Vijfentwintig manieren om nuttig te zijn voor God

23 oktober - dag 296

Hij is een van mijn geloofshelden. Hij is een toonbeeld van vroomheid, geloof en nederigheid. God gebruikte hem op een geweldige manier. Bij zijn overlijden in 1982 kon de executeur-testamentair geen enkel nog levend familielid vinden. Er kwam niemand die beweerde zelfs maar verre familie te zijn.

Toch vermeldde zijn necrologie in 'The Times' terecht dat hij de afgelopen vijftig jaar meer invloed had gehad in de Anglicaanse kerk dan zijn tijdgenoten. John Stott, een van de vele invloedrijke christelijke leiders die door hem tot geloof was gekomen, zei over hem: “De mensen die hem goed kenden en de mensen die met hem werkten verwachten niet dat ze ooit nog iemand als hij zullen ontmoeten. Het komt maar zelden voor dat iemand zoveel betekent voor zoveel mensen als deze bescheiden, zachtaardige en diepgelovige man.”

Waarom was deze man, de eerwaarde E.J.H. Nash, zo nuttig voor God? Hoe kun jij van nut zijn voor God?

Paulus schrijft: 'In een deftig huis heeft men niet alleen borden van goud en zilver, maar ook van hout en aardewerk. De dure borden worden voor de gasten gebruikt en de goedkope voor allerlei karweitjes in de keuken (...) zodat Christus je kan gebruiken voor Zijn hoogste doelen' (2 Timoteüs 2:20-21, HB).

John Stott schrijft: 'Er is geen grotere eer denkbaar dan een werktuig te zijn in de hand van Jezus Christus, om Hem ter beschikking te staan om te helpen zijn doelen te bereiken, om klaar te staan als Hij je nodig heeft.' 'Nuttig zijn voor [je] meester' en 'geschikt zijn voor elk goed doel' (v.21, WV) begint met je leven aan Hem geven en het steeds weer in zijn dienst stellen.

Spreuken 25:21-26:2

1. Heb je vijand lief

'Als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd' (Romeinen 12:20).

2. Houd je tong in bedwang

'Zoals de noordenwind een striemende regen brengt,
zo brengt geroddel woedende blikken' (Spreuken 25:23).

Als je de dingen anders wilt doen, begin dan met je gedachten en woorden. 'Luister niet naar zinloos en leeg gezwets, want het voert steeds verder van God weg' (2 Timoteüs 2:16).

3. Vermijd ruzie

'Je kunt beter in een hoekje op het dak wonen dan in één huis met een vrouw die ruzie zoekt' (Spreuken 25:24).

Hierover schrijft Paulus:'... roep hen ten overstaan van God dringend op om niet te redetwisten. Dat heeft geen enkel nut en leidt er alleen maar toe dat de toehoorders ten onder gaan' (2 Timoteüs 2:14). Hij vervolgt: 'Verwerp dwaze en onzinnige speculaties; je weet dat ze tot ruzie leiden. Een dienaar van de Heer moet geen ruzie maken' (vv.23-24).

4. Vertel goed nieuws

'Een goed bericht uit een ver land is als koel water voor een dorstige keel' (Spreuken 25:25). Het is zo'n voorrecht om het goede nieuws over Jezus te vertellen. Het 'is als koel water voor een dorstige keel'.

5. Wees standvastig

'Een rechtvaardige die een goddeloze niet weerstaat, is als een troebele bron, een vergiftigde put' (v.26). Soms is het belangrijk om standvastig te zijn.

6. Wees niet eerzuchtig

Als je eerzuchtig bent, zul je zien dat de echte eer je door de vingers glipt: 'Overmatig honing eten is niet goed, overmatig eer zoeken al evenmin' (v.27).

7. Beheers jezelf

'Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht' (v.28). Probeer niet om anderen te beheersen. De enige die je zou moeten willen beheersen ben jijzelf. Zelfbeheersing is een van de vruchten van de Geest (Galaten 5:23).

8. Maak je niet druk over wat andere mensen zeggen

Je hoeft niet bang te zijn voor geroddel en achterklap: 'Zoals een mus je voorbijfladdert en een zwaluw langs je heen schiet, zo zal een verwensing je nooit treffen, als je hem niet verdient' (Spreuken 26:2, GNB).

2 Timoteüs 2:1-26

9. Geef het door

Het is zo belangrijk om de boodschap door te geven en te investeren in anderen. In 2 Timoteüs 2:2 zien we vier stadia van investeren in anderen:

Wat ik gezegd heb,
wat jij gehoord hebt,
doorgeven aan betrouwbare mensen
die anderen kunnen onderwijzen.

10. Houd vol

Paulus gebruikt het beeld van het leven van een soldaat (v.4). Soldaten hebben het zwaar. Hij schrijft: 'daarom verdraag ik alles omwille van de uitverkorenen, opdat ook zij in Christus Jezus gered worden en eeuwige luister ontvangen' (v.10). '... als wij volharden, zullen we ook met hem heersen' (v.12).

11. Laat je niet afleiden

'Iemand die in krijgsdienst is, laat zich niet afleiden door het leven daarbuiten' (v.4a). Houd je ogen gericht op je doel en laat je niet afleiden door onbelangrijke dingen. Als soldaat moet je je niet laten afleiden en je bevelhebber tevreden houden (v.4b).

12. Houd je aan de regels

Paulus gebruikt ook het beeld van een atleet: 'Een atleet wint de prijs alleen als hij zich houdt aan de spelregels' (v.5, GNB).

