hem om wie Hij is, vraag Hem om hulp en vertrouw erop dat Hij je zal redden.



Heer, ik roep tot U, mijn vriend, mijn vesting, mijn burcht, mijn redder, mijn schild, mijn verlosser. Heer, help!
2. Jezus: de Heer die wordt aanbeden

Een van de hoogtepunten van de Olympische Spelen is de openingsceremonie waarbij 225 landen samenkomen voor een groot feest. Dit feest valt in het niet bij het feest dat in dit gedeelte wordt beschreven. Hier zien we een onafzienbare menigte, afkomstig uit elk volk, elke stam, elk land en van elke taal, die samenkomt voor de troon van God.

De zes zegels waarover we gisteren lazen, geven een algemeen beeld van de geschiedenis tussen de eerste en tweede komst van Jezus. Morgen lezen we over het verbreken van het zevende zegel.

In dit tussenspel van hoofdstuk 7 wordt het volk van God gerustgesteld: 'Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen' (v.3). Wat er ook om je heen gebeurt, je eeuwige veiligheid staat buiten kijf, want je hebt 'het zegel van de levende God' gekregen (v.2a).

De 144.000 die worden genoemd in vers 1-8 en de onafzienbare menige in vers 9-17 zijn waarschijnlijk niet twee verschillende groepen, maar beelden van dezelfde groep gezien vanuit twee verschillende posities. In vers 1-8 wordt het volk van God verzameld op aarde en in vers 9-17 staan ze samen voor God in de hemel en liggen hun worstelingen en strijd achter hen.

Het volk van God wordt beschreven als de mensen die hun kleren hebben witgewassen 'met het bloed van het lam' (v.14). Dit is een voorbeeld van figuurlijk, metaforisch taalgebruik in de apocalyptische teksten in het boek Openbaring en dit hoofdstuk in het bijzonder. Je kunt kleding niet witwassen met bloed! Maar metaforisch gezien word je schoongewassen door het bloed van Jezus.

Het getal 144.000 moet derhalve niet letterlijk worden opgevat, maar staat symbool voor het hele volk van God in heden en verleden. Johannes ziet hen als een 'een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed (...) stonden ze voor de troon en voor het lam' (v.9).

De menigte had witte kleren aan en hield palmtakken in hun handen (v.9, BGT). Ze zingen lofliederen voor de Heer (v.10). De engelen stemmen in met de menigte en aanbidden God (vv.11-12). Ten slotte vereren de hele kerk en de engelenschaar samen Jezus. Aardse koren en orkesten oefenen voor het hemelse concert.

'Het Lam, dat voor de troon staat, zal hun herder zijn' (v.17a, HB). Dit is een heel bijzondere omkering van de rollen. Het lam is de herder geworden! Je zult nooit meer honger of dorst hebben. Je zult worden verzadigd door 'de waterbronnen van het leven' en 'God zal alle tranen uit [je] ogen wissen' (v.17b). Er zal geen pijn meer zijn, geen leed, geen rouw en geen ellende.



Heer, dank U dat ik mag uitzien naar een eeuwigheid bij Jezus. Dank U dat U mijn honger zult stillen en mijn dorst zult lessen en dat U alle tranen uit mijn ogen zult wissen.
3. Jezus: de Heer die zuivert en zegent

Het boek Maleachi eindigt met de verwachting van de komst van degene die de weg van de Heer zal effenen: 'Maar eerst zal ik de profeet Elia naar jullie toe sturen. Elia zal ervoor zorgen dat ouders vrede sluiten met hun kinderen, en dat kinderen vrede sluiten met hun ouders' (3:23b-24, BGT).

Zo wordt Johannes de Doper beschreven in Lucas 1:17. Jezus heeft gezegd dat Hij de Elia is die zou komen (Matteüs 11:14; zie ook Matteüs 17:12-13; Marcus 9:12-13).

In de christelijke Bijbel is Maleachi het laatste boek van het Oude Testament. Het boek eindigt met de verwachting van de komst van de Heer en van degene die de weg van de Heer zal effenen.

Het volk wordt aangespoord om zich voor te bereiden op de dag waarop de Heer zal komen. Die dag zal lijken op 'het vuur van een smid' (Maleachi 3:2). God wil onze houding, verlangens, gedachten en gesprekken veranderen, zodat we onszelf ontdoen van alle egoïsme en zelfzucht. Joyce Meyer schrijft: 'Geloof me, het kost vuur (moeilijke tijden) en vaak heel veel vuur om jezelf te ontdoen van egoïsme, maar het is de moeite waard.'

Luister naar de oproep om terug te keren naar de Heer (v.7). Kijk vooral eens goed naar wat en hoe je geeft (vv.8-12). Je houding ten opzichte van geld is de barometer van je hele levensvisie.

Een 'tiende' was een soort kerkelijke inkomstenbelasting die werd gebruikt voor het onderhoud van de tempel en voor het levensonderhoud van de mensen die in de tempel werkten. Daarnaast gaven de mensen op verschillende andere manieren, in de vorm van gastvrijheid, schenkingen aan armen en vrijwillige gaven.

De profeet beschuldigt de mensen ervan dat ze God bestelen doordat ze hun giften niet op orde hebben. Hij zegt tegen hen: 'Stel mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen' (v.10).

Hier zien we hoe belangrijk God jouw giften vindt. Zet giften aan de kerk waar je onderdeel van bent, het equivalent van de tempel, bovenaan. Als je niet gul geeft, besteel je God. Als alle leden van een kerkgemeenschap gul geven, mag je verwachten dat God 'de sluizen van de hemel voor jullie open[t] en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen' (v.10).

Het lijkt erop dat ze niet de juiste prioriteiten stelden: 'Zo spraken de mensen die ontzag voor de HEER hadden tegen elkaar, en de HEER hoorde het en luisterde aandachtig. In zijn bijzijn werden in een boek de namen van de mensen opgetekend die ontzag voor de HEER hadden, die zijn naam hoogachtten' (v.16). Ik vind dit een geweldig vers. Soms kom je er tijdens een samenkomst niet eens aan toe om samen te bidden, maar toch hoort de Heer jullie en luistert Hij aandachtig omdat jullie ontzag hebben voor de Heer en zijn naam hoogachten (v.16).

Hij belooft: 'Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben zal de zon stralend opgaan, de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt. Huppelend als kalveren die op stal hebben gestaan zullen jullie naar buiten komen' (v.20). Wat je ook voor wonden en kwetsuren hebt, hoe gebroken je ook bent, God belooft genezing, herstel en heelheid.



Heer, help ons om een gulle gemeenschap te zijn. Dank U dat U bij ons bent in onze dagelijkse worstelingen en dat we U eens voor altijd samen met de onafzienbare menigte zullen aanbidden en zullen roepen: “Jezus is Heer!”.
Pippa's bijdrage


'En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.'

Gelukkig zorgt God er uiteindelijk voor dat alles goed komt.

Vers van de dag
Openbaring 7:17b
'En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.'

 
Email
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.


Email Marketing door ActiveCampaign