Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 juli - dag 184
Ik heb rechten gestudeerd en heb gewerkt als advocaat. In 1981 hadden Pippa en ik het gevoel dat God ons riep om ons volledig in te zetten voor de Anglicaanse kerk en dat ik geroepen werd om voorganger te worden. We hadden ook het idee dat we onze opleiding in Durham moesten volgen en moesten beginnen in september 1982. Ik stond boven aan de wachtlijst van de theologische faculteit van de universiteit van Durham. Mij was verteld dat er eigenlijk altijd wel iemand afviel en dat ik bijna zeker was van een plaats. Dit vond ik voldoende zekerheid om onze plannen in brede kring bekend te maken en al mijn collega's te vertellen dat ik wegging. Vlak voordat ik zou beginnen hoorden we dat er bij hoge uitzondering niemand was afgevallen dat jaar, en dat er geen plaats voor me was. We probeerden met alle mogelijke middelen om toch een plaats te bemachtigen. We probeerden een andere theologische faculteit te vinden die wel plek had. We baden en deden alles wat we konden, maar het lukte ons niet. De deur zat potdicht. Het jaar daarna was een verschrikkelijk moeilijk jaar. Ik kreeg maar heel weinig werk omdat iedereen wist dat ik toch wegging en dus niets extra's zou doen om hogerop te komen. Het was echt een enorme teleurstelling en ik begreep er niets van. Uiteindelijk gingen we het jaar daarna naar Oxford voor onze opleiding en in 1986 werd ik hulppredikant bij Holy Trinity Brompton. Achteraf gezien was ik nooit bij Holy Trinity Brompton terechtgekomen als ik in Durham was gaan studeren en zouden we nooit gekomen zijn waar we nu zijn. Ik ben God zo dankbaar dat Hij onze plannen heeft gedwarsboomd en dat Hij onze weg heeft bepaald. Als je een
teleurstelling of tegenslag te verwerken krijgt, vergeet dan niet dat Gods plannen voor jou 'goed, welbehaaglijk en volmaakt' zijn (Romeinen 12:2). Er gebeurt niets zonder Gods goedkeuring. God heeft de touwtjes in handen en alle dingen werken mee ten goede (8:28).
|
|
|
|
|
God bepaalt je weg door menselijke plannen
Het is heel goed om plannen te maken. Maar we moeten hierbij wel de nodige bescheidenheid in acht nemen en inzien dat onze plannen alleen kunnen slagen ‘als de Heere wil’ (zie Jakobus 4:13-15). In Spreuken staat: ‘Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen’ (16:9). Soms stemmen we onze plannen af op Gods bedoelingen, maar het komt ook voor dat God onze plannen terzijde schuift; dat is in ieder geval mijn ervaring. We moeten altijd in ons achterhoofd houden dat we het misschien bij het verkeerde eind hebben en dat de Heer gelukkig uiteindelijk onze voetstappen bestuurt. God bereikt zijn doel vaak door goede leiders. Goede leiders motiveren anderen (v.10). Ze nemen hun beslissingen niet om bij het volk in een goed blaadje te komen: 'Rechtvaardigheid houdt hen op de troon' (v.12, GNB). Een goede leider verzamelt eerlijke mensen om zich heen: 'Koningen hebben een welgevallen aan lippen die oprechtheid spreken, zij hebben lief wie oprechte woorden spreekt' (v.13). 'De vriendelijkheid van de koning geeft leven, zijn gunst is als een langverwachte regen' (v.15, HB).
|
|
|
Heer, dank U dat U uiteindelijk mijn weg bepaalt, ook al maak ik zelf plannen in mijn
hart.
|
|
|
|
|
God bepaalt je weg ondanks tegenwerking door mensen
Maak je je zorgen over de toekomst? Heb je problemen, word je tegengewerkt of zit je in een crisis? Worden er plannen tegen je beraamd? In dit verhaal zien we een aantal tegenstrijdige plannen. Hoe verhouden deze zich tot Gods doelen?
- De menigte
De menigte wil Paulus uit de weg ruimen (22:22). Ze maken het hem heel moeilijk, maar uiteindelijk slagen ze niet in hun opzet omdat hun plannen ingaan tegen Gods bedoeling.
- De overste
De 'overste', een hoge militair, wil Paulus zweepslagen geven (v.24). Paulus wordt naar de martelkamer gebracht, maar ook dit plan mislukt omdat een Romeins burger niet mocht worden gegeseld zonder proces en de overste zich niet had gerealiseerd dat Paulus een Romeins burger was.
- Het hof
De geestelijke leiders, het Sanhedrin, willen Paulus doden (23:12). Paulus wordt voorgeleid en in de beklaagdenbank gezet (22:30). Hij zegt dat hij onschuldig is: 'Maar de hogepriester Ananias beval hen die bij hem stonden hem [Paulus] op de mond te slaan' (23:2). 'Toen zei Paulus tegen hem: God zal ú slaan, witgepleisterde wand!' (v.3a).
Paulus slaagt er dan in om onenigheid te veroorzaken in de Raad (vv.7-8), die deels bestond uit Farizeeën (die geloofden in de opstanding van de doden) en deels uit Sadduceeën (die hier niet in geloofden). Paulus besluit om ze tegen elkaar uit te spelen (v.6). Eigenlijk zegt Paulus: "Ik sta alleen maar terecht omdat ik een Farizeeër ben die gelooft in de opstanding uit de dood."
