Share
Je dagelijkse mail van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel

Hoe vind je vrede bij tegenspoed?

20 mei - dag 140

Al 2.000 jaar hebben volgelingen van Jezus te kampen met weerstand, tegenslagen en vervolging. Op veel plaatsen die Pippa en ik in de loop van de jaren hebben bezocht, werden christenen daadwerkelijk vervolgd. De vervolging van christenen overal ter wereld is waarschijnlijk erger dan ooit.

Tegenwoordig worden christenen in het Westen niet vervolgd. Maar als we de mensen horen die 'het geloof willen uitroeien' is het duidelijk dat de agressie en de intensiteit van het offensief tegen christenen kunnen groeien.

Weerstand is onvermijdelijk. 'En ook allen die godvruchtig willen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden.' (2 Timotheüs 3:12). Weerstand kan afkomstig zijn van mensen die ver van ons af staan (de Filistijnen in het gedeelte van het Oude Testament voor vandaag), maar helaas ook van mensen die dichter bij ons staan (de Farizeeën in het gedeelte van het Nieuwe Testament). Hoe vind je vrede bij tegenspoed?

 
Bevorder de vrede

Je kunt weerstand en het kwaad tegengaan door het tegenovergestelde te doen, namelijk ‘vrede aanraden’. In het boek Spreuken wordt ‘bedrog (..) in het hart van wie kwaad smeden’ (v.20a) gezet tegenover ‘wie vrede aanraden, hebben blijdschap’ (v.20b). Hoe doe je dat?

  1. Breng genezing
    Bevorder de vrede met je woorden. 'Er zijn er die als met dolksteken praten, ondoordacht, maar de tong van de wijzen betekent genezing.' (v.18). Woorden hebben zo veel kracht. Ze kunnen diepe wonden slaan, maar ook genezing brengen.

  2. Wees oprecht
    'Een waarachtige lip houdt voor eeuwig stand, maar een valse tong slechts voor een ogenblik.' (v.19). Betrouwbare woorden zijn niet alleen louterend, ze hebben ook blijvende invloed, ze ‘houden altijd stand’ (v.19).

  3. Wees terughoudend
    'Dwazen strooien met hun dwaasheid' (v.23b, NBV). Maar 'een verstandig mens loopt niet met zijn kennis te koop' (v.23a, NBV). Kennis is als ondergoed, het is nuttig, maar je hoeft het niet aan iedereen te laten zien. Het feit dat je het antwoord weet, betekent niet dat je het ook moet geven. Ik ben altijd zeer onder de indruk van de terughoudendheid van de leiders en helpers bij Alpha die dit erg goed doen.

  4. Wees vriendelijk
    'Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer' (v.25a). God wil dat je van het leven geniet, dat je anderen helpt en dat je niet gebukt gaat onder zorgen en verdriet. 'maar een goed woord verblijdt het [hart].' (v.25b). Met een bemoedigend woord kunnen we iemands dag goed maken en soms zelfs hun leven ingrijpend veranderen.
Heer, help me om de vrede te bevorderen en woorden te spreken die vol zijn van genezing, waarheid, terughoudendheid en vriendelijkheid.
Leef in vrede

God is almachtig. Hij keert zelfs de ergste dingen ten goede. We zien dit in optima forma aan het kruis. Het allerergste plan ooit, de marteling van en moord op de onschuldige Zoon van God, heeft God gebruikt om de hele mensheid te redden.

Daarom kun je in vrede leven en erop vertrouwen dat God zelfs het ergste wat je meemaakt in je leven ten goede zal keren (Romeinen 8:28).

Jezus kreeg te maken met boze plannen. Het motief lijkt afgunst te zijn (een van de zeven hoofdzonden). Mensen waren jaloers op Jezus omdat Hij zoveel volgelingen had en meer succes leek te hebben dan de religieuze leiders. Uit afgunst roepen de hogepriesters en de Farizeeën de Raad (het Sanhedrin, NBV) bijeen (Johannes 11:47a).

De Raad was het hoogste rechtsorgaan van het land. Het bestond uit 71 leden, onder wie de hogepriester. De hogepriesters vormden de meerderheid en de Farizeeën een invloedrijke minderheid. Ze vroegen: 'Wat bereiken we eigenlijk?' (v.47b, WV). Dat was een heel goede vraag! Ze waren jaloers op de populariteit van Jezus envanaf die dag dan waren zij vastbesloten om Hem te doden’  (v.53).

Zij bedoelden het kwaad; God keerde alles goed ten goede. Kajafas (die hogepriester was van 18-36 na Christus) profeteerde: 'Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat' (v.50, NBV). God kan spreken via iemand die dat zelf niet in de gaten heeft.

Johannes legt uit: 'Dit zei hij echter niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij dat Jezus sterven zou voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar ook om de kinderen van God, overal verspreid, bijeen te brengen.' (vv.51-52).

Misschien wist Hij van de plannen tegen Hem en was dat de reden dat 'Jezus (…) niet meer openlijk onder de Joden [verkeerde], maar Hij ging vandaar naar het land bij de woestijn, naar een stad die Efraïm heette, en verbleef daar met Zijn discipelen.' (v.54). Maar Jezus zou nog meer weerstand en tegenwerking ondervinden.

Waarschijnlijk was de tegenstand van Judas het pijnlijkst. Als Maria de voeten van Jezus zalft met de narduszalf, is het Judas die bezwaar maakt: 'Waarom is deze zalf niet voor driehonderd penningen verkocht en aan de armen gegeven?' (12:5). Dat lijkt op het eerste gezicht een steekhoudend bezwaar, maar 'dit zei hij niet omdat hij zich bekommerde om de armen' (v.6a).

