Hoe moeten we vandaag leven?

18 november - dag 322

'How Now Shall We Live?' is de titel van een boek van de hand van Chuck Colson, voormalig politiek adviseur van president Nixon, stichter van Prison Fellowship. Zijn leven veranderde volkomen toen hij Jezus Christus leerde kennen.

Eeuwen geleden, toen het volk van God in ballingschap leefde en wanhopig was, riepen de mensen tot God: '... hoe kunnen we nog verder leven?' (Ezechiël 33:10, GNB). Deze vraag is door de eeuwen heen steeds gesteld. Wij 'geloven in Jezus Christus, onze Heer, die redding brengt' (Jakobus 2:1, BGT). Hoe moeten we vandaag leven?

Psalm 128:1-6

1. Geniet van het goede dat Hij je geeft

God belooft zegen aan gezinnen, vrede, voorspoed en een lang leven voor alle mensen die zijn wegen bewandelen: 'Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die hij wijst' (v.1b).

'... je zult eten wat je werk opbrengt' (v.2a). Er zijn mensen die zwoegen voor geld en succes, maar die nooit genieten van wat ze hebben verdiend.

'Gelukkig ben je als je trouw bent aan de Heer, als je leeft volgens zijn wetten. Dan geniet je van alles waarvoor je gewerkt hebt. Het zal goed met je gaan, en je zult gelukkig zijn. (...) Zo maakt de Heer je gelukkig, als je trouw bent aan hem. Laat de Heer je geluk en vrede geven (...) Je zult lang leven (...) Heer, geef vrede aan Israël' (vv.1-6, BGT).

Deze beloften worden vervangen door Jezus' belofte van 'leven (...) in al zijn volheid' (Johannes 10:10). Ons leven op deze aarde is weliswaar kort en voor velen van ons vol moeilijkheden en problemen; de zegeningen zijn veel groter en eeuwig (17:3). Eeuwig leven is een kwaliteit van leven die nu begint en voortduurt tot in eeuwigheid.

Geniet van al het goede dat Hij je geeft. Ga de weg die Hij je wijst en wijs anderen die weg.

Heer, dank U voor deze geweldige beloften. Help me vandaag om te genieten van al het goede dat U mij geeft.

Jakobus 2:1-26

2. Leef vol liefde

Moeder Teresa heeft gezegd: 'We ontmoeten allemaal armen, in allerlei gedaanten. Laten we ervoor zorgen dat we hun nooit de rug toekeren, waar we ze ook tegenkomen. Want als we de armen de rug toekeren, keren we Jezus Christus de rug toe.'

Liefde voor de armen is niet optioneel. Het is de kern van het Nieuwe Testament. Liefde getuigt van een levend geloof: 'Wanneer u echter het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: ‘Heb uw naaste lief als uzelf,’ dan handelt u juist' (v.8). Je liefde is vooral zichtbaar in wat je doet voor arme mensen (vv.2-7), mensen die honger hebben (v.15) en mensen in nood (v.16). '... als u (...) medelijden met anderen hebt gehad, zal Gods medelijden het winnen van Zijn oordeel' (v.13, HB).

Ga op dezelfde manier om met rijke mensen als met arme mensen. Als we arme mensen tekortdoen, laten we ons leiden door verkeerde maatstaven (v.4, HB). Als God al een voorkeur heeft, dan geeft Hij die aan de arme mensen (v.5).

Jakobus vervolgt: 'Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, en een van u zegt dan: 'Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!' zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin?' (vv.15-16).

Als volgelingen van Jezus is het onze roeping om anders te leven. Je geloof moet zichtbaar zijn in wat je doet. In het hele Nieuwe Testament gaan geloof en goede werken hand in hand. Dat geldt ook voor woorden en daden; verkondiging en voorleven; de bekering van mensen en de transformatie van de samenleving.

Jakobus schrijft: 'Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? (...) als het [geloof] zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood' (vv.14,17). 'Het is wel duidelijk dat geloof alleen niets te betekenen heeft. U moet het ook laten blijken uit wat u doet. Geloof dat niet uit daden blijkt, is geen geloof; het is dood en zinloos' (v.17, HB). Met andere woorden, als je geloof je manier van leven niet verandert, is het geen echt geloof.

Jakobus vervolgt: 'Iemand zou kunnen zeggen: 'Sommige christenen geloven alleen maar, en anderen doen ook nog goede dingen. Dat is allebei prima!' Maar dan zeg ik: 'Nee! Iemand die geen goede dingen doet, heeft geen echt geloof. Alleen iemand die ook goede dingen doet, laat zien dat hij echt gelooft' ' (v.18, BGT).

Hij bewijst dat verstandelijk geloof in God niet genoeg is: 'U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen' (v.19).

Het is interessant dat Jakobus Abraham opvoert als voorbeeld, net als Paulus dat deed. Paulus gebruikte Abraham als voorbeeld om te laten zien dat rechtvaardiging komt door geloof. Jakobus gebruikt het leven van Abraham om te laten zien 'hoe geloof en handelen daar hand in hand gaan, en hoe het geloof vervolmaakt wordt door daden' (v.22).

