Share
Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Geen angst

12 januari - dag 12

Aan de ene kant is angst heel gezond. Angst is een emotie die wordt veroorzaakt door een veronderstelde dreiging. Het is een natuurlijke, menselijke emotie, gegeven door God. Het is een fundamenteel overlevingsmechanisme. Angst houdt ons in leven en beschermt ons tegen gevaar.

Aan de andere kant kan angst ook ongezond zijn. Het Griekse woord dat meestal wordt gebruikt in het Nieuwe Testament is phobos, waar ons woord 'fobie' van is afgeleid. Dit is ongezonde angst. Het staat niet in verhouding tot het vermeende gevaar. We overschatten het gevaar en onderschatten ons vermogen om het gevaar het hoofd te bieden.

Gangbare fobieën zijn angsten die verband houden met gezondheid, geldzaken, falen, oud worden, dood, eenzaamheid, afwijzing, niet goed genoeg zijn, spreken in het openbaar, vliegen, hoogte, slangen en spinnen. Maar ook de angst om iets te missen (ook wel FOMO - 'fear of missing out' genoemd) en de angst om niet speciaal te zijn, komen tegenwoordig veel voor.

In mijn eigen leven heb ik veel angsten aan den lijve ondervonden, van hoogtevrees tot paniekaanvallen en andere irreële angsten, angst om te preken, angst om iets te doen wat de naam van Jezus in diskrediet zou brengen.

De Geest van God boezemt geen negatieve angst in, maar stimuleert een gezonde angst – de vrees voor God. Dit betekent niet dat je bang moet zijn voor God. Het betekent juist precies het tegenovergestelde. Het betekent dat je begrijpt wie God is in relatie tot ons. Het betekent respect, eerbied, ontzag, aanbidding, bewondering; je zou het kunnen vertalen als liefde voor God. Je erkent de macht, majesteit en heiligheid van de almachtige God. Als je God vreest, heb je een gezond ontzag en respect voor God, en dat is de remedie tegen alle angsten en fobieën waar we in dit leven last van hebben. Vrees God en je hoeft nooit meer iets of iemand anders te vrezen.

Het is geen toeval dat naarmate de vrees voor God in onze maatschappij is afgenomen, alle andere angsten zijn toegenomen. We moeten terug naar een goede band met God.

De woorden 'Wees niet bang' komen vaak voor in de Bijbel. In de gedeelten voor vandaag zien we ze vier keer.
 
Geen angst voor het kwaad

In dit gedeelte lees je hoe je 'rampspoed en schrik' (v.26, WV) kunt vermijden en kunt leven 'vrij (…) van angst voor het kwaad' (v.33).

Ontzag (vrees) voor de Heer (‘de vreze des HEEREN’) is een van de centrale thema's van het boek Spreuken. Dit thema komt 21 keer voor in het boek. Het is een keuze die je maakt. Als je verstandig bent, kies je ervoor om de Heer te vrezen, ontzag voor Hem te hebben (v.29) en naar Hem te luisteren. God belooft dat je veilig zult zijn en geen angst hoeft te hebben voor het kwaad (v.33).

Wijsheid is een persoon in het boek Spreuken (v.20). In het Nieuwe Testament lezen we dat Paulus Jezus Christus beschrijft als ‘de wijsheid van God’ (1 Korintiërs 1:24).

Dit gedeelte (Spreuken 1:20-32) is een waarschuwing om de stem van de Heer niet te negeren en niet het pad van 'afvalligheid' en 'zorgeloze rust' (v.32) te volgen.

Kies liever voor ontzag voor de Heer, luister naar Hem en toon berouw als Hij je terechtwijst. Als je dat doet, zal God je meer onthullen dan je ooit voor mogelijk had gehouden: 'Ik [Wijsheid] zal Mijn Geest over u uitstorten, Mijn woorden u bekendmaken.' (v.23). Hij laat je de verborgen schatten van wijsheid in zijn woorden zien. Kies voor deze vrees voor de Heer en je zult 'veilig' zijn (v.33) en bevrijd zijn van de angst voor het kwaad.
Heer, ik kies ervoor om U te vrezen, om mijn leven te leiden in eerbied en ontzag voor uw macht, majesteit en heiligheid. Help me om alleen U te vrezen in mijn leven.
Geen angst voor mensen

In dit gedeelte zegt Jezus drie keer 'Wees niet bevreesd' (vv.26,28,31).

Jezus zendt zijn leerlingen erop uit om het evangelie te verkondigen en zieken te genezen. Zodra Jezus zijn twaalf leerlingen heeft geroepen, stuurt Hij ze op een missie (theologische training moet plaatsvinden in de praktijk!).

Hij stuurt hen (en ons) erop uit om zijn voorbeeld te volgen:
  • Om te verkondigen: 'Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen' (v.7).
  • Om te laten zien: 'Genees zieken' (v.8).

Als Hij ons wegzendt, waarschuwt Jezus dat we veel weerstand kunnen verwachten: 'Ik zend u als schapen te midden van de wolven' (10:16a). We zullen behoefte hebben aan zuivere wijsheid ('wees dus bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven.' v.16b).

