Share
Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Zo ben je een bron van zegen

1 oktober - dag 274

Vraag je je wel eens af of je echt iets kunt betekenen voor de mensen om je heen?

Een tijd geleden keek ik naar een aflevering van de realityserie The secret millionaire. Kevin Green, een miljonair die niet met zijn rijkdom te koop liep, was op zoek naar mensen en doelen die zouden kunnen profiteren van zijn financiële steun. Hij gaf ongeveer 100.000 dollar aan diverse mensen die werkten met daklozen, verslaafde tieners en gehandicapte kinderen. De reactie van al deze mensen was bijzonder ontroerend. Ze waren zo dankbaar! En de goede doelen konden veel goeds doen met het geld. Ze waren gezegend en konden hierdoor anderen tot zegen zijn.

Maar het interessantste van het programma vond ik toch de verandering in Kevin Green. Hij had op een heel nieuwe manier ervaren hoe mooi het is om anderen tot zegen te zijn. Hierdoor was zijn leven echt veranderd. De woorden van Jezus zijn waar: 'Geven maakt gelukkiger dan ontvangen' (Handelingen 20:35, NBV).

Archie Coates, voorganger van Holy Trinity Brompton, noemt de kerk een bron van zegen. Dat is nu precies waartoe we worden geroepen als christenen; als kerk en als persoon. Je kunt echt een bron van zegen zijn.

God is de ultieme bron van zegen

Dankzij Gods zegen over jouw leven kun jij iets voor anderen betekenen. God is de bron van alle zegen. Hij wil jou graag zegenen. In deze psalm wordt dit steeds met grote nadruk herhaald. Binnen enkele verzen zegt de psalmdichter zes keer hoe de Heer ons zal zegenen (vv.12-15).

God is niet een of andere multimiljonair. Hij heeft de hemel en aarde gemaakt: 'de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. (…) de hemel is van de HEERE' (vv.15b-16a). In zijn overstelpende goedheid heeft Hij ‘de aarde (…) aan de mensenkinderen gegeven’ (v.16b).

God zegent graag. De passende reactie op zegen is dankbaarheid: 'wij zegenen de HEER, van nu tot in eeuwigheid' (v.18, NBV).

'Halleluja' (v.18c). Heer, ik wil U steeds blijven loven. U hebt mij in Christus gezegend met allerlei geestelijke zegeningen (zie Efeze 1:3).
Wees anderen tot zegen

Hoe kun je in de praktijk echt iets betekenen voor de mensen om je heen?

We zijn 'kinderen van God' (v.15). Je wordt geroepen om net te doen als je Vader in de hemel, die graag zegent. Je hebt de verantwoordelijkheid om je eigen verlossing een uitwerking te laten hebben in je leven; jij moet ervoor zorgen dat elk onderdeel van je leven wordt beinvloed door Gods genade. Maar 'Hij zorgt ervoor dat u Hem graag wilt gehoorzamen en dat u ook doet wat Hij van u vraagt. Zo bereikt Hij Zijn doel' (v.13, HB).

Veel mensen willen hun toekomst niet toevertrouwen aan God, omdat ze bang zijn dat God iets van hen vraagt dat ze niet willen doen, of dat hun leven overhoop zal gooien. Deze angsten zijn natuurlijk ongegrond.

Als je je wil aan Hem onderwerpt, geeft God je het verlangen om te doen wat Hij van je vraagt. Als Hij je roept om op te komen voor de armen, dan doe je dat graag. Als Hij je roept om te onderwijzen, geeft Hij je het verlangen om mensen dingen te leren. Als je je overgeeft aan zijn wil, kan Hij zijn doel bereiken (v.13, HB).

Hij heeft het beste met je voor. Het is niet altijd gemakkelijk, maar er is geen beter plan dan het zijne. Hij geeft je alles wat je nodig hebt: 'God zelf zorgt ervoor dat jullie dat willen en kunnen' (v.13, BGT).

Paulus weet hoe mooi het is om een bron van zegen te zijn. Hij schrijft: 'Doe alles zonder te klagen, en zonder ruzie te maken. Dan zullen jullie volmaakte kinderen van God zijn, zuiver en zonder fouten. Dan vallen jullie op tussen alle slechte en oneerlijke mensen, als sterren die schitteren in de nacht' (vv.14-15, BGT).

Je hebt het immense voorrecht om te kunnen geven, niet alleen geld, maar 'het Woord van het leven' (v.16a). Er is niets mooier dan mensen die geestelijk dood zijn tot leven te zien komen door Jezus.

Paulus is bereid met blijdschap zijn leven te geven voor dit voorrecht: 'Maar al word ik ook als een plengoffer uitgegoten over het offer en de bediening van uw geloof, ik verblijd mij en ik verblijd mij met u allen. En u verblijdt zich ook daarover; verblijd u dan met mij' (vv.17-18).

Paulus geeft twee voorbeelden van zijn vrienden die laten zien hoe je anderen tot zegen kunt zijn:

  1. Wees oprecht geïnteresseerd in anderen
    Timotheüs was een van Paulus' beste vrienden en hij wordt vaak in zijn brieven genoemd. Zijn trouw en hulp waren zo groot dat Paulus schrijft dat het is ’zoals een kind met zijn vader’ (v.22).

