Drie dingen die God je wil geven

26 juni - dag 177

Corrie ten Boom en haar zus Betsie waren christelijke vrouwen van middelbare leeftijd toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ze besloten Joodse vluchtelingen onderdak te verlenen. Ze hebben veel Joden gered. Maar uiteindelijk werden ze zelf gearresteerd en op transport gesteld naar het concentratiekamp Ravensbrück. Betsie stierf in Ravensbrück. Corrie heeft het kamp op wonderbaarlijke wijze overleefd en kon getuigen van de manier waarop God kan redden, genezen en vergeven.

In antwoord op de vraag hoe we ons kunnen voorbereiden op vervolging, vertelde ze vaak het volgende verhaal over haar kindertijd:

'Toen ik een klein meisje was, zei ik tegen mijn vader: "Papa, ik ben bang dat ik nooit sterk genoeg zal zijn om een martelaar te zijn voor Jezus Christus." Mijn vader antwoordde: "Als jij met de trein naar Amsterdam moet, wanneer geef ik je dan geld voor het kaartje? Drie weken van tevoren?" "Nee papa, je geeft me het geld vlak voordat ik op de trein stap." "Precies", zei haar vader, "en zo is het ook met de kracht van God. Onze Vader in de hemel weet wanneer je kracht nodig hebt om een martelaar voor Jezus Christus te zijn. Hij geeft je alles wat je nodig hebt als de tijd daar rijp voor is."'

1. Voortdurende leiding

God geeft je alle leiding die je nodig hebt. De psalmdichter vervolgt zijn geschiedenis van het volk van God en herinnert zich hoe 'Hij (..) hen [leidde] overdag met een wolk, de hele nacht met een lichtend vuur' (v.14). Met andere woorden, Hij leidde hen de hele tijd.

Jij hebt de Heilige Geest die in je woont. Jij mag dus hetzelfde verwachten. Jij wordt ‘door de Geest van God geleid’ (Romeinen 8:14). De Heilige Geest geeft jou alle leiding die je nodig hebt.

God lest ook je geestelijke dorst: 'Hij spleet de rotsen doormidden in de woestijn en liet hen overvloedig drinken als uit diepe wateren.
Want Hij bracht stromen voort uit de rots en deed water neerstorten als rivieren' (Psalm 78:15-16). Jezus belooft je dat door de Heilige Geest stromen van levend water uit je binnenste zullen vloeien (Johannes 7:38).

2. Goed nieuws

In een wereld die smacht naar goed nieuws heeft God je goed nieuws gegeven. Het woord 'evangelie' betekent 'goed nieuws'. Het goede nieuws gaat over ‘Jezus en de opstanding’ (v.18). Alles wat je nodig hebt, vind je in Jezus. Alles draait om Jezus.

Iedere keer dat je je getuigenis vertelt of op een andere manier praat over je geloof, moet je je afvragen: "Is het goed nieuws?" Al onze verkondigingen moeten goed nieuws zijn, want anders verkondigen we niet het evangelie. Jouw boodschap moet altijd goed nieuws zijn, omdat het over Jezus gaat, over zijn dood en zijn opstanding.

God zal je de juiste woorden geven voor elke gelegenheid. Jouw woorden bezitten veel kracht en kunnen levens veranderen. Het goede nieuws van Jezus is relevant voor alle tijden, alle culturen en alle situaties. De behoeften van mensen zijn altijd hetzelfde. De boodschap van het evangelie is altijd dezelfde.

Leg het goede nieuws uit
In de synagoge in Thessalonica 'sprak hij [Paulus] met de Joden over teksten uit de heilige boeken. Hij legde de teksten uit. Hij maakte duidelijk dat de messias moest lijden en opstaan uit de dood. En hij zei: 'Die Jezus, over wie ik steeds vertel, dat is de messias' ' (vv.2-3, BGT). Zijn zorgvuldige uitleg van het evangelie leidde ertoe dat sommige mensen 'overtuigd' raakten (v.4).

Het feit dat je boodschap afkomstig is van God betekent niet dat je geen ongegronde kritiek zult krijgen. Het is vaak een prijs die je moet betalen als je Jezus volgt. Paulus' succes gaf aanleiding tot jaloezie (v.5). Het is interessant dat men kennelijk al dacht dat hij veel invloed had: 'Deze mensen, die de wereld in rep en roer gebracht hebben, zijn ook hier gekomen' (v.6b).
Bestudeer het goede nieuws
God gaf Paulus en Silas de juiste woorden voor de inwoners van Berea. Ze reageerden positief op wat ze hoorden. Ze luisterden 'met grote bereidwilligheid' naar het nieuws en 'bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd' (v.11, NVB). Ook hier droeg het nieuws vrucht en 'velen dan van hen geloofden' (v.12). Ik zou je willen aanmoedigen om ook elke dag tijd uit te trekken om de Schriften te bestuderen.

