Share
Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Hoe kun je tot God naderen?

3 november - dag 307

Hoe meer ik me erin verdiep, hoe mooier ik hem vind. De brief aan de Hebreeën lijkt gericht te zijn aan Joodse christenen. De toon klinkt vreemd in onze moderne oren, de taal is doorspekt met het Oude Testament. De brief gaat over deze cruciale vraag: Hoe kun je tot God naderen?

Het antwoord van de schrijver is: via Jezus, onze grote Hogepriester. Het hogepriesterschap van Jezus staat centraal in deze brief. Het is het enige document van het Nieuwe Testament waarin Jezus uitdrukkelijk een priester wordt genoemd. Elders wordt de priestertaak van Jezus terloops genoemd, zoals Jezus' hogepriesterlijk gebed in het evangelie van Johannes (Johannes 17) en Johannes' beschrijving van Jezus als Voorspraak bij de Vader (1 Johannes 2:1). Maar in het boek Hebreeën wordt uitgebreid op dit thema ingegaan.

Nader tot God wetend dat Hij vol liefde en barmhartigheid is

Gods liefde voor de mens is altijd geweldig groot geweest. 'Uw barmhartigheid is groot, HEERE' (v.156). De psalmdichter was bekend met Gods liefde: 'HERE, laten Uw goedheid en liefde weer nieuw leven geven' (v.159b, HB). Hij wist dat God een redder was (v.153). Hij heeft het over verlossing (v.154) en redding (v.155).

Hij wist dat God zou redden en verlossen en juist omdat hij dit wist, kon hij vol vertrouwen tot God naderen. Wat hij niet wist, was hoe God hem zou redden.

Als we het hele Oude Testament, ook deze psalm, lezen in het licht van het Nieuwe Testament, zien we dat wat de psalmdichter hier beschrijft, mogelijk is gemaakt door het hogepriesterschap van Jezus.
Heer, dank U voor uw grote liefde en barmhartigheid. Dank U dat U door Jezus mijn redding en verlossing mogelijk hebt gemaakt.
Nader tot God via Jezus, je grote Hogepriester

Het is heel verbazingwekkend dat jij en ik vol vertrouwen en vrijmoedig tot de Schepper van het heelal kunnen naderen. We moeten natuurlijk wel eerbiedig zijn, maar we hoeven niet schuchter of angstig te zijn. Hoe is dit mogelijk?

De schrijver brengt het centrale thema van zijn brief te berde: het hogepriesterschap van Jezus. Hij zegt dat het belangrijkste doel van zijn brief is om hun een hart onder de riem te steken om 'vast [te] houden aan het geloof dat we belijden' (4:14, NBV). Naarmate je meer te weten komt over Jezus, kun jij steeds beter vasthouden aan jouw geloof tijdens de stormen en verleidingen van het leven.

Jezus is uniek. De grote Hogepriester is zowel 'de Zoon van God' (v.14) als volledig mens. Hij kan meevoelen met onze zwakheid en is, net als wij, in elk opzicht op de proef gesteld, maar Hij is 'niet vervallen (...) tot zonde' (v.15, NBV).

Jezus heeft alle gevoelens gekend die jij hebt. Hij had soms ook best zin om iets verkeerds te doen, maar Hij koos er altijd voor om het goede te doen. Als je met Hem praat in gebed mag je weten dat Hij weet hoe je je voelt.

Een priester moest voldoen aan drie voorwaarden:

·    Hij moest mens zijn ('uit de mensen (...) genomen', Hebreeën 5:1).
·    Hij moest medelijden hebben ('Hij kan voluit medelijden hebben', v.2).
·    Hij moest door God zijn aangesteld ('er door God toe geroepen', v.4).

Jezus voldeed perfect aan deze drie voorwaarden.

Maar Jezus hoorde bij de stam van Juda, niet bij die van Levi, en daarom was Hij ongeschikt als normale priester. Die functie was namelijk voorbehouden aan nakomelingen van Mozes' broer Aäron (een Leviet). Daarom schaart de schrijver Hem onder een nieuwe orde van priesters, naar het voorbeeld van de oudtestamentische Melchizedek, 'een priester van de allerhoogste God' die diende in de tijd van Abraham (Genesis 14:18-20).

Het boek Hebreeën laat zien dat het priesterschap van Melchizedek in alle opzichten verheven was boven dat van Aäron (zie Hebreeën 7). Het priesterschap van Jezus is, net als dat van Melchizedek, voor eeuwig (5:6). Het is dus altijd van kracht, zowel voor de mensen die vóór Jezus leefden als voor iedereen die na Hem leeft.

Jezus is jouw vertegenwoordiger (v.1). Hij is het toonbeeld van een priester en is hoog verheven boven alle andere priesters.

Jezus deed ervaring op door lijden dat Hij ondervond (vv.7-8). God maakt gebruik van alles wat op je pad komt, hoe moeilijk en pijnlijk ook, om je ervaring te laten opdoen. Je kunt leren om je eigen pijn te gebruiken ten gunste van een ander.

Rick Warren schrijft: ‘God wil graag kruisigingen in opstandingen veranderen. De dingen die je het liefst uit je leven weg wil hebben, zijn vaak juist de dingen die God gebruikt om je te vormen en je te maken tot de gelovige die Hij wil dat je bent. Hij wil dat probleem ten goede in je leven gebruiken. Er is iets belangrijkers dan je pijn. Het is wat je leert van die pijn.’

Net als wij deed Jezus ervaring op door lijden dat Hij ondervond. Maar Hij is anders dan wij, omdat Hij zonder zonde is. Hij hoefde daarom geen offers te brengen voor zijn eigen zonden. Hij is 'voor allen die Hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding' (v.9, NBV).

