Share
Je dagelijkse mail van bijbeljaar.nl
 
Psalm    Nieuwe Testament     Oude Testament
Gods oordeel en dat van ons
10 augustus - dag 222

Toen ik nog werkte als advocaat, waren de meeste rechters voor wie ik moest verschijnen heel erg goed. Maar ik herinner me een keer dat ik voor een rechter stond die niet goed was. Dat was een verschrikkelijke ervaring.

Ik vertegenwoordigde een verdachte in een strafzaak. Het was de tweede zaak die ik deed waarbij een jury betrokken was. Ik was jong en onervaren. Toch vond ik dat de rechter de zaak helemaal verkeerd behandelde. Ze onderbrak me steeds als ik het woord had. Ze stelde steeds haar eigen vragen. Op een gegeven moment had ik gewoon ruzie met de rechter.

De samenvatting van de rechter klonk meer als een tweede aanklacht en mijn cliënt werd veroordeeld tot een gevangenisstraf. We gingen in hoger beroep met als argument dat de verdachte recht had op een eerlijk proces en dat hij dat niet had gekregen.

Toen ik voor drie zeer ervaren rechters van het gerechtshof moest verschijnen, was ik heel erg bang dat ze mij mijn ruzie met de rechter kwalijk zouden nemen. Tot mijn grote opluchting vonden ze haar gedrag tijdens de rechtszitting net zo erg als ik. Ze verklaarden de oorspronkelijke uitspraak nietig en mijn vertrouwen in het Britse rechtssysteem werd hersteld.

Er maar weinig goede rechters. In grote delen van de wereld zijn rechters corrupt en kunnen ze worden omgekocht. Er is geen rechtstaat. Er heerst onrecht. Vaak zijn de armen hiervan de dupe.

 
1. Rechter van de aarde

De Here God is 'rechter van de aarde' (v.2). Vandaag de dag zien we niet altijd gerechtigheid. We zien wetteloosheid (v.3), hooghartigheid en opschepperij (v.4). We zien dat mensen worden onderdrukt en vertrapt (v.5). We zien dat weduwen, vreemdelingen en wezen lijden (v.6).

De psalmdichter roept om gerechtigheid. God is een God van gerechtigheid. Hij is een God van 'vergelding' (v.1). Dit is geen wraak, maar de gepaste en rechtvaardige reactie op kwaad en wetteloosheid. Hij geeft de hoogmoedigen hun verdiende loon (v.2b). De wettelozen komen er niet meer mee weg. De armen worden niet meer onderdrukt.

Gods oordeel is een aspect van zijn liefde. Hij houdt van mensen aan de randen van de samenleving. Daarom komt Hij voor hen op door te oordelen over hun onderdrukkers.

Onrecht is de oorzaak van zoveel ellende in de wereld. Het is een daad van liefde om mensenhandelaars voor de rechter te brengen en zo onschuldige mensen te beschermen.

Soms komen we in de verleiding om te denken dat God het onrecht niet hoort of ziet, of we denken dat Hij het allemaal niet erg vindt. De realiteit is dat God, die het oor geplant heeft en het oog gevormd heeft, wel degelijk hoort en ziet (v.9). Dit betekent dat Gods oordeel liefdevol en volmaakt zal zijn. God is alwetend want Hij weet precies wat er in de mensen omgaat (v.11a, HB). En dus kan en zal Hij volmaakt rechtvaardig zijn.

Heer, dank U dat wij ooit volmaakte rechtvaardigheid zullen zien van een volmaakt Rechter. Wilt U ons tot die tijd helpen om hier op aarde rechtvaardigheid na te streven, vooral voor mensen aan de randen van de samenleving.
2. Rechters in de kerk

In het Nieuwe Testament is de algemene regel dat christenen geen rechtszaak tegen elkaar aanspannen.

Paulus was diep geschokt dat de gelovigen in Korinte elkaar voor de rechter sleepten (v.1a). Hij schrijft: 'Hoe durft u (...) recht te zoeken bij de rechtbank' (v.1, HB). Dit is heel slechte reclame voor de kerk. Gelovigen vochten hun onenigheid uit ten overstaan van de 'ongelovigen' (v.1): 'Maar waarom is hij naar ongelovige rechters gegaan? Hij had aan christenen moeten vragen om recht te spreken' (v.1b, BGT).

Het is beter dat ze onrecht lijden of benadeeld worden dan dat ze zelf onrecht doen of een ander benadelen (vv.7-8). Paulus drukt hun op het hart dat ze, als ze een geschil hebben, dit onderling moeten oplossen (vv.4-6).

Als het dan echt nodig is om een geschil uit de wereld te helpen, moeten ze rechters aanstellen uit de gemeente. Paulus zegt dat 'Gods heiligen over de wereld zullen oordelen' (v.2a). 'Jullie weten toch wat er zal gebeuren aan het einde van de tijd? Dan zullen de christenen rechtspreken over de hele wereld' (v.2, BGT). Tijdens dit oordeel zal ook over de engelen worden geoordeeld (v.3a).

Paulus voert als argument aan dat, als ze ooit deel zullen uitmaken van de grote dag van het Oordeel, ze nu ook kunnen beslissen over alledaagse dingen (vv.2-3). Ze moeten absoluut voorkomen dat ze elkaar voor het gerecht slepen voor het oog van 'ongelovigen' (v.6).