Ook hier roept het succes van Paulus en Silas weerstand op. Er waren mensen die het volk opruiden en in verwarring brachten (v.13). Je moet niet verbaasd opkijken als je ook vandaag mensen tegenkomt die opruien en verwarring zaaien.
Ga in gesprek over het goede nieuws
Paulus reisde verder naar Athene. De Atheners 'besteedden hun tijd aan niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen' (v.21). Ze waren meer geïnteresseerd in nieuwigheden dan in de waarheid.

En ook hier geeft God Paulus de boodschap die het meest geschikt is voor de Atheners. 'Hij ging dan in de synagoge in gesprek met de Joden en met hen die godvrezend waren, en iedere dag op de markt met hen die hij er tegenkwam' (v.17). Dit waren twee heel verschillende groepen toehoorders.

De eerste groep kon hij toespreken alsof hij preekte voor een gemeente. Maar op het marktplein was het beter om te praten alsof hij op de werkvloer was. Maar in essentie was Paulus' boodschap voor iedereen hetzelfde; hij 'verkondigde hun Jezus en de opstanding' (v.18).

3. Materiële behoeften

Jezus heeft ons geleerd te bidden: 'Geef ons heden ons dagelijks brood' (Mattheüs 6:11). Vraag God om wat je elke dag nodig hebt. Hij geeft je misschien niet alles wat je wilt, maar bid of Hij je alles wil geven wat je nodig hebt.

In een samenleving die bleef zondigen en uiteenviel (1 Koningen 16:8-34) liet God een profeet opstaan die sprak met gezag en macht.

In het Nieuwe Testament lezen we dat Elia 'een mens net zoals wij' was (Jakobus 5:17a). En toch, 'deed [hij] een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort' (vv.17b-18).

Elia's gebed bracht hemzelf in problemen. Maar God zorgde voor al zijn materiële behoeften. Eerst ‘brachten [de raven] hem 's morgens brood en vlees en 's avonds brood en vlees, en hij dronk uit de beek’ (1 Koningen 17:6). God kan op heel creatieve manieren voor je zorgen. Jouw rol is dat je Hem gehoorzaamt en er dan op vertrouwt dat Hij je alles geeft wat je nodig hebt.

Toen de rivier droog viel (v.7) zei de Heer tegen hem: 'Sta op, ga naar Zarfath, dat aan Sidon toebehoort, en woon daar. Zie, Ik heb daar een weduwvrouw geboden om u te onderhouden' (v.9). Als er een deur dichtgaat (de rivier valt droog), is de reden hiervoor vaak dat God een andere deur in je leven opent. Hij zorgde ervoor dat Elia ergens anders heenging, zodat hij het antwoord kon zijn op het gebed en de behoefte aan voedsel van iemand anders.

De weduwe werd op de proef gesteld. Elia vraagt om voedsel. Ze zegt tegen hem dat zij en haar zoon net hun laatste eten zouden opeten om daarna te sterven. Elia belooft haar dat als ze deelt wat ze heeft, God haar alles zal geven wat ze nodig heeft. Hij zegt tegen haar: 'Want zo zegt de HEERE, de God van Israël: Het meel in de pot zal niet opraken en in de kruik zal het aan olie niet ontbreken tot op de dag dat de HEERE regen op de aardbodem geven zal' (v.14).

De weduwe deed wat Elia vroeg. En het ging precies zoals hij gezegd heeft (vv.15-16). De vrouw liet zien dat ze een groot geloof had. Ze was bereid om alles te geven wat ze had. Ze zette alles op het spel. En God gaf haar alles wat ze nodig had. Ze hadden genoeg, maar nooit te veel. Ze bleven volkomen afhankelijk van God voor hun dagelijkse behoeften. Als je God gehoorzaamt en deelt wat je hebt, zul je zien dat je nooit meer kunt geven dan God je geeft. God zal onvoorstelbare dingen voor jou en door jou doen.

Dat betekent niet dat je leven makkelijk zal zijn. Ondanks haar geloof stond de weduwe nog meer strijd te wachten. Haar zoon werd ziek en hij stierf (v.17). Elia legde een enorm geloof aan de dag en smeekte God om hulp voor de jongen die was overleden (v.20). 'De HEERE luisterde naar de stem van Elia en de ziel van het kind keerde in hem terug, en het werd weer levend' (v.22).

Wat moet het geweldig zijn geweest voor Elia om de jongen op te tillen, hem naar beneden te dragen en aan zijn moeder te geven met de woorden 'Zie, uw zoon leeft' (v.23).