Jij kunt van invloed zijn

11 december - dag 345

In een interview in 'Time Magazine' vertelt de grote Zwitserse theoloog Karl Barth dat hij jonge theologen aanraadde om de Bijbel en de krant te pakken, ze allebei te lezen en de krant te interpreteren op basis van de Bijbel.

Als we het nieuws lezen, zien of horen, is het vaak niet erg opbeurend. Soms lijkt het wel alsof het kwaad aan de winnende hand is. De plannen van 'de goddelozen' lijken te slagen terwijl andere mensen het slachtoffer zijn van terrorisme, oorlog, armoede en onrecht.

Daarom is het zo verschrikkelijk hard nodig dat we de stem van de Heilige Geest horen en luisteren naar het woord van God. Als we ons verdiepen in de Bijbel, zien we dat het goede het kwade zal overwinnen. In alle gedeelten voor vandaag zien we dat het kwaad uiteindelijk niet zal zegevieren. Uiteindelijk overwint het goede. Jij kunt van invloed zijn op deze strijd tussen goed en kwaad.

Psalm 140:7-14

1. Smeek God dat het goede mag overwinnen

In een wereld waarin armen en mensen in nood zoveel onrecht wordt aangedaan, zal God recht doen aan de armen en opkomen voor mensen in nood. We weten dat de rechtvaardigen Gods naam zullen prijzen en dat de oprechten voor altijd bij Hem zullen wonen (vv.13-14).

David is omgeven door 'belagers' (v.10). Overal om hem heen zijn 'lasteraars' en 'onderdrukkers' (v.12). Sommige van hen doen kwaad in daden, anderen in woorden. Beiden kunnen evenveel schade aanrichten. David smeekt: 'HEER, (...) doorkruis hun plannen' (v.9).

Hij besluit de psalm vol vertrouwen: 'Ik ben ervan overtuigd dat de HERE als pleiter optreedt voor hen die arm zijn en het moeilijk hebben. Het is duidelijk dat de oprechte mensen Uw naam zullen prijzen, zij mogen in Uw nabijheid leven' (vv.13-14, HB).

Openbaring 2:18-3:6

2. Wees een van de mensen die het kwade overwinnen met het goede

We lezen het vervolg van de woorden die Jezus richt tot de zeven gemeenten. We zien dat de strijd tussen goed en kwaad niet alleen plaatsvindt tussen de kerk en de wereld, maar ook binnen de kerk zelf. Jezus doet een buitengewone en prachtige belofte aan mensen die het kwaad overwinnen.

Leid een heilig leven

De gemeente in Tyatira wordt geprezen om haar liefde, geloof, hulpvaardigheid, standvastigheid en persoonlijke groei: 'Ik weet wat u doet, hoe liefdevol, gelovig, hulpvaardig en standvastig u bent; u doet nu zelfs meer dan vroeger' (2:19).

Maar Jezus spreekt de gemeente aan op haar zogenaamde tolerantie. Tegenwoordig wordt 'tolerantie' beschouwd als een van de grootste deugden; het woord heeft geen negatieve bijklank. Tolerantie is een uitermate belangrijke eigenschap. Maar tolerantie kent haar grenzen en sommige vormen van tolerantie zijn niet goed.

Jezus bekritiseert de gemeente in Tyatira om haar tolerantie van ontucht in de gemeente: '... u laat die Izebel, die zichzelf profetes noemt, haar gang gaan terwijl ze mijn dienaren met haar uitspraken tot ontucht en het eten van heidens offervlees verleidt. En hoewel ik haar de tijd heb gegeven om te breken met het leven dat ze leidt, weigert ze haar ontuchtig gedrag op te geven' (vv.20-21).

We leven in een cultuur die vergeven is van seks. We worden aangemoedigd en er wordt van ons verwacht dat we seksueel actief zijn en onze eigen seksuele bevrediging najagen. In de Bijbel staat seks in hoog aanzien. We worden aangemoedigd ervan te genieten, maar dan wel in de juiste context: een liefdevol huwelijk. Alle andere uitingen van seks, zoals overspel en pornografie, worden ontmaskerd als verwoestend en nutteloos. We weten niet welke ontucht Izebel bedreef, maar deze verzen laten eens te meer zien hoe belangrijk seksuele puurheid is.

Jezus waarschuwt dat Hij ze in ellende zal storten als ze niet breken met Izebel (v.22b). De Zoon van God 'die ogen heeft als vlammend vuur en voeten als brons' (v.18), doorgrondt hart en ziel van de mens en zal ieder belonen naar zijn daden (v.23).

Deze woorden zijn niet alleen een oordeel; ze gaan gepaard met een oproep tot inkeer. Zelfs Izebel krijgt de kans om tot inkeer te komen (v.21). Als we zondigen op het gebied van seks is het belangrijk om te weten dat dit ons kan worden vergeven. Verzen als deze zijn niet bedoeld om ons tot wanhoop te drijven, maar juist om ons aan te zetten tot berouw en dankbaarheid.

