Share
Je dagelijkse mail van bijbeljaar.nl
 
Psalm   Nieuwe Testament     Oude Testament
Kiezen wat je onthoudt
15 april - dag 105

Het geheugen is een vreemd ding. Er zijn dingen die ik liever niet zou onthouden, maar die ik maar niet kan vergeten. En andere dingen zou ik graag onthouden, maar die vergeet ik dan zo maar.

Er zijn ook dingen die een samenleving als geheel niet moet vergeten. Overal in de wereld zijn oorlogsmonumenten opgericht met de namen van mensen die voor hun land zijn gestorven. Vaak lezen we hier de woorden 'Opdat wij niet vergeten'. Op een plaquette in concentratiekamp Auschwitz staat: 'Wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te beleven.' (George Santayana)

We hebben wel enige controle over ons geheugen. In de Bijbel staan een paar dingen die we moeten 'vergeten'. Maar we worden herhaaldelijk aangespoord andere dingen te 'onthouden' of te 'gedenken'. We kunnen kiezen wat we willen vergeten en wat we willen onthouden.

Het woord 'onthouden' komt in verschillende varianten (gedenken, herdenken, denken aan) meer dan 250 keer voor in de Bijbel. Het is zo gemakkelijk om te vergeten wat God allemaal voor jou heeft gedaan. Het is belangrijk om terug te kijken op je eigen leven, maar ook op de geschiedenis van de kerk (je eigen kerk en de kerk wereldwijd) om niet te vergeten wat God allemaal heeft gedaan.

Bij het Laatste Avondmaal heeft Jezus de dienst van het avondmaal ingesteld, opdat we nooit de dood en opstanding van Jezus zouden vergeten. Dat zijn de gebeurtenissen waar de geschiedenis van de wereld om draait.
 
1. Vergeet Jezus niet

Generaties komen en gaan, maar de naam van Jezus zal altijd worden herdacht.

In het Nieuwe Testament wordt deze psalm toegepast op Jezus (Hebreeën 1:8 e.v.). De vroege kerk zag de eigen relatie met Christus weerspiegeld in de relatie tussen de bruidegom en zijn bruid, zoals deze hier wordt beschreven.

Jezus houdt van de kerk: 'Dan zal de Koning verlangen naar uw schoonheid' (Psalm 45:12a, HSV). We moeten Jezus eren, Hij is onze Heer (v.12b): 'Ik zal uw naam bezingen, geslacht na geslacht, alle volken zullen u prijzen, eeuwig en altijd' (v.18). Jezus de Koning wordt voor eeuwig herdacht. Alle naties zullen Hem voor eeuwig prijzen (Openbaring 5:13).

Heer Jezus, vandaag wil ik U vereren. Help ons om geslacht na geslacht uw naam te bezingen, opdat alle volken U zullen prijzen, eeuwig en altijd.
2.  Vergeet de armen niet

Als je elke dag te eten hebt, een paar schoenen bezit en een dak boven je hoofd hebt, ben je rijk vergeleken met het grootste deel van de wereldbevolking. Als je een auto hebt, of een fiets, ben je heel rijk vergeleken met de rest van de wereldbevolking.

Dit gedeelte is voor mij persoonlijk een uitdaging als ik mijn situatie vergelijk met die van de armen in de wereld. Het is ook een uitdaging voor onze maatschappij als we kijken naar onze medewereldburgers in bijvoorbeeld Afrika die nu voor onze poort liggen (16:20) dankzij de televisie en andere massamedia.

D.L. Moody, een negentiende-eeuwse dominee, gaf zijn lezingen vaak de titel: 'Kind, vergeet niet ...' (v.25, WV). Deze gelijkenis is een waarschuwing. Het is een gelijkenis en daarom geen volledige leer over het leven na de dood.

Abrahams woorden voor de rijke man die het heel zijn leven goed had gehad (v.25), zijn onheilspellend: 'Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend' (v.25). De rijke man werd veroordeeld omdat hij niet opkwam voor de armen. Ik woon in West-Europa, een van de rijkste delen van de wereld. In vergelijking met het grootste deel van de wereld heb ik een luxe leven (v.19).

De rijke man wist van de armoede van Lazarus omdat deze voor de poort van zijn huis lag 'overdekt met zweren. Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man' (vv.20-21a). Dankzij de moderne media zijn we ons steeds meer bewust van de armoede overal in de wereld. We moeten nu iets doen. Ik heb een nog slechter excuus dan de rijke man. In het Oude Testament moest het volk handelen naar het woord van Mozes en de profeten (v.29). Het is onze opdracht om de dood en opstanding van Jezus te gedenken en dit als het uitgangspunt van ons leven te beschouwen (v.31).

Toch is deze gelijkenis meer dan een aanval op de rijken. Abraham was per slot van rekening zeer rijk en van hem wordt verteld dat hij in de hemel is (v.22). De liefde voor geld van de rijke man toont ons zijn geestelijke toestand en zijn gebrek aan een relatie met God op basis van inkeer en vertrouwen.

Als hij beseft dat hij het verkeerd heeft gedaan, zegt hij tegen Abraham: 'Als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen' (v.30). Maar Abraham antwoordt: 'Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat' (v.31).

