Heb vertrouwen - dag 337

3 december - dag 337

Als van iemand wordt gezegd dat hij of zij vol zelfvertrouwen is, is dit meestal bedoeld als compliment. Toch is zelfvertrouwen niet altijd goed. De verkeerde vorm van zelfvertrouwen is dat je meer op jezelf vertrouwt dan op God. Dit is arrogantie. De juiste vorm van zelfvertrouwen is dat je jezelf naar waarde schat in en door Christus. In de aardse wereld betekent zelfvertrouwen dat je op jezelf vertrouwt. In de spirituele wereld betekent het vertrouwen op God, in het bijzonder vertrouwen in Gods nabijheid.

Psalm 137:1-9

1. Verlies van vertrouwen

De rauwe woede in deze psalm heeft iets heel troostrijks. Hieraan zien we dat je eerlijk mag zijn tegen God en dat je je niet hoeft in te houden in je gebed. Hij weet raad met al je gedachten, zelfs de duisterste.

Het volk van God had zijn vertrouwen in Gods nabijheid verloren. De psalmdichter leeft in ballingschap in Babylonië, ver weg van Jeruzalem en de tempel van Gods nabijheid. Voor het volk van God was het ergste van de ballingschap het gevoel dat ze zo ver weg waren van Gods nabijheid: 'Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion' (v.1).

Hun heftige reactie en roep om wraak – 'Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan (v.8)' – is mijlenver verwijderd van het gebod in het Nieuwe Testament om je vijanden lief te hebben (zie Matteüs 5:44). Maar het is een noodkreet van een geplaagd volk dat smacht naar Gods nabijheid.

Heer, ik verlang naar uw nabijheid.

1 Johannes 3:11-4:6

2. Herstel van vertrouwen

Vertrouwen en liefde gaan hand in hand. Als je Gods liefde voor jou kent, hou je van Hem en hou je van andere mensen. Dan leef je vol vertrouwen met God en met je medemensen.

Liefde is niet zo maar een gevoel. Liefde gaat gepaard met actie: 'Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?' (3:16-17).

Het is belangrijk om de mensen te vertellen dat God van hen houdt en dat jij van hen houdt. Maar woorden alleen zijn niet genoeg: 'Vrienden, wij moeten ophouden te zéggen dat we van elkaar houden. Wij moeten echt van elkaar houden en het uit onze daden laten blijken' (v.18, HB). Laat je liefde zien zoals Jezus zijn liefde liet zien: in daden, vooral voor de armen.

Dit is een heel uitdagende opdracht in een wereld waarin zoveel van onze broers en zussen in zo grote nood zijn. We moeten in actie komen om overal in de wereld armoede, onrecht en ziekten te bestrijden. Maar ook dichter bij huis, in onze eigen kerk, moeten we onze liefde laten zien, niet alleen door deze uit te spreken, 'maar metterdaad en in waarheid!' (v.18, NB).

God wil dat je vol vertrouwen bij Hem komt (v.21, BGT). Hij wil dat je 'vrijheid van spreken bij God' hebt (v.21, NB).

Vertrouwen is het tegenovergestelde van veroordelen. God zal je nooit veroordelen: '... wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld' (Romeinen 8:1). Veroordeeld worden we alleen door de duivel (de aanklager) of ons eigen hart (1 Johannes 3:20, HSV).

Er is een groot verschil tussen jezelf veroordelen ('als ons hart niet meer wil kennen', v.20, NB) en weten dat je gezondigd hebt (wat de Heilige Geest je duidelijk maakt, Johannes 16:8). Als de Heilige Geest me duidelijk maakt dat ik gezondigd heb, is Hij heel specifiek. Ik weet precies wat ik verkeerd heb gedaan. Dat helpt me om berouw te hebben, hersteld te worden en weer verder te kunnen.

Jezelf veroordelen is meer een onbestemd schuldgevoel en vage schaamte die je een slecht gevoel over jezelf geven, ook nadat je spijt hebt betuigd en hebt gevraagd om vergeving. Het berooft je van je vertrouwen als je voor God staat.

Het is een geweldige geruststelling dat God groter is dan je hart en dat Hij alles weet. Hij kent ons beter dan wij onszelf kennen (1 Johannes 3:20, NBV,BGT). Niemand is volmaakt, maar zelfs onvolmaakte liefde is bewijs dat de Geest in je leven werkt. Als je inziet dat je tekortschiet, wordt je vertrouwen niet aangetast door je verlangen naar een volmaakte liefde zoals die van Christus, maar wordt je vertrouwen hierdoor juist bevestigd.

God veroordeelt je niet, Hij neemt je zoals je bent, met al je fouten, zwakheden en onvolkomenheden. Hij belooft dat Hij je alles zal geven wat je vraagt, omdat je je houdt aan zijn geboden en doet wat Hij wil (v.22).

