|
|
|
|
Als het leven moeilijk is
|
|
|
22 juni - dag 173
Hij was gearresteerd omdat hij het evangelie verkondigde. Zijn vrouw overleed, waardoor hij achterbleef met vier kinderen, van wie er één blind was. Toch weigerde hij te stoppen om mensen het goede nieuws over Jezus te vertellen. Hij schreef zijn beste werk in de gevangenis. Het was een bron van spirituele hulp en inspiratie voor talloze lezers. Het boek verscheen in 1678, is vertaald in meer dan 200 talen en wordt nog steeds herdrukt. 'Christenreis' is een allegorie die is geschreven door John Bunyan. Het gaat over een man met de naam 'Christen', die op weg is van zijn
geboorteplaats naar de Hemelstad. Onderweg krijgt hij te maken met allerlei hindernissen en problemen, maar hij houdt vol vertrouwen vol tot het einde. Het leven van een christen is niet makkelijk. Je krijgt onderweg te maken met allerlei moeilijkheden. Maar daardoor hoef je de weg niet kwijt te raken. Als je dicht bij Jezus blijft als je het moeilijk hebt, kom je er sterker en wijzer uit en ga je steeds meer op Jezus lijken.
|
|
|
|
|
1. Nood: hoe moet je reageren?
Mijn vriend Luigi is een Benedictijner monnik. Hij heeft me verteld dat hij zijn gebeden vaak begint met 'een klaagzang'. Aan het begin van deze psalm klaagt de psalmdichter zijn nood bij God.
Het feit dat je een relatie met God hebt, betekent niet dat je nooit 'in nood' zult zijn (v.3, BGT). De psalmdichter kon er niet van slapen (v.5a, HB). Hij heeft het gevoel dat God hem heeft verstoten en dat hij zijn ontferming nooit meer zal ervaren (vv.8-10).
In de eerste helft van Psalm 77 lezen we wat we moeten doen als we in nood zijn. Je mag er zeker van zijn dat:
- God luistert naar je hulpgeroep
Vertel God openhartig hoe je je voelt: 'Ik roep naar God, ik schreeuw het uit! Ik roep naar God, hij moet mij horen. Ik ben in nood, ik vraag de Heer om hulp' (vv.2-3a, BGT).
- God stelt je eerlijkheid op prijs
Eerlijke vragen stellen heeft een therapeutisch effect. Gods mensen brengen hun twijfels, problemen en nood bij God en stellen Hem vragen. Zelfs Jezus stelt een vraag als Hij aan het kruis hangt en citeert daarbij Psalm 22:1: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?' (Matteüs 27:46).
God wil dat je eerlijk, openhartig en waarachtig bent tegen Hem. Hij wil niet dat je net doet alsof alles goed gaat. Hij wil je hartenkreet horen. Dat geeft een innige band zodat je dicht bij Hem komt, ook in tijden van grote nood.
|
|
|
Heer, dank U dat U mijn hartenkreet hoort. Dank U dat U me niet afwijst en dat U Zich houdt aan uw woord.
|
|
|
|
2. Onenigheid: hoe los je het op?
Het is niet verbazingwekkend dat er ook in de kerk ruzie, onenigheid en woordenstrijd is. Hier lezen we over een 'grote onenigheid' en een 'felle woordenstrijd' (v.2) over wat er nodig was om te worden geaccepteerd als christen – dat wil zeggen als lid van de gemeente – en 'gered' te worden (v.1). Moest iemand zich laten besnijden? (v.1).
De besluitvorming bestaat uit vier stappen. Dit is een uitstekend model voor het omgaan met onenigheid in de plaatselijke, landelijke en zelfs wereldwijde kerk van vandaag.
- Een vergadering bij elkaar roepen
Er waren mensen die erop stonden dat iedereen besneden werd. Paulus en Barnabas waren het hier absoluut niet mee eens. Ze belegden een speciale vergadering om de twee kampen nader tot elkaar te brengen.
Wees niet bang voor onenigheid. Als verstandige mensen bij elkaar komen om te praten over belangrijke zaken, is het niet meer dan logisch en ook productief dat hier stevig over wordt gediscussieerd. Sterker nog, dat houdt de vergadering boeiend!
- Afwegen en bespreken
De argumenten gingen over en weer en er ontstond een 'hevige woordenstrijd' (v.7). Uiteindelijk gaven twee factoren de doorslag:
Ten eerste baseerden ze zich op de ervaring van de Geest. Het eerste argument van Paulus was gebaseerd op wat hij de Heilige Geest had zien doen in het huis van Cornelius: 'Hij [God] kent de harten van de mensen. En hij laat zien dat ook de niet-Joden erbij horen. Want hij heeft ook aan hen de heilige Geest gegeven, net als aan ons. God maakt geen verschil
tussen Joden en niet-Joden' (vv.8-9a BGT). Als ze onderscheid maakten, werkten ze God tegen. Hieruit trok hij de conclusie: 'We geloven dat we alleen door de genade van de Heer Jezus gered kunnen worden' (v.11).
Ten tweede was de redenering gebaseerd op het bewijs van de Schrift. Jakobus wijst erop dat het woord van God en de Geest van God hetzelfde zeggen: 'Dat stemt overeen met de woorden van de profeten' (v.15). Hij laat zien dat al in de Schriften wordt gezegd dat 'alle heidenen' erbij horen (v.17). Hij stelt voor om de ervaring van de Heilige Geest en het bewijs van de Schrift te volgen (vv.19-21). We mogen er zeker van zijn dat het woord van God en de Geest van God altijd in overeenstemming zijn. Waar we niet zeker van kunnen zijn, is dat we deze ook altijd goed begrijpen. De voorstanders van besnijdenis baseerden zich ook op de Schriften. Petrus en Jacobus schoven de Schriften niet terzijde, maar
beweerden dat de Schriften niet goed werden uitgelegd.