Wij mogen 'met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip' (4:16). Als je vergeving vraagt voor het verleden, mag je weten dat je 'barmhartigheid' zult ontvangen. Als je hulp vraagt voor de toekomst, mag je weten dat je ‘genade’ zult vinden ‘om geholpen te worden’, ongeacht wat je nodig hebt en met welke moeilijkheden je te maken hebt.

Het beeld van de troon is bedoeld om de majesteit en heerlijkheid te benadrukken van Hem die op troon zit: God. Maar via Jezus kun je tot God naderen in gebed en aanbidding, ongeacht hoe je je voelt of wat je hebt gedaan.

Heer Jezus Christus, dank U dat ik, dankzij uw offer, vandaag met vrijmoedigheid mag naderen tot de troon van genade, om barmhartigheid te ontvangen, en genade mag vinden om geholpen te worden als ik dat ik nodig heb.
Nader tot de troon van genade met vrijmoedigheid

Wat is het geweldig om te lezen dat we überhaupt tot de hemelse troon mogen naderen, laat staan dat we dat 'met vrijmoedigheid' mogen doen (Hebreeën 4:16)! De profeet Ezechiël (zijn naam betekent 'God is sterk') heeft een glimp van de troon gezien. Het was ‘ontzagwekkend’ (v.22): 'Ik zag daar iets schitteren. Het leek op een troon die gemaakt was van edelstenen. Op de troon zat iemand die eruitzag als een mens. Aan de bovenkant glansde zijn lichaam als goud, aan de onderkant gloeide het als vuur. Rondom hem was een schitterend licht. Dat licht had allerlei kleuren. Het zag eruit als een regenboog die in de wolken verschijnt. Zo liet de Heer zich aan mij zien, stralend en machtig. Toen liet ik me neervallen op mijn knieën. Daarna hoorde ik de stem van God' (Ezechiël 1:26-28, BGT).

Ezechiël werd door God geroepen in het jaar 593 v. Chr. toen hij 30 jaar oud was (v.1). Hij was een priester (v.3). Hij was een Joodse banneling in Babylonië. (Terwijl Jeremia in Jeruzalem woonde.) Hij was samen met de jonge koning Jojachin gevangengenomen in 597 v. Chr. (2 Koningen 24:8-17). Net als Jeremia riep hij het volk op om tot inkeer te komen en voorspelde hij dat Jeruzalem uiteindelijk zou worden herbouwd.

De roeping van Ezechiël begint met een visioen van God. In dit visioen ziet hij vier wezens (Ezechiël 1:5). Elk wezen getuigt van een deel van Gods aard.

Hun gezichten leken van voren op dat van een mens, van rechts op een leeuw (wat staat voor kracht en moed), van links op een rund (wat staat voor vruchtbaarheid) en van achteren op een arend (wat staat voor snelheid). Samen laten ze de ontzagwekkende majesteit en grootheid van God zien.

In dit visioen vangt Ezechiël een glimp op van een man in wie we nu Jezus herkennen (Openbaring 4:1-10).

In reactie op dit visioen van de troon van genade werpt Ezechiël zich met zijn gezicht ter aarde (Ezechiël 1:28). Dit was geen ongebruikelijke reactie op de aanwezigheid van God (zie bijvoorbeeld Openbaring 4:10).

God spreekt tegen hem (Ezechiël 2:1). De Heilige Geest komt in Ezechiël (v.2). Hij krijgt de woorden van God om op te eten (3:1): 'Toen at ik en hij werd in mijn mond als honing zo zoet' (v.3b). Hij krijgt de opdracht om te luisteren (2:8; 3:10) en de boodschap te verkondigen die God hem gegeven heeft.

Hij zal op veel weerstand stuiten, maar God zegt dat hij daarvoor niet bang hoeft te zijn (v.9). Het is niet zijn verantwoordelijkheid ‘of zij luisteren of dat nalaten’ (v.11b). Hier worden we eraan herinnerd hoe belangrijk luisteren is. Jouw verantwoordelijkheid, net als dat gold voor Ezechiël, is eenvoudig om te luisteren en dan de boodschap die God je geeft over te brengen.

Je bent niet verantwoordelijk voor wat anderen ermee doen (vv.18-21). Je wordt wel afgerekend op het feit of je God hebt gehoorzaamd en of je de woorden hebt gesproken die God je heeft gegeven (vv.18,20). Soms weet je niet wat de gevolgen zullen zijn, maar je kunt God altijd vertrouwen en gehoorzamen.

Op een later moment ziet Ezechiël de heerlijkheid van de HEERE nogmaals en weer werpt hij zich met zijn gezicht ter aarde (v.23). En weer komt de Geest in hem (v.24). God belooft: 'Maar als Ik met u spreek, zal Ik uw mond openen en zult u tegen hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE' (v.27).

Heer, dank U voor het geweldige voorrecht dat ik met vrijmoedigheid tot de troon van genade mag naderen, om met u te praten en te luisteren naar uw boodschap. Help me om vandaag uw woorden te spreken.
Pippa's bijdrage

'Laten wij daarom vrijmoedig naar de troon van God gaan om van Hem genade te ontvangen; om hulp te krijgen, juist in die ogenblikken dat wij het moeilijk hebben.'

Dat is nog eens vrijmoedigheid!
Vers voor vandaag
Hebreeën 4:16, HB

'Laten wij daarom vrijmoedig naar de troon van God gaan om van Hem genade te ontvangen; om hulp te krijgen, juist in die ogenblikken dat wij het moeilijk hebben.'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Regulierenring 16, 3981 LB Bunnik, Nederland

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.


Email Marketing door ActiveCampaign