Wat betekent dat, je houden aan zijn geboden en doen wat Hij wil? Dat is heel eenvoudig: ten eerste geloven in Jezus en ten tweede elkaar liefhebben. Als je deze twee dingen doet, mag je er zeker van zijn dat je leeft in Hem en dat Hij leeft in jou: 'Hoe merken we dat God in ons blijft? Door de heilige Geest die hij aan ons gegeven heeft' (v.24b, BGT).

Hoe weten we dat het Gods Geest is die in ons woont en niet een andere geest? 'De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God' (4:2).

We zullen veel strijd moeten leveren. De wereld zal ons haten (3:13). Er zullen veel valse profeten komen: 'Ga eerst na of er wel echt namens God gesproken wordt, want er lopen nogal wat valse profeten op deze wereld rond' (4:1b, HB). Maar je mag vertrouwen hebben want 'hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst' (v.4).

Heer, dank U dat ik uw nabijheid mag kennen door uw Geest en dat ik vol vertrouwen bij U mag komen. Help me vandaag om lief te hebben zoals Jezus liefhad. Help me om bereid te zijn mijn leven te geven voor andere mensen.

Daniël 9:20-11:1

3. Gegeven vertrouwen

Ik vind het een geruststelling dat Daniël niet volmaakt was. Wat we tot nu toe over hem hebben gelezen, doet denken dat hij nooit iets fout deed. Maar nu lezen we: 'Zo bad ik een tijdlang; ik bekende mijn zonden en die van mijn volk' (9:20, WV). Maar zodra hij begon te bidden, kreeg hij antwoord en werd hij 'zeer geliefd' genoemd (v.23; 10:11).

De visie en profetie worden op verschillende niveaus vervuld, net als veel andere profetieën. Ze worden op de korte termijn en op de lange termijn vervuld.

De vervulling op lange termijn was de dood van Jezus. 'Daarna zal er voorgoed een einde komen aan een leven van zonde, ongerechtigheid en misdaden. Dan zal er voor altijd gerechtigheid zijn' (v.24, GNB). Jezus is de gezalfde (Lucas 4:18). Hij is Degene die zal terugkomen en het einde zal komen als een overstroming.

Jezus greep terug op deze woorden toen Hij tegen zijn leerlingen sprak over de strijd waarmee zijn volgelingen te maken zouden krijgen na zijn hemelvaart en tot zijn terugkomst (zie Matteüs 24:6,8,15-16). Deze woorden worden gedeeltelijk vervuld als iemand zich verzet tegen God, van Romeinse keizers tot Stalin. Uiteindelijk zullen ze tot vervulling komen in Jezus' uiteindelijke overwinning op het kwaad.

Met onze kennis van het Nieuwe Testament begrijpen we dat Daniël een visioen had dat over Jezus ging: 'Ik keek rond en zag een man in witte kleren. Om zijn middel had hij een gouden band. Zijn lichaam had de glans van een mooie edelsteen. Zijn gezicht gaf licht als de bliksem, en zijn ogen schitterden als vlammen. Zijn armen en voeten hadden een mooie glans, alsof ze van koper waren. Zijn stem klonk als het lawaai van een grote groep mensen' (Daniël 10:5-6, BGT).

Dit lijkt sterk op de beschrijving van Jezus in Openbaring 1:12-18. Op het moment dat Daniël dit visioen van Jezus ziet, voelt hij zijn krachten afnemen en wordt hij lijkbleek (Daniel 10:8, WV,NBV).

Daniël valt voorover op de grond en krijgt een bevestiging. Hij hoort een stem: ' "Wees niet bang, Daniël", zei hij. "Want uw gebed is in de hemel gehoord en verhoord, al vanaf de allereerste dag waarop u voor God begon te bidden om inzicht' (v.12, HB).

Het visioen is nog niet afgelopen en Daniël beschrijft hoe hij zijn lippen werden aangeraakt door de menselijke gedaante. Hij vervolgt: 'Terwijl de man tegen mij praatte, keek ik naar de grond. Ik kon niets zeggen. Toen raakte de man mijn lippen aan en meteen kon ik weer spreken. (...) De man raakte me nog een keer aan en gaf me weer kracht. Hij zei: 'Wees niet bang. God houdt van je. Het zal goed met je gaan. Wees sterk.' En terwijl hij met me praatte, voelde ik me sterk worden. Ik zei: 'Nu kunt u spreken. Want door u voel ik me sterker' ' (vv.15–19, BGT).

Als Jezus je lippen aanraakt, krijg je het vertrouwen en de kracht om te spreken (v.16). Als Jezus je lichaam aanraakt, krijg je het vertrouwen en de kracht om in actie te komen (v.18).

Daniël krijgt te horen: 'Wees niet bang (...) vrede zij met je (...) wees sterk' (v.19). Dit vertrouwen heb je omdat Jezus je vrijmoedigheid, vrede en kracht geeft.