Het moet verschrikkelijk voor Jezus zijn geweest dat zijn vriend en leerling Judas zelfs stal uit de kas met geld dat gulle gevers aan Jezus en zijn leerlingen hadden gegeven (Lukas 8:2-3).

Jezus reageerde op Judas' bezwaar: '...de armen hebt u altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd.' (Johannes 12:8).

Hiermee zegt Jezus zeker niet dat we ons niet om de armen hoeven te bekommeren. Het feit dat we armoede nooit uit de wereld kunnen helpen, betekent niet dat we het niet moeten proberen. De zorg voor de armen was juist een speerpunt van Jezus' bediening. Jezus wilde hiermee de discipelen wijzen op het belang van wat Maria had gedaan.

Tijdens deze gebeurtenis werden er plannen tegen Jezus beraamd (vv.9-11). Afgunst kan uitmonden in moord. Ze beraamden niet alleen plannen om Jezus te doden (11:53), maar ook om Lazarus te doden, omdat hij veel mensen tot geloof bracht (12:10-11).

Het is bijzonder dat we God in dit alles aan het werk zien. Ondanks alle tegenstand en wangedrag, werd Gods plan uiteindelijk toch verwezenlijkt. Wat Jezus' tegenstanders kwaad bedoelden, heeft God ten goede gebruikt.

Heer, dank U dat ik in vrede mag leven, omdat ik weet dat U alles ten goede keert voor de mensen die U liefhebben.
Bid om vrede

God vergeet niet een van je gebeden, zelfs als jij ze wel vergeet. Misschien zijn er vandaag wel dingen in je leven gebeurd als gevolg van een gebed dat je jaren geleden hebt gebeden en dat jij inmiddels allang bent vergeten. Maar God blijft eraan werken op zijn tijd. Houd nooit op met bidden. Het helpt echt als je blijft bidden.

Onder het oude verbond was de ark van God de plaats waar God woonde onder het volk en de verblijfplaats van Gods heerlijkheid. Gisteren lazen we: 'De eer is weggevoerd uit Israël, want de ark van God is meegenomen.' (4:22).

Soms moet je heel lang wachten voordat de Heer iets doet om je gebeden te verhoren. 'En het gebeurde (..) dat er veel dagen verliepen – het werden twintig jaren – en het hele huis van Israël wendde zich klagend tot de HEERE.' (7:2). Ik vind dat we al heel lang hebben gebeden als we het een week volhouden, maar het volk Israël bad meer dan twintig jaar lang voordat God in actie kwam.

Het pad van bevrijding begint vaak als we met hart en ziel terugkomen bij de Heer. Samuel zei: 'Als u zich met uw hele hart tot de HEERE bekeert, doe dan de vreemde goden uit uw midden weg, ook de Astartes, richt uw hart op de HEERE en dien Hem alleen. Dan zal Hij u uit de hand van de Filistijnen redden. Daarop deden de Israëlieten de Baäls en de Astartes weg, en zij dienden de HEERE alleen.' (7:3-4).

Het eerste wat je moet doen als je Gods hulp en nabijheid zoekt, is alles wegdoen wat jouw aandacht en focus wegtrekt van God.

Na de terugkeer naar de Heer moest er schuld worden beleden en boete worden gedaan in de vorm van vasten: 'Zij vastten op die dag en zeiden daar: Wij hebben tegen de HEERE gezondigd.' (v.6).

Uiteindelijk waren het de bemiddeling en volharding van Samuel, die twintig jaar lang bleef bidden, die het volk van God de overwinning brachten. Samuël zei: '…dan [zal] ik (…) voor u tot de HEERE bidden' (v.5). 'Ze riepen tegen Samuel: 'Doe iets! Vraag of de Heer, onze God, ons helpt. Vraag of hij ons redt van de Filistijnen!' (v.8, BGT). Samuel 'riep tot de HEERE voor Israël en de HEERE verhoorde hem.' (v.9b).

Ze beseften dat hun gebed op een geweldige manier was verhoord: 'Tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen' (v.12b). Ze werden verlost uit de macht van de Filistijnen en er kwam vrede in het land (v.14).

Heer, ik beloof U opnieuw dat ik niets of niemand zal dienen behalve U. Vergeef mijn zonden en de zonden van uw volk. Ik smeek U om verlossing en vrede. Laat veel mensen in dit land tot geloof in Jezus komen en vrede vinden bij tegenspoed.
Pippa's bijdrage

'Toen zij de volgende dag 's morgens vroeg opstonden, zie, Dagon [de god die ze hadden aanbeden] lag op zijn gezicht ter aarde gevallen vóór de ark van de HEERE. Maar het hoofd van Dagon en zijn beide handpalmen lagen afgehakt op de drempel; alleen Dagons romp was op zijn plaats overgebleven.'

Als de Heer ergens aanwezig is, zien we de kracht van God en worden afgoden van hun voetstuk getrokken en kapotgemaakt.

Vers voor vandaag
Spreuken 12:25

'Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer, maar een goed woord verblijdt het.'
 
Facebook
 
Twitter
 
Linkedin
 
Email
Copyright © 2024, Alpha Nederland, All rights reserved.
Afzender: Alpha Nederland - BiOY@alphanederland.org
Alpha Nederland, Hoofdstraat 51A, 3971 KB Driebergen-Rijsenburg, Nederland

Je ontvangt dagelijks deze mail met een vertaling van De Bijbel met Nicky en Pippa Gumbel 2022.
Gebruikte Bijbelcitaten zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit de Herziene Statenvertaling 2010, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen.


Email Marketing door ActiveCampaign