Zestien kenmerken van de liefde

19 augustus - dag 231

Ik heb geprobeerd om het voorbeeld te volgen van een missionaris. Zij las elke dag vier verzen van het gedeelte uit het Nieuwe Testament voor vandaag. In deze verzen worden zestien kenmerken van de liefde opgenoemd. Zij verving de woorden 'de liefde' door haar eigen naam. Als ze bij een kenmerk kwam waarvan ze wist dat het niet waar was voor haar, moest ze stoppen. Het was haar doel om op een dag de hele lijst te kunnen lezen.

De vier verzen (1 Korinthe 13:4-7) beginnen met 'De liefde is geduldig'. En dus vulde ik mijn eigen naam in en begon met 'Nicky is geduldig'. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik gelijk moest stoppen!

De evangelist D.L. Moody logeerde eens bij een groep vrienden in Engeland. Op een avond vroegen ze Henry Drummond, een Schotse evangelist, om iets te zeggen over een stuk uit de Bijbel. Na enig aandringen haalde Henry een klein boekje met het Nieuwe Testament uit zijn zak, sloeg het open bij 1 Korinthe 13 en begon te praten over de liefde. D.L. Moody schreef in reactie hierop:

'Ik had het gevoel dat ik nog nooit zoiets moois had gehoord. Onze grootste behoefte in ons leven als christen is liefde, meer liefde voor God en voor elkaar. Ik zou wel willen dat we konden verhuizen naar dat hoofdstuk over de liefde en daar konden wonen.'

We krijgen een idee van wat Henry Drummond die avond gezegd moet hebben als we zijn boek The Greatest Thing in the World lezen. Daarin schrijft hij: 'Wat is het grootste goed? Je leven ligt voor je. Je leeft maar een keer. Wat is het nobelste wat je kunt wensen, het mooiste geschenk dat je kunt verlangen? In 1 Korinthe 13 neemt Paulus ons mee naar de bron van het christendom en daar lezen we 'de meeste van deze is de liefde.'

God is liefde. We houden onszelf voor de gek als we denken dat we van God kunnen houden en andere mensen kunnen haten (1 Johannes 4:20). Liefde moet bovenaan je lijst met spirituele prioriteiten staan. Het zou het belangrijkste in je leven moeten zijn. Paulus noemt het 'een weg die die dit alles nog overtreft' (1 Korinthe 12:31).

Wees blij met Gods liefde voor jou

De psalmdichter spoort ons aan: 'Juich voor de HEERE, (…) dien de HEERE met blijdschap, kom voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang' (vv.1-2). Hij zegt tegen ons: 'Ga Zijn poorten binnen met een lofoffer, Zijn voorhoven met een lofzang; loof Hem, prijs Zijn Naam' (v.4). Het wachtwoord is 'dank U wel'.

Waarom? Waarom moeten we juichen, dankbaar zijn en lofprijzen? We lezen het antwoord in vers 5: 'Want de HEERE is goed,
Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, Zijn trouw van generatie op generatie'

God is goed en Hij houdt van jou. Dit is een goede samenvatting van de boodschap van de hele Bijbel. Zijn liefde is de bron van onze liefde: 'Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad' (1 Johannes 4:19, NBV). Besef, geloof en accepteer dat Hij van jou houdt en wees blij met zijn liefde.

Ga voor een leven vol liefde

Henry Drummond legt uit dat de liefde aan het begin van dit hoofdstuk wordt vergeleken. In het hart van het hoofdstuk wordt de liefde geanalyseerd. Aan het eind van het hoofdstuk wordt de liefde verdedigd als het ultieme geschenk.

Liefde vergeleken
De beschrijving van de liefde in 1 Korinthe 13 is een van de mooiste en bekendste gedeelten van het Nieuwe Testament. Veel mensen die niet naar de kerk gaan kennen het omdat het vaak wordt gelezen bij bruiloften. Paulus zet dit hoofdstuk centraal in zijn onderwijs over de gaven van de Heilige Geest in het lichaam van Christus.

Hij noemt negen gaven in 1 Korinthe 12:27-30. Aan het begin van hoofdstuk 12 noemde hij ook negen gaven. Daarvan zijn er vijf hetzelfde. Hij noemt dus in totaal dertien gaven van de Heilige Geest. Paulus beschrijft het belang van deze gaven voor de optimale werking van het lichaam van Christus.

Hij doet niets af aan het belang van gaven met zijn verhaal over de liefde. Hij zegt juist: “Gaven zijn heel belangrijk, maar de liefde is nog belangrijker.” We hebben er dringend behoefte aan dat de gaven van de Heilige Geest vandaag de dag op de juiste manier worden gebruikt in de kerk. Maar, net als in de tijd van Paulus, is de liefde nog belangrijker. Het is 'een weg die dit alles nog overtreft' (v.31).

