Heeft God echt alles in de hand?

7 december - dag 341

Vraag je je wel eens af of God alles echt in de hand heeft? Misschien is er iets mis met je gezondheid, je relatie, je werk of iets anders in je leven en vraag je je af: Weet God het eigenlijk wel? Interesseert het God eigenlijk wel? Kan Hij er überhaupt iets aan doen?

Een van de dingen die ik nog weet van de tijd dat Sandy Millar voorganger was in onze kerk, is dat hij altijd zei: “De Heer is almachtig” als er iets mis dreigde te gaan of als er een of andere crisis was. God houdt niet alleen van je, Hij is ook de almachtige Heer die uiteindelijk je leven bepaalt. Hij bepaalt ook wat er gebeurt en Hij bepaalt de loop van de geschiedenis.

A.W. Tozer schreef: 'God is liefde en God is almachtig. Zijn liefde maakt dat Hij altijd het beste met ons voor heeft en daar zorgt Hij voor door zijn almacht.' De Heer regeert!

Psalm 139:11-16

1. De Heer regeert van de wieg tot het graf

Je hoeft niet bang te zijn voor de dood. God heeft een goed plan met jouw leven. Zelfs voordat je werd geboren heeft Hij alle dagen van je leven uitgestippeld (v.16). Hij heeft jou 'prachtig' en 'wonderbaarlijk' gemaakt (v.14, HB).

Het leven van een mens begint bij de bevruchting. Gods almachtige liefde strekt zich uit tot in de baarmoeder. Daar is jouw persoonlijke geschiedenis begonnen:

'U hebt me al gezien toen ik in het geheim gemaakt werd.
U hebt me al gezien toen ik diep in de aarde ontstond.
Toen mijn lichaam nog geen vorm had, zag u mij al.
Nog voordat ik werd geboren, wist u alles al van mij' (vv.15-16, BGT).

God heeft alles in de hand, vanaf het moment waarop je werd verwekt tot het moment waarop je sterft en daarna. Stel je vertrouwen op Hem.

Heer, dank U voor uw almachtige liefde voor elk mensenkind. Help ons om diezelfde liefde en bescherming te geven aan alle mensen.

3 Johannes 1:1-15

2. De Heer regeert over elk aspect van je leven

God wil je voorspoed geven in elk aspect van je leven. Johannes' gebed voor zijn dierbare vriend Gajus is allesomvattend: 'Geliefde broeder, ik hoop dat het u in alle opzichten goed gaat en dat u gezond bent' (v.2a).

Johannes was heel blij om te horen dat Gajus spirituele vooruitgang had geboekt: 'Niets verheugt mij meer dan te horen dat mijn kinderen de weg van de waarheid volgen. (...) Ten overstaan van de gemeente hebben zij van uw liefde getuigd' (vv.4,6a).

Het gebed van Johannes gaat niet alleen over het 'geestelijke', maar ook over Gajus' lichamelijke gezondheid. Het kan helemaal geen kwaad om te bidden voor een goede gezondheid en voorspoed van je vrienden (v.2).

Geloof wordt zichtbaar in liefde. Liefde moet je doen. Gastvrijheid doe je uit liefde. Door mensen gastvrij te ontvangen werk je mee om de waarheid te verkondigen (v.8).

Met je gastvrijheid sta je in een lange christelijke traditie die kan worden teruggevoerd op het Nieuwe Testament.

Johannes waarschuwt Gajus voor Diotrefes die niet alleen weigert reizende broeders te ontvangen maar ook mensen die dat wel willen, tegenhoudt en uit de gemeente gooit (v.10, HB). Diotrefes wil graag de baas spelen, wil niets met Johannes te maken hebben en vertelt leugens over hem (vv.9-10, BGT). Zelfs de heilige en liefdevolle apostel Johannes kon niet de goedkeuring van iedereen wegdragen.

Johannes spoort Gajus aan om niet het slechte voorbeeld van Diotrefes, maar het goede voorbeeld te volgen (v.11, HB) en hij bidt: 'Vrede zij met u' (v.15a).

Johannes schrijft doelbewust niet alles op (vv.13-14). Sommige dingen kun je beter zeggen in een gesprek van mens tot mens.

Heer, ik bid voor mijn familie en vrienden, dat zij gezond mogen blijven en dat het hun goed mag gaan.

Zacharia 1:1-4:14

3. De Heer regeert over de loop van de dingen en de geschiedenis

Niet alleen in je eigen leven gaan er dingen mis waardoor je je afvraagt of God echt alles in de hand heeft. Soms vragen we ons ook af wat er in vredesnaam aan de hand is als we kijken naar alles wat er in de wereld gebeurt en gebeurd is. Is de Heer echt 'almachtig' in deze enorme chaos?

Zacharia richtte zich tot mensen die eraan herinnerd moesten worden dat de Heer almachtig is. Zacharia was een priester en een profeet die profeteerde voor de mensen die na vele jaren ballingschap berooid waren teruggekeerd naar Jeruzalem. Dankzij Zacharia's hoopvolle boodschap over redding richtten ze hun blik weer op God. God is almachtig en Hij is nog niet klaar met zijn volk!

