Share
Je dagelijkse mail van bijbeljaar.nl
 
Spreuken     Nieuwe Testament      Oude Testament
Je kunt je verzetten tegen het kwaad
20 november - dag 324

De laatste tijd hebben de wereldleiders het vaak over het kwaad dat moet worden uitgeroeid, bijvoorbeeld IS. In een Britse krant stond het commentaar dat hun woorden laten zien dat ze ontkennen dat wreedheid en conflict zijn ingebakken in de menselijke aard. Albert Einstein heeft gezegd dat hij niet bang was voor de explosieve kracht van de atoombom; hij was bang voor de explosieve kracht van het kwaad in het hart van mensen.

Waarom is er zoveel kwaad in de wereld? Waarom moeten we zo vaak en zo hard vechten tegen het kwaad in ons eigen leven? Hoe verzet je je tegen de duivel? Wat gebeurt er met de duivel aan het einde der tijden?

 
1. Belijd je schuld en zweer het kwaad af

Dit is de oplossing voor het kwaad in ons eigen leven: 'Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving' (v.13).

De schrijver van Spreuken heeft het over verschillende soorten kwaad: moord (v.17), mensen op het slechte pad brengen (v.10), geen gehoor geven aan de wet (v.9), woekerrente rekenen (v.8) en eigenzinnigheid (v.14).

Hij heeft het ook over slechte heersers: 'Goede heersers maken het volk gelukkig, maar slechte heersers maken het volk bang' (v.12, BGT). 'Een onverstandige koning bezorgt zijn onderdanen veel onderdrukking' (v.16a, HB). We zien dit onder andere in Syrië, Libië, Irak, Zimbabwe, Noord-Korea en Soedan. Goed bestuur is zo belangrijk.

De schrijver van Spreuken zegt: 'Een slechte heerser die zwakke mensen onderdrukt, is net zo gevaarlijk als een brullende leeuw of een hongerige beer' (v.15, BGT). Petrus noemt het kwaad 'een brullende leeuw, op zoek naar een prooi' (1 Petrus 5:8).

Als je je zonden opbiecht, geeft God je zijn vergeving. 'Als je je fouten niet toegeeft, krijg je ellende, maar als je echt spijt hebt, krijg je vergeving' (Spreuken 28:13, BGT). Johannes verwoordt het als volgt: 'Belijden we onze zonden, dan zal hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad' (1 Johannes 1:9).



Heer, dank U voor uw prachtige belofte dat ik vergeving krijg als ik mijn zonden opbiecht en afzweer.
2. Verzet je tegen de duivel

Waarom is er zoveel verdeeldheid in de wereld? Jakobus' antwoord op deze vraag geeft een ongemakkelijk gevoel: 'Jullie hebben felle discussies en maken steeds ruzie met elkaar. Weten jullie hoe dat komt? Dat komt doordat jullie luisteren naar je eigen slechte verlangens' (v.1, BGT). De Bijbel erkent dat er kwaad in mensen schuilt, maar wijst op een dieperliggende bron.

Alle mensen zijn geneigd tot kwaad. In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de strijd tegen het kwaad in onszelf. We moeten ons verzetten tegen het kwaad. Hoe win je deze strijd?

Het eerste probleem dat Jakobus aan de kaak stelt is dat we, als we onze zinnen op iets hebben gezet, erop af gaan en ervoor vechten zonder het aan God te vragen: 'Jullie zijn jaloers, zo jaloers dat je die ander wel zou willen doden. Dan zoeken jullie ruzie en strijd. Maar het levert niets op, jullie krijgen niets. Want als je iets wilt hebben, moet je God erom vragen, en dat doen jullie niet' (v.2, BGT).

De aantrekkingskracht van de genoegens van deze wereld is zo groot. Maar God vraagt ons om trouw te zijn aan Hem. Als we de genoegens van deze wereld najagen, zijn we God ontrouw: 'Als jullie God iets zouden vragen, zouden jullie het toch niet krijgen. Want jullie zouden het met een verkeerde bedoeling vragen, alleen maar voor je eigen plezier' (v.3, BGT).

Hij vervolgt: 'Jullie zijn God ontrouw geworden. Omdat jullie luisteren naar je slechte verlangens, zijn jullie vrienden van deze wereld geworden. Maar een vriend van deze wereld is een vijand van God!' (v.4, BGT). Dit tot ongenoegen van de Heilige Geest: 'Denk niet dat de Schrift zonder reden zegt: De geest die hij in ons liet wonen, eist hij geheel voor zichzelf op' (v.5, GNB). We doen de Heilige Geest verdriet als we achter andere goden aanlopen.

We kunnen ook zondigen door dingen na te laten. Zonde is niet alleen iets doen waarvan we weten dat het verkeerd is, maar ook nalaten waarvan we weten dat het goed is: 'Wie goed kan doen, maar het nalaat, maakt zich dus aan zonde schuldig' (v.17, GNB).

Je kunt het kwaad niet in je eentje de baas. Maar 'de genade die hij schenkt is nog groter' (v.6a). God veroordeelt je niet. 'God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn genade' (v.6b). Hij geeft je meer genade zodat je het kwaad de baas kunt.

'Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. Nader tot God, dan zal hij tot u naderen' (vv.7-8a). Dit zijn geweldige beloften die je uit je hoofd zou moeten leren. 'Wees dus gehoorzaam aan God. Blijf dicht bij God. Dan zal God dicht bij jullie blijven. En verzet je tegen de duivel. Dan zal de duivel jullie met rust laten' (vv.7-8a, BGT).

Maar hoe doe je dat? Jakobus zegt: 'Doe het kwaad weg uit je hart, en ga een heilig leven leiden' (v.8b, BGT). Denk niet dat je een heilig leven kunt leiden zonder de zonde helemaal af te zweren. 'Was uw handen, zondaars, u die op twee gedachten hinkt; laat uw hart zuiver voor God zijn (...) Als u beseft dat u klein bent voor de Here, zal Hij u verheffen' (vv.8b,10, HB).

Als we onze eigen tekortkomingen erkennen, beseffen we dat we geen recht hebben om over iemand anders te oordelen. De beste manier om de fouten van anderen te vergeten is door te denken aan je eigen fouten. 'Wat u moet doen, is die wet gehoorzamen! (...)  Met welk recht veroordeelt u dan uw medemens?' (vv.10d,11b, HB) Er is er maar een die mag oordelen: 'degene die ons de wet heeft gegeven. Hij kan ons redden of ons verloren laten gaan' (v.12, HB).

Een ander kwaad is zelfingenomenheid (v.16, HB) en opschepperij (v.16, WV). We zeggen: 'Binnenkort gaan we naar die en die stad. Daar blijven we een jaar om zaken te doen en geld te verdienen' (v.13, BGT).

Het is goed om plannen te maken voor de toekomst, maar 'Jullie weten niet wat er morgen gebeurt' (v.14, BGT). Je bent volkomen afhankelijk van God. 'Jullie kunnen beter zeggen: 'Als de Heer het goedvindt, blijven we leven en kunnen we dit of dat doen' ' (v.15, BGT). De uitdrukking Deo Volente, als de Heer het wil, is geen loze kreet. Het geeft aan dat je erkent dat God uiteindelijk de dingen bepaalt en niet jij. Je zou altijd moeten bidden: 'Uw wil geschiede'.



Heer, vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
3. Vertrouw erop dat het goede zal overwinnen

Het kwaad zal niet het laatste woord hebben. Uiteindelijk zal het goede overwinnen. God is almachtig. Thomas van Aquino heeft gezegd: 'God is zo machtig dat Hij elk kwaad kan ombuigen tot iets goeds.'

Ezechiël profeteert: 'Gog, oppervorst van Mesech en Tubal, in het land van Magog (...) ik zal je straffen' (38:2-3). Het lijkt wel alsof het de bedoeling is dat het onduidelijk is wie of wat Gog en Magog zijn. Ezechiël gebruikt ze als archetypische vijanden die 'boze plannen uitdenken' (v.10).

De identiteit van deze vijand wordt duidelijker in Openbaring 19:11-20:10, waar het einde van de wereld en de vernietiging van Satan worden beschreven. Gog en Magog Satan worden hier vereenzelvigd met Satan en staan voor alle kwade machten en volken op aarde. De boodschap van zowel Openbaring als Ezechiël is duidelijk: God wint!

Dit is een hoopvolle boodschap. God zegt: 'Ik zal Gog [Satan] straffen (...) Ik zal mijn grootheid en mijn heiligheid tonen en mij aan vele volken bekendmaken. Ze zullen beseffen dat ik de HEER ben' (Ezechiël 38:22-23).

De context in Ezechiël is dat het volk was weggevoerd in ballingschap omdat het God ontrouw was. God verborg zijn gelaat voor hen en leverde hen uit aan hun vijanden (39:23-24). Nu belooft Hij dat er een dag komt dat het kwaad zal sneuvelen (vv.4-5). God zal zijn heerlijkheid laten zien: '... het zal een belangrijke dag zijn voor Israël, wanneer Ik mijn heerlijkheid toon' (v.13, HB).

Hij belooft dat Hij medelijden met hen zal hebben: 'Ik zal medelijden krijgen met mijn volk, en hen helpen. (...) Zo zal ik aan de volken laten zien dat ik een heilige God ben. (...) Ik zal mijn geest aan hen geven, en ik zal nooit meer bij hen weggaan' (vv.25-29, BGT).

Dit zijn geweldige beloften. Satan is een verslagen vijand. Er komt een eind aan zijn macht. Je kunt deze overwinning nu al voelen. Je kunt je verzetten tegen het kwaad.



Heer, dank U dat de kwade machten zijn verslagen. Laat er een grote uitstorting van uw Geest zijn, zodat iedereen weet dat U de Heer onze God bent.
Pippa's bijdrage


'... verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. Nader tot God, dan zal hij tot u naderen.'

Deze verzen hebben zoveel zeggingskracht. Ik zeg ze vaak tegen mezelf als ik bang ben of de moed dreig te verliezen.

Vers van de dag
Jakobus 4:7-8
'... verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. Nader tot God, dan zal hij tot u naderen.'

 
Email
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.


Email Marketing door ActiveCampaign