Er komt een laatste oordeel: 'Wie onrecht doet, zal geen deel hebben aan het koninkrijk van God' (v.9a). Paulus noemt een aantal soorten zondaars: 'Mensen die vrije sex voorstaan, afgoden dienen, overspel plegen of zich met homoseksuele praktijken inlaten, blijven buiten het Koninkrijk van God. Dat geldt ook voor dieven, gierigaards, dronkaards, roddelaars en oplichters' (vv.9-10, HB).

Een deel van de mensen aan wie Paulus zijn brief schrijft, had zich in het recente verleden schuldig gemaakt aan dit soort praktijken. Hij schrijft: 'Maar God heeft jullie zonden vergeven. Hij heeft jullie gered, en nu leven jullie zoals God het wil. Jullie horen nu bij de Heer Jezus Christus, en onze God heeft jullie zijn Geest gegeven' (v.11, BGT).

We verdienen het allemaal om veroordeeld te worden bij het laatste oordeel. We hebben geen reden tot zelfgenoegzaamheid en opschepperij. Maar doordat Jezus voor jou is gestorven, ben je schoongewassen, geheiligd en gerechtvaardigd. Gerechtvaardigd betekent dat God je vrijspreekt in zijn rechtszaal. Het oordeel wordt vervroegd en je krijgt de uitspraak nu al.

Je kunt de toekomst vol vertrouwen tegemoetzien. De dood is niet het einde: 'God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal hij ook ons opwekken' (v.14). Je kunt er niet alleen zeker van zijn dat je op een dag zult worden opgewekt tot het eeuwige leven. Dankzij Jezus kun je er ook zeker van zijn dat je vol vertrouwen, 'geheiligd' en 'gerechtvaardigd' kunt verschijnen voor de rechter van de aarde (v.11).

Dit betekent niet dat je kunt doen wat je maar wilt. Integendeel. Je lichaam is nu een tempel van de Heilige Geest (v.19). Er is een prijs voor je betaald (v.20). En daarom moet je ontucht uit de weg gaan (v.18). 'Of weet u niet dat u, door gemeenschap te hebben met een prostituee, één met haar wordt? (...) Maar als u gemeenschap met de Here hebt, bent u één van geest met Hem' (vv.16-17, HB). 'Jullie weten dat je lichaam heilig is. Want de heilige Geest is in jullie lichaam gekomen, toen God jullie die Geest gaf' (v.19, BGT).

Laat je niet door iets beheersen (v.12). Je lichaam is van God. Gebruik het om Hem eer te bewijzen (v.20).

Heer, dank U dat ik door het bloed van Jezus schoongewassen ben. Dank U dat ik al ben vrijgesproken. Help met om te leven als iemand die is vrijgesproken en U eer te bewijzen bij alles wat ik doe.
3. Salomo's oordeel

Voel je je wel eens overdonderd door iets wat je moet doen? Ik in ieder geval wel. Salomo stond voor een enorme taak.

Hij zat stevig in het zadel als koning (v.1a). Hij sprak heel Israël toe, onder wie de 'rechters' (v.2).

Hij moest zelf ook optreden als rechter. Salomo staat nog steeds vooral bekend om zijn goede beoordelingsvermogen. Het volk had 'groot ontzag voor hem, want ze begrepen dat hij het recht handhaafde met goddelijke wijsheid' (1 Koningen 3:28).

Hoe kwam hij aan deze wijsheid? Het was het antwoord op zijn gebed. God vroeg hem: 'Wat wil je dat ik je geef?' (2 Kronieken 1:7). Hij vroeg, net als ik vaak doe: 'Geef mij de wijsheid en het inzicht dat ik nodig heb om uw grote volk te leiden' (v.10, BGT).

'Toen zei God tegen Salomo: 'Ik vind het bijzonder dat je dat wilt. Dat je niet vraagt om kostbare schatten, of om beroemd te mogen worden. En ook niet om de dood van je vijanden, of om een lang leven. Nee, je hebt gevraagd om wijsheid en inzicht, zodat je mijn volk kunt leiden. Het volk waarvan ik jou koning gemaakt heb. Daarom zal ik je wijsheid en inzicht geven. Maar ik zal je ook kostbare schatten geven, en ik zal ervoor zorgen dat je beroemd wordt. Zo'n rijke en machtige koning als jij is er nooit geweest en zal er nooit meer zijn' ' (vv.11-12, BGT).

Ook Jezus heeft gezegd: 'Zoek (...) eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden' (Matteüs 6:33). En Jakobus schrijft: 'Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven' (Jakobus 1:5).

Heer, ik vraag U om wijsheid en inzicht voor mijzelf en voor alle mensen die leidinggeven en besturen. Ik bid om goede rechters en om een transformatie in rechtssystemen overal in de wereld.
Pippa's bijdrage


'Schenk me wijsheid en inzicht ...'

Ik heb voortdurend behoefte aan wijsheid. Er zijn zoveel beslissingen te nemen gedurende de dag: wat ik in een bepaalde situatie moet doen, wat ik tegen iemand moet zeggen, of ik ergens heen moet gaan of juist niet. Heer, geef me vandaag alstublieft wijsheid.

Vers van de dag
1 Korintiërs 6:19, BGT
'Jullie weten dat je lichaam heilig is. Want de heilige Geest is in jullie lichaam gekomen, toen God jullie die Geest gaf.'

 
Email
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.


Email Marketing door ActiveCampaign