Paulus zegt eigenlijk: “Ook al zouden we alle gaven hebben, ook al zouden we alles weggeven aan de armen en de marteldood sterven; als we de liefde niet hebben, helpt het allemaal niets” (13:1-3). Hij uit geen kritiek op het gebruik van de gaven, zoals het spreken van vreemde talen en profetie (vv.1-2) en ook niet op weldoeners en martelaars (v.3). Hij benadrukt alleen hoe belangrijk het is dat je alles wat je doet uit liefde doet.
Liefde geanalyseerd
Hierna noemt Paulus zestien kenmerken van de liefde. Elke keer dat ik ze lees, voel ik me sterk uitgedaagd. Ik weet hoezeer ik tekortschiet in deze kenmerken, niet alleen in de eerste! In de Bijbel in Gewone Taal is het als volgt vertaald:

'Liefde is: geduldig en vriendelijk zijn.
Liefde is: niet jaloers zijn,
niet vertellen hoe goed je bent,
jezelf niet belangrijker vinden dan een ander.
Liefde is: een ander niet beledigen,
niet alleen aan jezelf denken,
geen ruzie maken
en geen wraak willen nemen.
Liefde is: blij worden van het goede
en een hekel hebben aan het kwaad.
Door de liefde verdraag je alles wat er met je gebeurt.
Door de liefde blijf je geloven en vertrouwen.
Door de liefde blijf je altijd volhouden' (vv.4-7, BGT).

Kies één van deze, bijvoorbeeld: ‘Door de liefde blijf je vertrouwen en volhouden’. Als je altijd op God blijft vertrouwen, zal het je leven veranderen.
Liefde verdedigd
Liefde duurt voor eeuwig. Al het andere is tijdelijk. Alle gaven van de Geest worden ooit overbodig. Er zijn mensen die beweren dat Paulus hier bedoelt dat de gaven van de Geest (zoals het spreken in tongen) op een bepaald punt in de geschiedenis zouden verdwijnen. Maar hij zegt juist het tegenovergestelde. Hij zegt dat de gaven van de Geest pas verdwijnen als we Jezus zien ‘van aangezicht tot aangezicht’ (v.12). We zien Jezus nog niet ‘van aangezicht tot aangezicht’ en dus zijn de gaven van de Geest nog niet verdwenen. We hebben ze nog steeds hard nodig.

Maar het grootste goed in de wereld is de liefde. Geloof, hoop en liefde zijn een geweldig driespan, maar 'de meeste van deze is de liefde' (v.13).

Zorg ervoor dat de liefde het belangrijkst is

Het woord 'liefde' en woorden die hiervan zijn afgeleid vormen de rode draad van het boek Hooglied. Het hele boek gaat over de romantische liefde tussen een minnaar en zijn beminde. Ze zijn helemaal in de ban van hun liefde voor elkaar. Het meisje zegt dat ze ziek is van liefde (5:8d).

Ook de lichamelijke en erotische liefde komen aan bod. Beide geliefden beschrijven hoe mooi het lichaam van hun huwelijkspartner is (5:10-16, 6:4-9). Iemand schreef in zijn toelichting: 'Het Hooglied is een lang, lyrisch gedicht over de erotische liefde en seksuele verlangens; een gedicht waarin het lichaam wordt beschreven als begerenswaardig en als bron van genot. De geliefden spelen een spel waarin ze steeds seksuele bevrediging najagen en vinden.'

Maar hun liefde gaat veel verder dan de lichamelijke en erotische liefde. Het meisje zegt: 'Dit is mijn lief, dit is mijn vriend' (5:16c, NBV). Er is niets mooiers dan dat je huwelijkspartner ook je geliefde en je beste vriend is.

In het gedeelte dat we gisteren lazen zegt de jongen tegen haar: 'O, bron van de tuinen, put van levend water' (4:15). Ieder mens heeft onuitputtelijke, prachtige en wonderbaarlijke bronnen.

Aan het einde van het Hooglied lezen we een prachtige beschrijving van de onvergankelijkheid van de liefde: 'Leg mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm. Want de liefde is sterk als de dood,
de hartstocht onstuitbaar als het graf' (8:6, HB). Nu, na de opstanding van Jezus, kunnen we zeggen dat de liefde zelfs sterker is dan de dood. 'De liefde vergaat nooit' (1 Korinthe 13:8).

In de Bijbel in Gewone Taal is het als volgt vertaald:
'De liefde is zo sterk als de dood,
niemand houdt de liefde tegen.
De liefde lijkt op een vuur,
een vuur dat hevig brandt.
Geen zee of rivier kan dat vuur ooit blussen,
want de liefde houdt nooit op' (8:6c-7a, BGT).