- De crises
Tijdens dit alles probeerde Paulus zijn plannen af te stemmen op die van God. Hij werd
geleid door God. De Geest gaf hem de ingeving om eerst naar Jeruzalem en daarna naar Rome te gaan (19:21). Toch belandde hij in de ene crisis na de andere.
Paulus heeft zich vast afgevraagd of God toch andere plannen met hem had. Maar midden in deze ‘crisis’ stond de Heere naast Paulus en zei tegen hem: 'Heb goede moed, Paulus, want zoals u in Jeruzalem van Mijn zaak getuigd hebt, zo moet u ook in Rome getuigen' (23:11). Net als voor Paulus, bepaalt God ook jouw weg. Gods almacht maakt dat we ons geen zorgen hoeven te maken over het eindresultaat. God heeft alles in de hand, ook al zien we dat niet altijd even duidelijk. Gods doel voor jou is dat je, net als Paulus, een getuige bent. Wees overal waar je gaat een getuige. Als de gelegenheid zich voordoet, geef dan je eigen getuigenis. Ook al zeg je niets, je leven zelf is een getuigenis. Wacht niet tot alles
goed gaat. Soms heeft je getuigenis de meeste zeggingskracht als je het moeilijk hebt.
|
|
|
Heer, geef mij dezelfde moed als die U aan Paulus hebt gegeven om overal van U te getuigen.
|
|
|
|
God bepaalt je weg met de hulp van mensen
God bereikt vaak zijn doel vaak door menselijke hulp. De ellende van het volk van Samaria was bijna ondraaglijk: hongersnood, inflatie en torenhoge voedselprijzen met kannibalisme als gevolg (2 Koningen 6:24-31). De koning van Israël gaf een wel heel zwak excuus om de vrouw die tot hem riep: ‘Help mij, mijn heer koning’ niet te helpen (v.26). Hij antwoordde: 'De HEERE helpt u niet,
waarmee zou ik u dan helpen?' (v.27). Dit is de verkeerde reactie. Het feit dat God almachtig is en een plan heeft, betekent niet dat de mens achterover kan gaan zitten. God bereikt zijn doel door mensen. Als je ziet dat iemand in nood is, is het jouw roeping om Gods handen te zijn en te helpen. Dat is wat Elisa deed. God gebruikte Elisa. Hij profeteerde: 'Luister naar deze boodschap van de Heer: Morgen om deze tijd is alle ellende voorbij' (7:1, BGT). God gebruikte vier melaatse mannen die ontdekten waar al dit voedsel was. Terwijl ze aten en dronken zeiden ze tegen elkaar: 'Wat we doen is niet goed. Er is vandaag goed nieuws, en als we dat voor ons houden tot het licht wordt, raken we in de problemen' (v.9, NBV). De voedselprijzen daalden onmiddellijk. Alles wat Elisa had gezegd, bleek waar. Onze planeet produceert genoeg voedsel voor iedereen, en toch lijdt een op de acht mensen op deze wereld honger. Als we alleen zorgen voor ons eigen eten en drinken doen we het niet goed (v.9). We moeten alles doen wat we kunnen om extreme armoede zo snel mogelijk uit te roeien. Dit is ook een prachtig beeld van onze motivatie om anderen het goede nieuws over Jezus te vertellen. Deze mensen die stierven van de honger vonden een berg voedsel. Ze beseften dat God hen had verlost van hun vijanden. Ze hadden het goede nieuws voor zichzelf kunnen
houden, maar dat zou het toppunt van egoïsme zijn geweest. Toch kwamen ze in de verleiding. Wij weten van nog veel beter nieuws dan zij, namelijk het goede nieuws over Jezus en het evangelie. Houd het niet voor jezelf. Jij bent de menselijke hulp die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van Gods plannen. De mensen in de stad hadden gewoon
thuis kunnen blijven in hun hopeloze toestand en hadden het goede nieuws kunnen afwijzen. De koning reageert in eerste instantie ook niet erg positief. Hij is bang dat het een valstrik is (v.12). Zo zijn er ook nu mensen die zich niet aangesproken voelen door het leven dat Jezus ieder mens aanbiedt, omdat ze bang zijn dat er een addertje onder het gras zit. God bereikt zijn doel niet alleen met hulp van mensen, soms maakt Hij zijn plannen bekend aan zijn profeten. Elisa profeteerde ten tijde van een hongersnood dat er binnen 24 uur voldoende te eten zou zijn voor iedereen (v.1). Dat leek op dat moment volkomen onmogelijk (v.2), maar God redde zijn volk
(v.6). Elisa's profetie kwam uit, 'overeenkomstig het woord van de HEERE' (v.16). God liet Elisa ook weten wat er met de koning zou gebeuren (8:8,13,15).
|
|
|
Heer, dank U dat U goede plannen voor mijn leven hebt en dat uw doelen uiteindelijk zullen worden bereikt. Help ons om de wereld tot zegen te zijn, om de hongerigen te eten te geven en het goede nieuws over Jezus te vertellen aan een wereld die smacht naar voedsel voor lichaam en geest.
|
|
|
|
God kiest vier mensen op wie iedereen neerkeek (in dit
geval melaatsen) om het verlaten kamp van de Arameeërs te ontdekken. Wat moeten ze een feest hebben gehad terwijl ze hun hongerige lijven volpropten met al dat heerlijke eten en die prachtige kleren aantrokken om hun mismaakte lichamen te bedekken. Zij kregen als eersten het beste.
|
|
|
Vers voor vandaag Spreuken 16:9
'Het hart van een mens overdenkt zijn weg, maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen.'
|
|
|
|
|
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
|
|
|
|
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022. Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders
vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.
|
|
|
|
|