Als de rijke man naar Mozes en de profeten had geluisterd, zou hij tot inkeer zijn gekomen en zijn vertrouwen op God hebben gesteld. Met deze gelijkenis van Jezus confronteert Lucas de lezer met het feit dat wij een nog slechter excuus hebben, omdat wij het bewijs hebben dat Jezus uit de dood is opgestaan. Hij daagt ons uit om tot inkeer te komen en ons vertrouwen op Jezus te stellen.

Alle stukken van het gedeelte van het Nieuwe Testament voor vandaag hebben een gemeenschappelijk thema: een relatie met God op basis van inkeer en vertrouwen.

Dit gaat verder in het volgende gedeelte (17:1-4). Jezus waarschuwt ons dat we goed moeten oppassen dat we anderen niet tot zonde brengen of in de kuilen vallen die anderen voor ons graven. Wees altijd vergevingsgezind. 'En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven' (v.4).

De leerlingen beseffen dat dit alleen kan als ze een groot geloof hebben. Ze vragen Jezus: 'Geef ons meer geloof!' (v.5). Jezus antwoordt: 'Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen' (v.6).

Dit geloof zet aan tot nederigheid en bescheidenheid. Wat je ook doet in dienst van God, Hij is jou nooit iets schuldig. Alles wat we doen, doen we uit dankbaarheid voor wat Hij voor ons heeft gedaan. Uiteindelijk kunnen we slechts zeggen: 'Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan' (v.10b).

Geloof is als een spier die groeit als hij wordt uitgerekt. Een van de manieren waarop je je geloof kunt laten groeien is door iets te doen wat God van je vraagt.

Als je die onheilspellende woorden 'Kind, vergeet niet ...' niet meer wilt horen, moet je nu tot inkeer komen, je vertrouwen op Jezus stellen en je geloof in praktijk brengen, vooral in de manier waarop je omgaat met de armen.

Heer, ontferm U. Vergeef me wat ik verkeerd heb gedaan. Help me om steeds weer te vergeven. Laat mijn geloof groeien. Open mijn ogen zodat ik zie wat de mensen om mij heen nodig hebben en ik direct in actie kom.
3. Vergeet niet wat God allemaal voor je gedaan heeft

In dit gedeelte krijgt het volk van God steeds te horen dat ze moeten 'bedenken' (24:9,18,22) en 'niet vergeten' (25:17). Ze moeten vooral bedenken dat ze slaven waren in Egypte en dat de Heer hun God hen heeft bevrijd (24:18-22). Het gedeelte voor vandaag eindigt zelfs met de woorden 'Vergeet het niet!' (25:19, HSV).

Ook hier wordt een link gelegd met de armen. Omdat ze slaven waren in Egypte moeten ze denken aan de mensen die lijden: de 'vreemdelingen, weduwen en wezen' (24:21). Ze moeten omzien naar de armen en zwakken (v.14).

Vrijgevigheid naar de armen was niet iets dat werd overgelaten aan het persoonlijke geweten van de mensen, het was bij de wet geregeld. Het is goed als een samenleving wetten heeft die voorzien in de behoeften van de armen. Maar dat is niet genoeg. Elke christen heeft deze roeping om te voorzien in de behoeften van armen.

Net als het volk van God in het Oude Testament te horen kreeg dat de mensen niet mochten vergeten dat ze slaaf waren geweest in Egypte en dat God hen had bevrijd, zo mogen wij niet vergeten dat ook wij slaven waren van de zonde. Jezus heeft je uit die slavernij bevrijd.

Vergeet nooit wat Jezus allemaal voor je gedaan heeft. Dat is een van de redenen waarom het Heilig Avondmaal zo belangrijk is. Jezus heeft gezegd: 'Doe dit (...) om mij te gedenken' (Lucas 22:19).

Het doel van de christelijke kalender is om te gedenken. Met Kerst gedenken en vieren we de menswording. Met Pinksteren gedenken en vieren we het uitgieten van de Heilige Geest.

Met Pasen gedenken en vieren we de dood en opstanding van Jezus. De opstanding is het hoogtepunt van het kerkelijk jaar. Als sinds de eerste dagen hebben christenen de dood en opstanding van Jezus herdacht in een viering waarin brood en wijn werd genomen om Jezus te gedenken.

Heer, dank U voor het lichaam van Jezus dat voor mij gegeven is en voor zijn bloed dat voor mij vergoten is. Laat mijn gedachten en herinneringen op U zijn gericht door de kracht van de Heilige Geest, uw woord en uw sacrament.
Pippa's bijdrage

'Let dus goed op jezelf!' (Lucas 17:3).

Als ik het verhaal van de rijke man en Lazarus lees, denk ik altijd dat die rijke man toch wel een verschrikkelijk heerschap was. Zo ben ik niet, ik ben OK. Maar dan vraag ik mezelf af: “Hoeveel geef ik eigenlijk echt om de armen?” en besef ik hoezeer ik tekortschiet (16:19).

En dan is er nog die persoon die 'zevenmaal op een dag tegen je zondigt' en 'zevenmaal' om vergeving vraagt (17:4). Het is zo verleidelijk om tegen hem te zeggen: “Als je echt spijt hebt, zou je het niet meer doen.” Geen wonder dat de apostelen in vers 5 vragen of ze meer geloof kunnen krijgen. Dat wil ik ook!
Vers van de dag
Lucas 17:5
'Geef ons meer geloof

 
Email
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
Copyright © 2022, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland
Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van Bible in One Year 2017.


Email Marketing door ActiveCampaign