13. Werk hard

Hierna neemt Paulus een boer als voorbeeld: 'De boer die het zware werk doet, heeft als eerste recht op de oogst' (v.6).

14. Denk na over Gods woorden

Alleen God kan inzicht geven, maar jij moet jouw aandeel leveren. Paulus schrijft: 'Denk na over wat ik je heb gezegd; de Heer zal ervoor zorgen dat je dit alles ook begrijpt' (v.7).

15. Richt je op Jezus

'Houd Jezus Christus in gedachten, uit het nageslacht van David, die uit de dood is opgewekt. Dit heb ik verkondigd' (v.8). Het evangelie gaat over Jezus. Redding geschiedt 'in Christus Jezus' (v.10).

16. Ga goed met Gods woord om

'Doe je best; wees een goede werker voor God, die zich niet hoeft te schamen. Geef Gods boodschap onvervalst door' (v.15, HB).

17. Keer je af van het kwaad

'Wie zichzelf een christen noemt, zou niets verkeerds moeten doen en niets verkeerd moeten zeggen' (v.19, HB). Tot inkeer komen is niet iets eenmaligs, het is een levenshouding. Het betekent dat je je best doet om niets kwaads te doen of te zeggen (v.19, HB) en dat je uit de buurt blijft van alles wat je slechte gedachten en gevoelens kan geven (v.22a, HB).

18. Wees een vredestichter

Paulus spoort Timoteüs onder andere aan om vrede na te streven (v.22). 'Je moet je niet bezighouden met domme en dwaze discussies. Want je weet dat daar ruzie van komt. Een leider van de kerk mag geen ruzie maken' (vv.23-24a, BGT).

Joyce Meyer schrijft: 'Ruzie is geharrewar, bekvechten, kibbelen, verhitte discussies, een sfeer van boosheid; ruzie is gevaarlijk en maakt meer kapot dan je lief is. Als we ruzie willen vermijden, moeten we bereid zijn om altijd te blijven praten en problemen bespreekbaar te maken. Vraag de Heilige Geest om je te helpen ruzie te voorkomen en overal om je heen de vrede te herstellen.'

19. Wees vriendelijk voor iedereen

'Een dienaar van de Heer moet (...) voor iedereen vriendelijk zijn' (v.24). Iedereen betekent iedereen; niet alleen je vrienden of mensen die je aardig vindt, maar alle mensen die je pad kruisen (vooral mensen die vaak niet gezien worden, zoals de dame achter de kassa, de buschauffeur, de receptionist, degene die je helpt aan de telefoon ...).

20. Leer onderwijzen

'Een dienaar van de Heer moet (...) een goede leraar zijn (...) en zijn tegenstanders zachtmoedig terechtwijzen' (vv.24b-25a). Onderwijs is een speciale roeping die geldt voor alle christenen. Vriendelijkheid en geduld zijn hierbij onmisbaar. 'Een knecht van de Here (...) moet de mensen die verkeerd doen, vriendelijk en geduldig terechtwijzen. Wees daarom nederig als je de mensen, die zich verzetten, duidelijk de waarheid zegt' (vv.24-25, HB).

21. Wees verdraagzaam

'Een dienaar van de Heer moet (...) verdraagzaam [zijn]' (v.24). Onverdraagzaamheid vergiftigt relaties.

Jeremia 49:7-50:10

22. Hoor het woord van de Heer

God gebruikte Jeremia op een geweldige manier omdat hij de boodschap van de Heer had gehoord (49:14).

23. Laat God door jou spreken

Jeremia hoorde niet alleen het woord van de Heer; hij was ook bereid om het uit te spreken zodat God door hem kon spreken. 'De HEER sprak bij monde van de profeet Jeremia' (50:1).

24. Blijf dicht bij de Heer

Jeremia profeteerde over de dagen dat 'het volk van Israël (...) samen met het volk van Juda (...) op weg [gaat] om de HEER, hun God, te zoeken' (v.4).

Dit is het soort band dat God met ons wil hebben: een nauwe verbintenis die eeuwig duurt (v.5).

25. Vind rust in de Heer

'Mijn volk – het waren verloren schapen. Hun herders hadden hen misleid, hen naar de bergen geleid. Zij gingen van berg naar heuvel. Zij vergaten hun rustplaats' (v.6, HSV). De Heer wordt 'je rustplaats' genoemd (v.6, HSV), de plaats waar je rust vindt voor je ziel (zie ook 6:16).

Heer, ik wil nuttig voor U zijn, mijn Meester, een werktuig in uw hand dat geschikt is voor elk goed doel. Ik wil U zoeken om mijzelf te verbinden aan U. Heer, vandaag draag ik mijzelf opnieuw aan U op.

Geef dat wij als kerk nuttig zijn voor U, Heer. Laat ons een gemeenschap zijn waarin mensen vriendelijkheid, geloof, liefde en vrede vinden. Laat ons het goede nieuws over Jezus verkondigen aan iedereen om ons heen en zo de maatschappij en de hele wereld transformeren door de kracht van de Heilige Geest.

Pippa's bijdrage

Spreuken 25:21-22

'Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapel je gloeiende kolen op zijn hoofd, en de HEER zal je belonen.'

Als iemand je pijn heeft gedaan, is het niet altijd makkelijk om vriendelijk en aardig terug te doen. Het helpt als je weet dat de Heer je zal belonen en ook dat beeld van die gloeiende kolen op zijn hoofd is een goede stimulans.