De gemeente wordt opgeroepen om heilig te zijn. Jezus belooft: 'Wie overwint en mij navolgt tot het einde, zal ik macht geven over alle volken (...) zoals mijn Vader die aan mij heeft gegeven' (vv.26-28a). Jezus zal zijn macht delen met zijn trouwe, overwinnende volk.

Jij kunt ook delen in zijn heerlijkheid: 'En ik zal hem ook de morgenster geven' (v.28b). Als je de duisternis van de zonde de rug toekeert, zie je het licht van de heerlijkheid van God in het gezicht van Jezus Christus. Hoe heftig je ook worstelt in je strijd om heilig te leven, ooit zul je volledig voldaan zijn en blijven, samen met deze ster, Jezus.

Wees oprecht

Heiligheid betekent niet dat je perfect bent. Het betekent dat je oprecht bent. Oprechtheid is het tegenovergestelde van schijnheiligheid. Het betekent dat je echt, eerlijk en authentiek bent.

De gemeente in Sardes stond bekend om zijn levendigheid, maar was feitelijk dood (3:1). De gemeente zag er actief uit. Het leek een goede gemeente om naar toe te gaan. Maar de gemeente was zelfgenoegzaam geworden. Jezus roept hen op om tot inkeer te komen: 'Herinner u dat u de boodschap hebt ontvangen en begrepen. Houd eraan vast en breek met het leven dat u nu leidt' (v.3a). Ze hadden het evangelie gehoord en hadden de Heilige Geest ontvangen. We moeten nooit vergeten wat een buitengewoon en geweldig voorrecht dit is. Laten we het nooit allemaal vanzelfsprekend vinden en zelfgenoegzaam worden.

De aanklacht tegen Sardes is schijnheiligheid en onoprechtheid. Ze worden opgeroepen om echt en oprecht te zijn. Er waren een paar leden van de gemeente die 'hun kleren schoon [hebben] gehouden' (v.4a). 'Zij zullen bij me zijn, in het wit gekleed, want ze verdienen het' (v.4b).

En weer doet Jezus geweldige beloften aan mensen die overwinnen: 'Wie overwint zal zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen, maar juist voor hem getuigen ten overstaan van mijn Vader en zijn engelen' (v.5).

Ester 1:1-2:18

3. Kijk hoe God het kwaad een koekje van eigen deeg geeft

Eén persoon kan de doorslag geven. Ester was een van de redders van het Joodse volk. Ze was wees (2:7). Ze was 'lieftallig en mooi' (v.7): '... allen die Ester zagen, keken vol bewondering naar haar' (v.15). Ze was gehoorzaam aan haar adoptieouders: '... ze gehoorzaamde Mordechai zoals voorheen, toen hij als pleegvader voor haar zorgde' (v.20). Haar roeping was zo belangrijk dat er een lange periode van voorbereiding voor nodig was.

Ester is een van de twee boeken in het Oude Testament die de naam van een vrouw dragen (het andere boek is Ruth). Het is een van de twee boeken in het Oude Testament waarin God niet met name wordt genoemd (het andere boek is Hooglied). Het is een verklaring van de oorsprong van het jaarlijkse Joodse Poerim-feest. Het verhaal speelt zich af tijdens de regering van Xerxes, koning van Perzië (486-465 v. Chr.).

Op 35-jarige leeftijd erfde Xerxes een immens rijk dat het huidige Iran, Irak, Egypte en Ethiopië en delen van India omvatte (1:1).

Het boek Ester is een verslag van een moment in de geschiedenis van het Joodse volk waarop het degenen die hen wilden vernietigen met gelijke munt konden terugbetalen.

Eugene Peterson schrijft hierover: 'Hoeveel je er ook vermoordt, je kunt de gemeenschappen van mensen die God vereren, dienen en aanbidden en die over de hele wereld verspreid zijn niet vernietigen. Zo is het nou eenmaal.'

De komende paar dagen lezen we meer over Ester en haar buitengewone eigenschappen. In het gedeelte voor vandaag zien we hoe God haar beschermde en hielp. Hij bereidde de weg om door haar de rollen om te draaien en het kwade te overwinnen met het goede.

Joyce Meyer schrijft: 'Ik geloof dat God een geweldige roeping en doel voor jouw leven heeft, net als voor Ester. Jouw opdracht is dan misschien niet om een volk te bevrijden, maar is wel heel belangrijk. Wat het ook is, omarm de voorbereiding die nodig is, zodat je goed beslagen ten ijs komt als het tijd is voor actie.'

Pippa's bijdrage

Ester 1:1-2:18

Het verhaal van Ester is boeiend. Ik heb me vaak afgevraagd waarom koningin Wasti weigerde naar haar man, de koning, te gaan. Wat haar redenen ook geweest mogen zijn, het liep niet goed af. En het gevolg was dat alle mannen bang werden de controle over hun vrouw te verliezen. Er moet toch een betere manier geweest zijn om respect te winnen dan door bevelen te geven. Misschien zouden ze verder zijn gekomen met de vruchten van de Geest!