Deze nieuwe hoop is gebaseerd op de beloften van een nieuwe relatie met God die uiteindelijk in Jezus tot vervulling komt. Steeds zien we in deze visioenen een glimp van Jezus:

God zal terugkomen (hoofdstuk 1)

Het boek begint met een oproep om tot inkeer te komen. God roept het volk op om bij Hem terug te komen. Naast de oproep doet Hij een belofte: 'Keer terug naar mij, dan zal ik naar jullie terugkeren' (1:3). Terugkeren naar God betekent tot inkeer komen en schuld bekennen (v.6).

Gods belofte dat Hij zal terugkeren wordt geschetst in een visioen van een man op een voskleurig paard (v.8). God belooft: 'Overal is het vredig en stil' (v.11c). God neemt het voor hen op (v.14). De Heer regeert en Hij houdt van jou.

Het lijkt alsof de mirtenstruiken staan voor het volk van God, maar ook voor de huidige kerk en dat ze dus Jezus (de man op het voskleurige paard) symboliseren die midden in zijn kerk staat.

Als dat zo is, dan is het Jezus die opkomt voor de kerk. Zijn tussenkomst wordt gehonoreerd: 'Mijn huis zal er worden herbouwd' (v.16). Dit kwam letterlijk in vervulling met de wederopbouw van de tempel in Jeruzalem, maar heeft ook betrekking op de kerk.

God zal beschermen (hoofdstuk 2)

Hierna zag Zacharia een man met een meetlint in zijn hand (2:5). Zou dit ook Jezus kunnen zijn? God belooft dat Jeruzalem een stad zonder muren zal zijn, maar dat Hij de stad zal omringen als een muur van vuur. Hij belooft ook dat Hij de stad zal vullen met zijn luister. De kerk is het nieuwe Jeruzalem, een stad zonder muren (v.8). Het volk is zijn 'oogappel' (v.12). De Heer komt in ons midden wonen (v.14).

Hij verzekert hen: '... wie jullie iets aandoet, doet mij iets aan' (v.12, BGT). Hij belooft: '... ik kom bij jullie wonen' (v.14, GNB).

God zal vergeven (hoofdstuk 3)

Ik heb de gewoonte om mijn pennen in de achterzak van mijn broek te steken en erop te gaan zitten. Dat geeft een vlek die je er nooit meer uitkrijgt, hoe vaak de broek ook gewassen wordt.

Jij kunt de smet van de zonde in je leven niet wegwassen. Maar Jezus kan dat wel.

De engel van de Heer lijkt een voorafschaduwing te zijn van Jezus. Toen hij voor Jezus stond, zag Zacharia hoe Jozua, de hogepriester, en Satan aan zijn rechterhand tegen hem pleitten (3:1). De naam 'Satan' betekent aanklager (zie Openbaring 12:10).

Maar Jezus is machtiger dan Satan. De Heer zegt tegen Satan: 'Is deze Jozua niet een stuk zwartgeblakerd hout dat uit het vuur is weggerukt?' (Zacharia 3:2c). Dit is een beeld dat van toepassing is op iedereen die is gered door Jezus.

Jozua stond in vuile kleren voor Jezus (v.3). Jezus zei: 'Trek hem die vuile kleren uit (...) Hierbij reinig ik je van alle schuld en kleed ik je in een feestelijk gewaad' (v.4). Jezus maakt je rein en geeft je nieuwe kleren door het kruis.

De almachtige Heer zegt: 'Ik zal mijn dienaar sturen, de telg aan de stam van David' (v.8b, zie Jeremia 23:5). Hij vervolgt: '... in één enkele dag zal ik dit land reinigen van alle schuld' (Zacharia 3:9b). Dit slaat op de eerste Goede Vrijdag toen Jezus in één dag al onze zonden wegwaste.

Het resultaat hiervan is: 'Op die dag (...) zullen jullie elkaar uitnodigen onder de wijnrank en onder de vijgenboom' (v.10). Dit staat symbool voor vrede, veiligheid en voorspoed.

God zal je zijn Geest geven (hoofdstuk 4)

God zegt tegen Zerubbabel: 'Niet door eigen kracht of macht zal hij slagen (...) maar met de hulp van mijn geest' (4:6). De tempel en de kerk worden niet gebouwd door macht of kracht: 'Niet met geweld of brute kracht zal het gelukken, maar met hulp van mijn geest' (v.6, GNB).

Sta je voor een schijnbaar onmogelijke situatie? Het zal je niet lukken met alleen je eigen wilskracht. Vraag de Heilige Geest om hulp.

Veracht 'de dag van de kleine dingen' niet (v.10, HSV). Kijk niet neer op schijnbaar onbeduidende prestaties. Het koninkrijk van God begint als een mosterdzaadje, maar groeit uit tot een grote boom. Het maakt God niet uit of iets klein is. Niets is klein als God erbij betrokken is. Alles wat groot is, is ooit klein begonnen. Niets wat je voor God doet blijft onopgemerkt of onbeloond. Misschien zie je zelf geen resultaat, maar je werkt mee aan Gods plannen. Geef je droom niet op.

De Heer regeert. Hij bepaalt wat er gebeurt en Hij bepaalt de loop van de geschiedenis. Door zijn almachtige liefde, met hulp van zijn Geest, vanuit een dag van de kleine dingen is de tempel weer opgebouwd. Nu mag je erop vertrouwen dat Hij door zijn Geest aan zijn kerk blijft bouwen met kleine dingen.