Het tweede voorbeeld dat Jakobus geeft voor deze twee-eenheid is minder gebruikelijk. Hij noemt de daden van de hoer Rachab. Zij liet haar geloof in God zien door de twee Israëlitische spionnen te helpen (zie Jozua 2) en werd daardoor 'rechtvaardig verklaard' (Jakobus 2:25). We kunnen haar echter moeilijk een voorbeeldig burger noemen.

Door Rachab als voorbeeld te nemen maakt Jakobus duidelijk dat hij niet bedoelt dat je toegang tot God kunt verdienen door goede daden te doen. Nee, hij laat zien dat geloof en daden 'hand in hand gaan' (v.22). Rachab handelde uit geloof. Jakobus trekt de conclusie: 'Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder daden dood' (v.26).

Johannes Calvijn zei hierover: 'Alleen door geloof kunnen we worden gerechtvaardigd, maar geloof dat rechtvaardigt gaat nooit alleen.' Je kunt je redding niet verdienen. Je wordt niet gered door je goede werken; je wordt gered zodat je goede werken kunt doen (Efeziërs 2:9-10). Het boek Jakobus is niet in tegenspraak met wat Paulus zegt, zoals sommige mensen beweren. Jakobus zegt niet dat je je redding kunt verdienen door goede werken. Hij zegt dat echt geloof zichtbaar is in je manier van leven.

Heer, help me om liefdevol te leven en me in te zetten voor de armen, dichtbij en ver weg.

Ezechiël 33:21-35:15

3. Weid de schapen

De Heer spreekt de leiders van Israël toe, de 'herders van Israël' (34:2). Hij beschuldigt hen ervan dat ze alleen maar aan zichzelf denken en niet omkijken naar de kudde (v.8). 'Zwakke dieren hebben jullie niet laten aansterken, zieke dieren niet genezen, gewonde dieren niet verbonden, verjaagde dieren niet teruggehaald, verdwaalde dieren niet gezocht' (v.4).

'Dit zegt God, de HEER: Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen. (...) Ikzelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten (...) Ik zal naar verdwaalde dieren op zoek gaan, verjaagde dieren terughalen, gewonde dieren verbinden, zieke dieren gezond maken – maar de vette en sterke dieren zal ik doden. Ik zal ze weiden zoals het moet' (vv.11-16).

Gods boodschap aan zijn volk, die Hij bekendmaakt door Ezechiël, heeft een thema dat sterk lijkt op dat van Jakobus. De Heer zei tegen Ezechiël: 'Ze (...) luisteren naar je woorden maar handelen er niet naar. (...) ze horen wel wat je zegt, maar ze handelen er niet naar' (33:31-32).

Hoe moeten we vandaag leven? Als we de goede herder vergelijken met de herders die niet goed voor de kudde hebben gezorgd, zien we duidelijk dat we worden geroepen om het volgende te doen:

Zwakken laten aansterken

Dit doe je door goed onderwijs, bemoediging, gebed en samen een gemeenschap te vormen.

Zieken genezen

Houd alle mensen die werken in de zorg in ere. Je kunt zieke mensen de handen opleggen en voor hen bidden in Jezus' naam.

Gewonden verbinden

Er zijn zoveel beschadigde mensen in onze samenleving, in de gevangenissen, de thuislozen op straat, maar ook in de top van het bedrijfsleven. Met de hulp van de Geest van de Heer kun jij hun wonden verbinden door voor hen te bidden, een arm om hun schouder te leggen, naar ze te luisteren en in je gemeenschap voor hen te zorgen.

Afgedwaalde mensen terughalen

Er zijn veel verloren zonen en dochters die zijn afgedwaald van de Vader. Help hen om weer terug te komen bij de Vader.

Verdwaalde mensen zoeken

Soms moet je de andere schapen achterlaten om te zoeken naar dat ene verloren schaap om het tot inkeer te brengen en zo meer vreugde in de hemel te brengen (Lucas 15:1-7).

Zorgen voor mensen die het nodig hebben

Kom op voor de armen, voor mensen in nood en voor mensen die worden onderdrukt. We moeten kinderen, vrouwen en mannen redden uit de slavernij en gevangenen bevrijden en voor hen zorgen. Ook moeten we misdadigers voor het gerecht brengen.

Gods beloften dat Hij zal zorgen voor zijn kudde zijn onlosmakelijk verbonden met de belofte van een nieuwe herder: 'David, mijn dienaar' (Ezechiël 34:23). Deze belofte wijst terug naar de historische koning David die tot dan toe de beste herder was geweest van het volk Israël. Maar de belofte wijst ook vooruit naar een betere 'David' in wie al deze beloften waar worden: Jezus, onze Koning en Herder.

Jezus heeft gezegd: 'Ik ben de goede herder' (Johannes 10:14). Door Hem krijg je 'stromen van zegen' (Ezechiël 34:26) en word je gered (v.27). Hij zegt: 'Jullie zijn mijn schapen, de schapen die ik weid; jullie zijn mensen en ik ben jullie God' (v.31).

Geniet van al het goede dat Hij je geeft. Leef je leven in liefde. Geef kracht aan zwakke mensen, genees zieke mensen, verbind gewonde mensen, haal afgedwaalde mensen terug, zoek verdwaalde mensen en zorg voor mensen die het nodig hebben. Zo moet je vandaag leven.

Heer, laat me uw woorden niet alleen horen, maar ook in praktijk brengen.