- Een besluit nemen
Uiteindelijk komen ze tot een besluit (v.22). Dit was een bepalend moment in het bestaan van de eerste gemeente. 'Daarop zwegen alle aanwezigen, en men luisterde naar Barnabas en Paulus, die vertelden welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen had verricht' (v.12). Het was een magisch moment waardoor ze stilvielen.
Uiteindelijk is er een oordeel nodig om tot een besluit te komen. De apostel Jakobus zei: 'Daarom ben ik van oordeel' (v.19, HSV). Het was van doorslaggevend belang dat ze 'het de mensen uit andere volken niet moeilijk [wilden] maken als ze in God gaan geloven' (v.19, BGT). Alle mensen moesten in de gemeente worden verwelkomd, ongeacht hun achtergrond, maar ze moesten zich wel aan bepaalde regels houden (v.20).
De les die we hieruit kunnen trekken is dat we heel voorzichtig moeten zijn en mensen die het geloof in Jezus verkennen het niet nodeloos moeilijk moeten maken met overbodige obstakels. We moeten er ook voor waken om de kerk te veel te begrenzen.
- De beslissing bekendmaken
Ze schreven op wat ze besloten hadden (v.20). Notulen zijn geen formaliteit. Het is belangrijk om besluiten vast te leggen. Daarna moet je ze bekendmaken, zoals we morgen zullen lezen (vv.23-29).
|
|
|
Heer, geef ons wijsheid als we ons buigen over onenigheid binnen de kerk. Dank U dat U uw Heilige Geest ook vandaag weer uitstort over alle geledingen van uw kerk. Help ons om net als U geen onderscheid te maken tussen ons en hen (v.9).
|
|
|
|
|
3. Afleiding: hoe weersta je dat?
Het leven van Salomo stelt ons voor een uitdaging en is tegelijk een waarschuwing: succes kan gevaarlijker zijn dan falen.
Salomo deed veel goeds. Hij was uiterst succesvol; hij was de rijkste en wijste koning van zijn tijd (10:23). Iedereen wilde hem ontmoeten en 'de wijsheid (...) horen, die God in zijn hart gelegd had' (v.24).
Salomo had alles wat zijn hartje begeerde. In twintig jaar tijd had hij twee geweldige gebouwen laten neerzetten: de tempel en zijn paleis (9:10). De koningin van Seba stond versteld van wat ze allemaal zag (v.7). Ze begrijpt dat dit alleen het werk van God kan zijn: 'Ik dank de Heer, uw God. Hij houdt zo veel van u, dat hij u koning van Israël gemaakt heeft. Hij houdt zo veel van zijn volk, dat u hen mag
leiden. U zult het volk goed en rechtvaardig besturen' (v.9, BGT).
Maar aan het einde van zijn leven raakte Salomo de weg kwijt. Zelfs hij liet zich overhalen tot zonde. 'Op zijn oude dag (...) was hij de HEER, zijn God, niet meer met hart en ziel toegedaan zoals zijn vader David dat was geweest (...) hij was ontrouw geworden aan hem, de God van Israël' (11:4,9).
Waar ging het mis? Het begon met losbandig seksueel gedrag. Koning Salomo was geobsedeerd door seks: 'Hij had zevenhonderd vrouwen, en verder nog driehonderd bijvrouwen' (v.3, BGT).
Het eindigde met het dienen van andere goden: 'Zij [de buitenlandse vrouwen] brachten hem ertoe hun afgoden te vereren' (v.4a, HB). 'Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER en was de HEER niet zo trouw als zijn vader David' (v.6). Hij ging in tegen het gebod van de Heer dat 'het de koning [niet is] toegestaan er veel vrouwen op na te houden, want dat zou hem tot afgodendienst kunnen verleiden. En
verder mag hij ook geen zilver en goud ophopen' (Deuteronomium 17:17). De afleidingen zorgden ervoor dat Salomo het spoor bijster raakte.
David maakte er wel eens een puinhoop van. Maar daarna had hij altijd berouw en kwam terug bij de Heer en was Hem weer trouw. Bij Salomo zien we iets anders. Zevenhonderd vrouwen en driehonderd bijvrouwen verzamel je niet in een paar dagen. Er moet in zijn hart iets fout hebben gezeten. Ondanks al Gods zegeningen liet Salomo de zonde toe in zijn hart en die zonde bracht hem ten val.
Als je niet zo wilt eindigen als Salomo, moet je dicht bij Jezus blijven en naar Hem luisteren. Want Jezus zei dat de koningin van Seba 'van het uiteinde van de aarde [was] gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!' (Matteüs 12:42).
|
|
|
Heer, dank U voor deze waarschuwing. Waak over mijn hart. Help me om met hart en ziel toegewijd te blijven aan de Heer en U trouw te blijven tot het eind van mijn leven.
|
|
|
|
Pippa's bijdrage
Hoe kan zo'n wijze man zo dom zijn waar het vrouwen betreft? Hij was ook ongehoorzaam. God had duidelijk gezegd dat hij niet mocht trouwen met vrouwen uit die plaatsen. Maar dat deed Salomo wel. God had gewaarschuwd dat ze hem van het rechte pad zouden brengen. En dat deden ze.
|
|
|
Vers van de dag Handelingen 14:8, WV 'God die de harten kent heeft dat
bevestigd door hun, net als ons, de heilige Geest te schenken.'
|
|
|
|
|
|
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
|
|
|
|
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.
|
|
|
|
|