    Paulus prijst zijn vriend: '... hij geeft net zo veel om jullie als ik. Jullie weten dat jullie op Timoteüs kunnen vertrouwen' (v.21, BGT). Paulus vergelijkt dit met het schadelijke eigenbelang van de meeste mensen: 'Alle mensen denken alleen aan wat ze zelf willen' (v.21, BGT).

    Timotheüs was een bron van zegen omdat hij zich oprecht bekommerde om de Filippenzen (v.20). Paulus zegt dat Timotheüs ‘met mij gediend heeft in het Evangelie’ (v.22).

  1. Wees moedig en kom op voor anderen
    Epafroditus was ook een trouwe vriend van Paulus en de Filippenzen. Zijn ware aard is zichtbaar in grote en kleine dingen, en vaak zijn het de kleine dingen die het meeste zeggen. Als hij heel ziek is en op het randje van de dood balanceert, maakt Epafroditus zich zorgen, niet omdat hij ziek is en de dood nabij, maar omdat zijn vrienden hier verdriet van hebben. In dat opzicht lijkt hij op mensen die zich zorgen maken als ze ziek zijn, niet zozeer over het feit dat ze ziek zijn, maar die bang zijn dat ze hun familie en vrienden tot last zijn.

    Paulus noemt Epafroditus een 'broeder, medearbeider en medestrijder' (v.25). Epafroditus was bereid om zijn leven op het spel te zetten voor zijn vriend Paulus (v.30, NBV). 'Op het spel zetten' kunnen we hier letterlijk nemen.

    In de begintijd van de kerk waren er groepen mannen en vrouwen die zich 'de gokkers' noemden en die zorgden voor de zieken en gevangenen. Een voorbeeld: Cyprianus, een bisschop van Carthago, was opmerkelijk moedig tijdens de pestepidemie die begon in 250 n. Chr. Iedereen liet de zieken en doden links liggen, maar Cyprianus en andere christenen begroeven de doden, verzorgden de zieken en redden de stad, waarbij ze hun eigen leven op het spel zetten.

    Epafroditus zette zijn leven op het spel door om te gaan met Paulus die in de gevangenis zat op beschuldiging van een halsmisdaad, waardoor hij het risico liep van hetzelfde te worden beschuldigd. Epafroditus toonde zich onverschrokken door zo moedig op te komen voor Paulus. Ook hij was een bron van zegen.
Heer, help me om alles te doen zonder te morren en zonder tegen te spreken. Help me om vandaag iemand het Woord van het leven aan te reiken.
Keer je niet af van Gods zegen

Als je ervaart hoe goed het is om in nauwe verbondenheid met God te leven, zullen de mensen om je heen delen in die zegen (4:2).

Jeremia spoort de mensen aan om terug te keren naar de Heer (v.1). God wil je graag zegenen. '... als u (...) uw afschuwelijke afgoden opzij wilt zetten en niet meer van Mij wilt afdwalen, en als u alleen bij Mij, de levende God, zweert en begint een goed, eerlijk en rein leven te leiden, dan zal Ik de volken van de wereld zegenen' (vv.1b-2a, HB).

God wilde zijn volk en alle volken graag zegenen, maar zij keerden zich van zijn zegen af. Jeremia waarschuwde de mensen voor de gevaren die op de loer liggen als ze God verruilen voor afgoden: 'je kleren zijn besmeurd met het bloed van arme, onschuldige mensen' (2:34). Ze zijn ontrouw geweest (3:1b).

Steeds weer spoort de Heer hen aan om naar Hem terug te keren: 'Kom terug, ontrouw Israël (...) want ik ben vol genade (...) Ik zal jullie herders naar mijn hart geven, en die zullen jullie met wijsheid en inzicht weiden (...) Hoe kan ik je een plaats tussen mijn kinderen geven en je een begeerlijk land schenken, een sieraad voor de hele wereld? En ik dacht: Jullie zullen “vader” tegen mij zeggen, jullie keren je niet van mij af' (vv.12,15,19, NBV).

Het gaat de Heer om je hart en niet zozeer om de uiterlijke schijn. Je kunt bij God niet doen alsof: 'Zelfs in dit alles heeft haar trouweloze zuster Juda zich niet tot Mij bekeerd met heel haar hart, maar slechts in schijn, spreekt de HEERE' (v.10). De Heer spoort hen aan: 'Besnijd u voor de HEERE en doe de voorhuid van uw hart weg' (4:4). Zelfs in het Oude Testament zei God dat Hij een besneden hart wil, een hart dat Hem volledig is toegewijd.

Als je je op de een of andere manier van de Heer hebt afgekeerd, ga dan vandaag nog met heel je hart naar Hem terug (v.10).

Heer, vandaag geef ik U alles wat ik heb, mijn tijd, geld, bezit en al het andere. Dank U, Heer, dat U me wilt zegenen en dat U anderen via mij wilt zegenen. Heer, help me vandaag om anderen tot zegen te zijn.
Pippa's bijdrage

'Doe alles zonder morren en tegenspreken, opdat u zuiver en smetteloos bent, onberispelijke kinderen van God.'

Je mag kennelijk zelfs niet een beetje tegensputteren. En wat betreft 'smetteloos' en 'onberispelijk', daar is voor mij nog wel wat werk aan de winkel!
Vers voor vandaag
Filippenzen 2:14, NBV

'Doe alles zonder morren en tegenspreken...'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.


Email Marketing door ActiveCampaign