We kunnen worden gedwarsboomd door de plaatselijke autoriteiten (v.17), te maken krijgen met haat (v.22), worden vervolgd (v.23) en voor demonisch worden uitgemaakt (v.25). Dit is de context waarin Jezus drie keer zegt: 'Wees niet bevreesd' (vv.26,28,31).

  1. Wees niet bang dat je niet weet wat je moet zeggen
    Jezus begint met te zeggen: 'Wees dus niet bevreesd voor hen' (v.26a). Je hoeft niet bang te zijn voor andere mensen, hoe machtig ze ook zijn (rechtbanken, stadhouders en koningen, vv.17-18). 'Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt. (vv.19-20).

  2. Wees niet bang voor wat anderen met je zullen doen
    'Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna' (v.28). Met andere woorden, wees niet bang voor mensen, maar vrees God. Heb ontzag en respect voor de almachtige God die alles en iedereen liefheeft. 'Je moet alleen bang zijn voor God, want hij kan iemand met lichaam en ziel vernietigen in de hel' (v.28, BGT).

  3. Wees niet bang voor wat er met je zal gebeuren
    Jezus zegt dat als je God vreest, je niets of niemand anders hoeft te vrezen. God heeft alles in de hand: 'Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om.' (v.29). Hij heeft niet alleen alles in de hand, maar houdt ook onnoemelijk veel van jou: 'En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven.' (vv.30-31). God bekommert zich om wat er met je gebeurt, zelfs meer dan jijzelf.
Heer, dank U dat U zoveel van mij houdt en dat ik zo kostbaar voor U ben. Help me om uw liefde te kennen, op U te vertrouwen en niet bang te zijn.
Geen angst voor de dood

Het leven is niet eenvoudig. Ook niet voor Izak. Naast andere moeilijkheden moest hij twintig jaar wachten op een kind (25:20-26). Daarop volgde rivaliteit tussen de tweelingbroers die geboren werden. Hij leefde tussen vijandige Filistijnen en een van zijn zoons werd een 'bittere kwelling’ (26:35).

Izak beging dezelfde zonde als zijn vader; ook hij probeerde zijn vrouw door te laten gaan voor zijn zus (vv.7-11). Maar Izak lijkt wel geleerd te hebben van de fouten van zijn vader. Toen Sara kinderloos bleef, probeerde Abraham dat zelf op te lossen door Hagar tot minnares te nemen, met desastreuze gevolgen. Toen Rebekka geen kinderen kon krijgen, was Izaks reactie om God vurig te bidden om een wonder (25:21).

De Heer was aan Izak verschenen en had beloofd: 'Ik zal dan met u zijn en u zegenen (…) In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden,' (26:3-4).

Toch was Izak bang. Hij was bang dat hij zou sterven: 'Hij dacht: Anders zullen de mannen van deze plaats mij doden om Rebekka. Zij was namelijk knap om te zien. (...) ik dacht dat ik anders om haar zou moeten sterven' (vv.7,9b).

God zei tegen Izak: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u' (v.24). Izak vreesde mensen meer dan dat hij God vreesde. Toch wordt hij eraan herinnerd dat hij niet bang hoeft te zijn voor anderen, omdat God bij hem is. Houd dit in gedachten als je bang dreigt te worden: God is bij je. Als God bij je is, hoef je voor niets of niemand meer bang te zijn.

Ondanks Izaks angst voor anderen zegende God hem. God zegt: 'Ik zal u zegenen en uw nageslacht talrijk maken' (v.24). Gods zegen betekende groei en grote oogsten. Dit wil Hij ook voor jouw leven.

Izak groef de waterputten weer open die in de tijd van zijn vader Abraham waren gegraven en die de Filistijnen hadden dichtgegooid (v.18). (Zo zouden wij kerken die de deuren hebben moeten sluiten weer kunnen openen als bronnen van levend water!) Toen Izak op weerstand stuitte en gedwongen werd te stoppen, trok hij verder tot hij een andere put vond die hij kon opengraven. Zo gaf de Heer hem ruimte om uit te breiden (v.22).

Dit is allemaal niet gemakkelijk, maar blijf denken aan wat de Heer tegen je zegt: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u' (v.24).
Heer, dank U voor uw belofte om me ter zijde te staan. Dank U dat U steeds weer tegen me zegt dat ik voor niets of niemand bang hoef te zijn als ik U vrees, ontzag en respect heb voor U.
Pippa's bijdrage

Er lijkt een wereld van verschil te zijn tussen de manier waarop Izak en Ezau een vrouw uitzochten. Izak bad herhaaldelijk tot God en ontving meerdere tekens, waardoor hij een gelovige vrouw vond. Ezau lijkt juist een onverstandige keuze te hebben gemaakt. En Ezau en zijn vrouw waren 'een bittere kwelling voor Izak en Rebekka'.

Het is zo belangrijk om de juiste man/vrouw te kiezen en te bidden voor onszelf, voor onze kinderen, voor de kinderen die nog geboren zullen worden, voor onze vrienden en collega’s. Te bidden dat God ze leidt naar de juiste partner, om een gelovig huwelijk te hebben.

Vers voor vandaag
Genesis 26:24

‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.


Email Marketing door ActiveCampaign